Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Herinneringen uit Soest

Piet van den Breemer mmv Marijke Benschop van den Bremer

Enige tijd geleden kreeg de redactie een envelop uit het Brabantse Bakel, met daarin de herinneringen van Piet van den Breemer. Piet, geboren in 1936 en opgegroeid in de boerderij op de hoek van de (oude) Raadhuisstraat en het KerkpadNZ,is al meer dan een halve eeuw geleden uit Soest vertrokken. De redactie bedankt hierbij Marijke die de tekst gedigitaliseerd heeft en hier en daar nog wat verduidelijkt.

Ladina 1
Toen de Duitsers in 1940 Nederland binnenvielen, kwam van de overheid de opdracht dat alle koeien moesten worden bijeengebracht. Ook de koeien van vader Arie van den Breemer (1907-1995) werden geschat en geteld. Al het vee moest achter de verdedigingslinie worden gebracht om het zodoende uit handen van de Duitsers te houden. Mijn moeder Anna van Roomen (1904-1977) en twee kinderen, Jan en ik, waren naar Lutjebroek geëvacueerd. Als vader niet hoefde te melken kwam hij ook naar Lutjebroek. Ik meen dat wij in Lutjebroek terecht zijn gekomen door onze huisarts dokter Rupert.Hoe lang we daar precies zijn geweest weet ik niet zeker, maar ik meen een kleine twee weken.

Toen de koeien weer terugkwamen, kregen de boeren er net zo veel terug als ze hadden ingeleverd [1]. Vader zette het vee maar meteen op stal. Een week of twee later, toen hij ging melken, hoorde hij een koe roepen. Hij ging kijken en zag bij het hek een koe van zijn vorige veestapel staan. De koe, genaamd Ladina 1, zat helemaal onder het eendenkroos en was goed te herkennen, omdat zij maar één grote hoorn had. De andere hoorn was ze eerder met het `boksen' [2] kwijtgeraakt. Later hadden we van Ladina 1 een kalfje. Ze fokte goede en sterke koeien en had geen last van mond- en klauwzeer, ook wel tongblaar genoemd. Vader had de terugkomst van Ladina 1 wel doorgegeven aan de politie en aan de commissie die de koeien verdeeld had. Vader vermoedde dat de koe in Hoogland terecht was gekomen en vandaar de Eem was overgezwommen. Het was het praatje van de dag. Iemand uit Soest meldde zich als eigenaar, maar het klopte niet dat Ladina 1 bij hem vandaan kwam.

De trein uit Amsterdam
In een trein van Amsterdam naar Amersfoort zaten veel joodse mensen die opgepakt waren. Engelse vliegtuigen kregen 's avonds laat de trein in de gaten en vlogen er enkele malen overheen zonder te schieten. Duitse soldaten en ook de machinist vluchtten toen ze de vliegtuigen zagen. De trein bleef onbeheerd stilstaan achter de gasfabriek. Een aantal gevangenen zag kans om te ontsnappen. Toen vader die avond nog eens rondliep over de hofstee, hoorde hij bij de loods zachtjes roepen. De joden lagen op de bezemries [3]. Er werd gevraagd om wat eten en drinken. Ook vroegen ze hoe ze het beste naar Amsterdam terug konden gaan. Vader zei: 'Volgde spoorlijn maar!!' .

Weer drie dagen later zouden vader en zijn knecht Jan van de Hoed knollen gaan plukken. Op dat moment stopten er in de Raadhuisstraat twee motoren met zijspan, vier 3-tonners en een jeep. Een jonge soldaat met rood haar, rood gezicht en sproeten [4] gaf de bevelen en zette vader en Jan met de handen omhoog tegen de hooiberg. Uit een 3-tonner werden twee mannen gesleurd. Vader zag meteen dat het twee van de drie joden waren die hij enkele dagen terug eten had gegeven. Het hoofd van een van de twee zat helemaal onder het bloed. De rode soldaat schreeuwde tegen de andere jood. Deze wees vader aan.
Moeder was intussen naar de plaatselijke Ortscommandant gegaan. Die kwam bij ons altijd melk halen en was toevallig onderweg naar ons. Hij begon een gesprek met het rode soldaatje die toen wat kalmeerde. Jan mocht bij de hooiberg weg, maar vader moest met de rode soldaat mee. Moeder had nog vlug een kiel en een jekker opgehaald. Een mof gooide de kiel terug, de jekker mocht vader wel aanpakken.
Vader probeerde wat tijd te rekken bij het instappen in de jeep, maar de rode soldaat richtte zijn geweer op hem. Ze wilden ook vader handboeien omdoen, maar men was het sleuteltje kwijt. Plotseling reed de jeep weg. De ortscommandant zat naast de chauffeur en vader en een soldaat achterin. Moeder moest huilen, ze was in die periode in verwachting van onze Wim. Waar vader naar toe ging wisten de achterblijvers niet, dat hoorde moeder een paar dagen later.
Vader werd afgevoerd naar kamp Amersfoort en in een cel gezet. Hij was daar wel bekend want iedere boer die een paard had, moest daar een dag voor de Duitsers werken. Vader was ook al aan de beurt geweest, samen met Jan van de Hoed. Toen er een groep gevangenen werd samengesteld die de volgende dag buiten moesten werken, sloot vader zich daarbij aan. Hij moest helpen met het maken van mutserds (takkenbossen). Eén van de boeren die op die dag hout moest rijden voor de Duitsers, was zijn kameraad Jan van Roomen uit de Birkt. Nadat de wagen was volgeladen gingen de twee huiswaarts! Vader stuurde en Jan liep ernaast met een puntig stokje in zijn hand, waarmee hij het paard in zijn bil prikte. Het paard schrok en begon te steigeren. Vader had grote moeite het dier in het gareel te houden. De controle had meer aandacht voor de vracht dan voor de voerlui. Zo konden ze samen wegkomen. De twee hadden het slim aangepakt. Vader is nog drie dagen bij Jan van Roomen gebleven. Oomzegger Jan Hartman is die avond bij moeder komen vertellen hoe het vader vergaan was. Daarna bleef vader nog tien dagen bij zijn broer ome Hannes. Vader hoorde nooit meer iets en vermoedde dat de ortscommandant de vermissing niet heeft doorgegeven.
(bij de afbeelding: Ingang Kamp Amersfoort na de bevrijding in 1945 - foto collectie Kamp Amersfoort)

Voedselverdeling
Vader had twee knechten: Jan van de Hoed, die aan de Ringweg woonde en Bertus Dorrestijn van de Lange Brinkweg. Een uitkomst, want er moest gedorst worden. We hadden 3 ha bouwland, dus niet heel veel rogge. Toen de dorsmachine en de tractor gesteld waren, meldde zich de CCD [5] met drie man sterk, gewapend met een geweer. Zij controleerden de hoeveelheid die er werd gedorst en hielden toezicht bij de uitdeling. Soms stonden er meer dan honderd mensen in de rij. Iedereen kreeg een kroes rogge zolang de voorraad strekte.

Langs de Raadhuisstraat stond een houten loods, met aan de voorzijde een timmerloods en weer daarvoor een grote beukenheg. De Duitsers hadden hun veldkeuken in die week bij ons ondergebracht. Een gedeelte van het ingeblikte voedsel werd in de timmerloods ernaast neergezet. De meeste mensen hadden in de oorlogsdagen voedseltekort. Op een keer gingen vader en Jan van de Hoed ieder aan één kant bij het hek staan om te proberen of ze iets van het voedsel van de auto's konden grissen. Knecht Jan stond aan de kant van de beukenheg. Hij zag kans een paar pakjes boter te pakken, maar een Duitse soldaat zag het gebeuren. Hij sloeg met de kolf van zijn geweer onder de kin van Jan. Deze zakte meteen in elkaar en bleek later een gescheurde kaak te hebben. Jan moest naar het ziekenhuis gebracht worden.

Tot zover de herinneringen van Piet van den Breemer aan zijn ouders en jeugd in Soest. Onze dank hiervoor!

VOETNOTEN:
[1] Dit is wel een erge positieve weergave, er zijn koeien geslacht en enkele ontsnapt, maar er zijn ook boeren die de koeien bij terugkomst geweigerd hebben. Zie ook voorjaarsnummer 2012 van dit blad (TH).
[2] 'boksen': bij een nieuwe koe of in het voorjaar bij de eerste weidegang wordt de rangorde in de kudde opnieuw bepaald. Toen de koeien nog horens hadden werd er weleens een hoorn afgestoten en bleef alleen de pit als stompje over.
[3] `bezemries': bezemrijs: bossen berkentakken om bezems te maken
[4] Deze omschrijving is niet discriminerend bedoeld, enkele zonen van Arie voldoen aan hetzelfde signalement.
[5] (Centrale Controledienst in het leven geroepen door de Duitse bezetting om voedsel eerlijk te verdelen)

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto