Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Eekschilders en Bezembinders

Engelbert Heupers

De bezembinders woonden in kleine huisjes of in hutten van zoden en plaggen in het Soesterveen, op Hees en te Soesterberg.
De heide was hun dagelijks arbeidsterrein.
Ze maakten twee soorten bezems: heibezems of -borstels om pannen en potten mee schoon te maken en rijsbezems, dit waren bezems van dunne berketakjes, die gebruikt werden om de vloer of de deel mee aan te vegen.
In de maand mei verdienden de bezembinders en ook wel anderen een extraatje met "eekschillen". Ouderen noemden het ook wel "boeken" of "wit maken". Het jonge eikenhakhout werd uit de houtwallen gehakt en met een stompe bijl of hamer van ds schors ontdaan. [1]
Het van de bast ontdane hout werd tot bundels gebonden en aan bakkers verkocht, die het gebruikten in hun ovens. Het hout gaf weinig rook en verbrandde snel. Het liet nagenoeg geen as achter.
De eek of run werd met paard en wagen naar IJsselstein gebracht en daar overgeladen in schepen, die het verder vervoerden naar de leerlooierijen in de grote steden in het westen van het land.

Het eekschillen verdween, toen chemische preparaten de run overbodig maakten.
Bijna alle bezembinders waren arm. Ze verdienden slechts een schrale boterham, ook al kostte het materiaal hun geen cent.

Met de "krooje" of "kruuwoage" trokken ze naar de heidevelden, om daar de heide te maaien. Ze deden dit met een "heizeisem" of "heetmes", ook wel "oord" of "noord" genoemd. [2] 
Het was een verkorte zeis, die ook wel als "rietdoorn", "rudoorn" of "ruitdoorn" bekend stond. Hij werd gemaakt van de lemmer van de zeis. De kam, het bovenste gedeelte van de zeis, werd verwijderd, waarna men het overgebleven deel om een korte steel boog. Hierdoor werd de zeis aanmerkelijk ingekort. Om het geheel te bevestigen, werden er nog een paar spijkers ingeslagen.

Een dergelijk zeisje werd niet alleen gebruikt door bezembinders, maar ook door anderen b.v. bij het maaien van gras.
De bezembinder bracht de afgesneden heide met de kruiwagen naar huis, waar de bezems en borstels werden gemaakt. De heide werd op maat gesneden en stevig samengebonden. Vroeger gebruikte men hiervoor dunne "tenen" en "spleut", dit waren braamstengels; later werd uitsluitend ijzerdraad gebruikt. Bij de bezems werd er een stevige stok ingestoken. Op dezelfde manier maakte men "rijsbezems" van dunne berketwijgen.
In het laatst van de 19de eeuw verdween de bezembinderij als huisindustrie, voornamelijk door invoering van de vezels van de cocosnoot.

In "de Costumen en Usantiën van Soest van 1569" wordt het bezembinden al vermeld:
Item noch hebben dye van Soest een ghemeente genaempt den Heybergch, mijtten heetvelden, daerom liggende, daer syluyden huer hey halen omme onder huer beesten, paerden, varekens mede te streyen, ende oeck eens deel besimmen (= bezems) off te maecken ....

NOTEN
[1] De bast was bestemd voor de leerlooierijen, die het tot run vermaalden, dat diende om het leer te looien. Door het looien werden de dierenhuiden zodanig bewerkt, dat ze in leer overgingen.
[2] "Oord" betekende oorspronkelijk: spits van een speer. Men gebruikte het woord ook wel om de spits van andere snijdende voorwerpen aan te duiden, een betekenis van het woord, die thans nog gewestelijk voortleeft. In Gelderland gebruikt men het woord "oord" voor de vooruitstekende punt van de ploegschaar (het kouter); in Noord-Brabant gebruikt men het woord voor de punt van een mes; op de Veluwe noemen maaiers de punt van de zicht "den Oord".

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto