Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

De oudste families van Soest II

Gerard Staalenhoef

Deel I van "De oudste families van Soest"

De familie Stalenhoef (II).

In het eerste deel zijn de oudst bekende gegevens van deze familie weergegeven. [1]

Na enkele (nog) vermoedelijke voorouders is als vaststaande stamvader besproken Isaak Aartse (geb. ca. 1585-'90) die tweemaal gehuwd is geweest. Zijn kinderen uit het eerste huwelijk zijn wel genoemd doch niet nader besproken omdat zij niet behoren tot de voorouders in rechte lijn van de thans levende leden van de familie Sta(a)lenhoef. Tot deze voorouders behoort wel de zoon uit het tweede huwelijk van Isaac Aartse en Anna Gijsbertse.
Deze zoon is in het toenmalige Soest wellicht het meest bekend geweest als:

Jacob Isaacse, de bode van het Gilde.
Jacob is geboren ca. 1640-'45, want zijn ouders trouwen in mei 1640 en op 26 september 1664 wordt hij nog genoemd als minderjarige.
Hij trouwt voor schout en schepenen van Soest op 30 april 1665: Jacob IJsacksz, jongeman, wonende te Soest, met zijn vader IJsack Aertsz en Rijckgen Henrixdr, jongedochter wonende op 't erf van 't Clooster Marienburgh tot Soest, met haar vader Henrick Jansz den ouden. [2] Zowel op de gildelijst van 1685 als van 1696 komt Jacob Isacksz voor met zijn huisvrouw. [3] Het ligt voor de hand om aan te nemen dat dit dezelfde vrouw is.
Doch er zijn sterke aanwijzingen dat het om twee verschillende dames zou kunnen gaan. De huisvrouw uit 1685 is ontegenzeggelijk Rijkje, maar dank zij gegevens uit de boeken van het Gaasbeeksgilde is bekend dat ca. 1686/'88 "Grietien Everts Hilhorst, huisvrouw van Jacob Isackse" haar emmer bier betaalde. [4] ,
Hieruit kan worden afgeleid dat Rijkje Hendriks kort na 1685 is overleden, waarna•haar weduwnaar hertrouwde met Grietje.
Uit een testament uit 1685 blijkt dat Grietje Evertse Hilhorst toen weduwe was van Jan Peterse. Volkomen zekerheid omtrent dat tweede huwelijk bestaat echter nog niet.
Jacob Isaacse is zeer lange tijd "Boode" geweest van het Gaasbeeksgilde. Hij wordt als zodanig voor het eerst genoemd in 1688, doch vervulde deze functie toen wellicht reeds een aantal jaren. [4]

De landerijen van Jacob Isaacse.
Jacob Isaacse en zijn huisvrouw Rijkje Hendrikse ontvangen, door transport van zijn vader Isaac Aartse (en zijn overleden moeder) een perceel lands, groot omtrent zes morgen, gelegen op Soester Eng; 27 april 1666. (5) Jacob koopt land in de Hooge Birkt; 9 maart 16 69. Jacob Isaacse, als man en voogd van de dochter van Hendrick Janse wordt beleend door de St. Paulus-abdij met:
".. eene hofstede van den brinck tot het kerkpad toe" alsmede met ".. een campjen lands, 5 spynt, 't eijnd van de voorsz. hofstede, van de hofstede voorts over 't Soester kerkpad tot aan de overenwegh ofte Doodwegh toe"; 6 juli 1674.
Voorts koopt hij twee dammaten maatland; 23 mei 1698 en wordt hij genoemd als noordelijk belendende van een morgen maatland: 23 december 1704, Jacob Isaacsen heeft vier dammaten hooiland, leggende aan de Rivier de Eem, gemeen met anderen, waarvan Cornells Peterse Ruyght de helft in twee dammaten heeft; 8 september 1708. Jacob Isaacse is begin 1710 overleden en werd op 28 januari van dat jaar te Soest begraven.

De drie zoons van Jacob Isaacse en Rijkje Hendrikse.
Toen Rijkje overleed liet zij, behalve haar man Jacob Isaacse, ook als erfgenamen na hun drie zoons: Isaac Jacobse, Hendrik Jacobse de Oude, en Hendrik Jacobse de Jonge.
Dit blijkt uit een acte van 30 oktober 1736, waarin wordt gesproken over:
".. een huijsinge en schuurtje met omtrent twee hondert Roeden lands, gelegen aan twee kampjes onder den Geregte van Soest op 't korte Eijnde, bewoont en gebruijkt wordende bij Wulphert Gijsbertse Boon."
De comparanten bij deze acte zijn Isaac Jacobse, oud-buurmeester van Soest en Jacob Hendrikse van Groenendaal. De tweede comparant is een "soons soon" van Rijkje.

Op zich is dat vrij kleine stukje land niet zo belangrijk maar wel belangrijk is dat door deze acte wordt bevestigd dat Jacob en Rijkje twee zoons hebben gehad die allebei de voornaam Hendrik droegen.
Ik vond de acte pas toen ik al jaren met het onderzoek naar de familie bezig was en verkreeg hiermede de verklaring van enkele tot dan onopgeloste vragen. Omtrent de volgorde van geboorte van de drie zoons bestaat geen zekerheid; in verband met de overzichtelijkheid zullen wij eerst de twee "Hendrikken" bespreken.

Hendrik Jacobse "de Oude" en zijn zoon.
Hendrik Jacobse "de Oude", geb. ca. 1665-'70, is ca. 1696 gehuwd met Maria Peterse, dochter van Peter Elisse en Nelletje Thomas. Dit huwelijk is in de archieven nog niet gevonden.
"Hendrick Jacob Isackse den oudere" betaalt ca. 1689-'92 als nieuwe gildebroeder van het Gaasbeeksgilde ƒ 10-0-0. Hij diende die plaats te kopen omdat zijn vader nog in leven was.
Op de lijst van 1696 wordt wel hij, doch niet zijn huisvrouw vermeld, zodat hij kennelijk toen nog niet, dan wel slechts kort gehuwd was.
"Maritien Peters", huisvrouw van Hendrik Jacobse betaalt haar emmer bier (ca. 1697-'98).
Uit het huwelijk is een zoon bekend:
Peter Hendrikse, ged. Soest (R.K.) 5 september 1699.
Het huwelijk is van korte duur geweest want reeds in 1702 hertrouwt Maria Peterse, als weduwe van Hendrik Jacobse, met Cornells Gerbrandsen (van 't Klooster).

De zoon Peter Hendrikse wordt genoemd (1712) in het testament van zijn oom Isaac Jacobse als "soone van sijn broeder Henrik Jacobss. saliger, thans ouwd zijnde omtrent twaalv jaaren".
Wat zijn oom heeft toegezegd in dat testament is niet van belang want Peter is ca. tien jaar eerder overleden dan die oom.
Want volgens een boedelscheiding van 5 oktober 1734 erven de kinderen van Cornelis Gerbertse van 't Klooster en Maria Peters van (hun als vrijgezel overleden halfbroer) Peter Hendrikse.
De tak van Hendrik Jacobse "de Oude" is dus snel geheel uitgestorven.

Vervolgen wij met de broer Hendrik Jacobse de Jonge, ook genaamd

Hendrik Jacobse Groenendaal.
Hendrik Jacobse "de Jonge", later ook genaamd Groenendaal, is geb. ca. 1665-'70; overl. ca. 1730.
Van hem zijn twee huwelijken bekend:
Op 3 september 1709 trouwen te Soest (R.K.) Hendrik Jacobse, meerderjarige jongeman van Soest en Cornelia Janse Post, jongedochter van Soest. Cornelia was een dochter van Jan Gijsbertse Post en Jaapje Hendrikse van Klaarwater.
Op 14 november 1723 trouwen te Soest (voor schout en schepenen): Hendrik Jacobse, weduwnaar van Cornelia Janse Post, wonende te Soest en Geertje Lamberts, meerderjarige jongedochter, wonende te Soest. Geertje is een dochter van Lambert Dirkse (de Gooijer) en Gerbregt Janse.
Na het overlijden van Hendrik Jacobse hertrouwt Geertje Lamberts, als weduwe met 2 minderjarige kinderen, met Maas Hendrikse Kok; mei 1732.

Hendrik Jacobse Groenendaal en het gilde.
Evenals zijn vader en zijn broer was Hendrik lid van het Gaasbeeksgilde. Op de lijsten van 1685 en 1696 wordt hij nog niet vermeld; zijn eerste echtgenote, Kornelia Jans, betaalt haar emmer bier en op 6 oktober 1715 wordt Hendrik Jacobse (de jongere) gekozen tot ouderman.

De landerijen van Hendrik Jacobse.
"De Groenendael"

Tot de 14 hoeven van de Sint-Paulusabdij behoorde in 1400 o.a. de "Mutzen en Gronendaelhoeve".
De tot nu toe oudst gevonden belening is aan Juffr. Anna van Meerten van Abcoude, vrouwe van Essenstein etc.; 3 mei 1581.
Anna is de dochter van Hendrik van Meerten van Abcoude en van Josina van Wijck van Abcoude, beiden telgen van het geslacht Van Abcoude, waartoe ook Jacob van Gaasbeek behoort.
Anna is gehuwd met Willem, baron van Gent, uit welk huwelijk werd geboren:
Juffr. Mechteld van Gent tot Gent die, na opdracht van haar moeder met de Groenendael wordt beleend; 29 januari 1629.
Uit haar huwelijk met Jonker Louis van Renesse van Baer, heer van Blijdenborch en Waltgrave van Dalen zijn zes kinderen geboren die de Groenendael erven na de dood van hun moeder; 24 februari 1649.
Deze kinderen verkopen de hofstede aan Anthonius Bor.
De omschrijving luidt:
- Item de huijsinge, hofstede van Groenendael met die blaecke, bergen ende schaapsschot daer op staende, gelegen op Soesterengh die van outs in de houve van Groenendael gehoort heeft met eggen ende met eijnden..
- mitsgaders noch eenich allodiaal mede daeraen gebruijckt wordende gelegen aenden Engh, groot volgens de caerte daer van sijnde soo weij berch als bouwlant veertien mergen drie en dertich roeden sulckx in voegen 't selve bij Ruthger Aertsz gebruijckt wort..
De overdracht aan Anthonius Bor vond plaats voor de Leenhof van de Sint Paulus-abdij op 6 juni 1664.
Na de dood van zijn vader Anthonius Bor wordt Cornelis Bor met de Groenendaal beleend.
Hij verkoopt eerst 1/3 deel (in 1714) en vervolgens het overige 2/3 deel (in 1719) aan Hendrik Jacob Isaaks, die zich kennelijk sindsdien Groenendaal is gaan noemen.

De zoon van Hendrik Jacobse uit zijn eerste huwelijk
Uit het eerste huwelijk (met Cornelia Janse Post) is een zoon bekend:
Jacob Hendrikse, geb. Soest (R.K.) 1 oktober 1711, overl. voor 17 69 en gehuwd te Soest op 6 december 1740 met Sijmentje Aalten.
Bij zijn huwelijk wordt Jacob reeds "Groenendaal" genoemd. Aangezien zijn moeder (voor 1723) en zijn vader (voor 1731) zijn overleden wordt hij geassisteerd door zijn oom Dirk Peterse Bosch, de echtgenoot van Gijsbertje Janse Post, een zuster van Jacob's moeder.
Over de ouders van Sijmentje Aalten weten wij nog niets met zekerheid. Zij was bij haar huwelijk met Jacob weduwe van Jan Aalten, uit welk huwelijk twee kinderen zijn geboren.
Jacob Hendrikse Groenendaal, die schoenmaker was, en zijn vrouw Sijmentje Aalten dragen de Groenendaal over aan Maria Gijsbertse, de weduwe van zijn oom Isaac Jacobse; 1745.
Kennelijk hebben zij haar, met deze overdracht, willen steunen toen zij met vijf jonge kinderen achterbleef. Zo kwam de Groenendaal in de familie Stalenhoef; een zoon van Isaac Jacobse wordt in 1751 als gildelid vermeld als Gijsbert Isaakse Groenendaal.
Na het, waarschijnlijk kinderloos, overlijden van Jacob, (die schoenmaker was) hertrouwt Sijmentje in 1769 met de weduwnaar Teunis Evertsen Kolfschoten uit Eemnes.

De kinderen van Hendrik Jacobse uit zijn tweede huwelijk.
Uit het tweede huwelijk van Hendrik Jacobse met Geertje Lamberts zijn vier kinderen bekend:
- Lammert, ged. Soest 4 oktober 1724.
- Rickie (Rijkje), ged. Soest 17 oktober 1725.
- Lammert, ged. Soest 7 februari 1727 en
- Anna, ged. Soest ca. 1729-'32. De juiste datum is niet bekend door een hiaat in het R.K.-doopboek.
Wij zagen reeds dat hun moeder in 1732 hertrouwt en dan twee kinderen heeft. Aangezien de beide dochters huwen kan worden aangenomen dat de twee jongetjes met de naam Lammert jong zijn overleden.
Dit betekent dat ook deze tak reeds spoedig, zij het aleen in mannelijke lijn, is uitgestorven.
De beide meisjes hebben de familie wel in vrouwelijke lijn voortgezet.
Rijkje trouwt met Jan Gerritse Kok en Anna trouwt met Gijsbert Hannisse Hoefsloot.
Laatstgenoemd echtpaar behoort tot mijn voorouders.

Isaac Jacobse, de naamgever van de familie.
Na de twee broers Hendrik volgt nu hun broer Isaac Jacobse, geb. ca. 1665-'70, begraven 17 oktober 1744, Hij is tweemaal gehuwd geweest.
Eerst trouwt Isaac ca. 1700 met Maria Claasse Schouten, dochter van Claas Segerse Schouten en Oetje Wulphertse. Uit dit huwelijk is een dochter, Aleida, bekend, gedoopt te Soest op 23 september 1701. Vrijwel zeker is zij op jeugdige leeftijd overleden want in het testament van haar ouders (uit 1712) wordt zij niet genoemd.

Isaac Jacobse en het gilde.
Isack Jacobse betaalt ca. 1693-'94 als nieuwe gildebroeder ƒ 7-10-0. Zijn eerste huisvrouw "Mari je Claesen" betaalt haar emmer bier, evenals zijn tweede echtgenote Merritie Gisbers.
Op 29 september 1710 wordt Isaac Jacobsen gekozen als ouderman; deze functie had zijn broer Hendrik ook reeds vervuld.

De landerijen van Isaac Jacobse.
Omtrent het "grondbezit" dat Isaac Jacobse heeft bezeten is zoveel te vertellen dat hieraan in de toekomst mogelijk nog een afzonderlijk artikel zal worden gewijd.
Volstaan wordt met de mededeling dat hij o.a. de Gustalenhoef heeft gekocht (in 1722) en dat sindsdien de familie deze naam is gaan voeren. Alle dragers van de naam zijn nazaten van deze Isaac Jacobse.

Zijn tweede huwelijk en de kinderen daaruit.
Op 14 november 1723 trouwt Isaac Jacobse, als weduwnaar, met Marritje Gijsbertse (Bouter), dochter van Gijsbert Berendse (Bouter) en Petertje Hendrikse (Roeten).

Uit het tweede huwelijk zijn zeven kinderen bekend: [6]
1. Jacob, zijn afstammelingen woonden te Soest en Eemnes;
2. Petertje, waarschijnlijk op jeugdige leeftijd gestorven;
3. Gijsbert, de stamvader van de Eemnesser tak (waarvan ik een afstammeling ben) en later van de tak te Nederhorst den Berg;
4. Peter, wiens nakomelingen veelal in Soest bleven wonen ;
5. Hendrikus, eveneens met veel Soester nazaten;
6. Richardus, vrijwel zeker jong dan wel ongehuwd overleden en
7. Maria, tot haar nakomelingen behoort o.a. Hendrik van de Wetering, bisschop van Utrecht.
Om te voorkomen dat ons tijdschrift alleen gevuld wordt met "Stalenhoeven", zullen zij en hun nageslacht hier niet nader worden besproken. [7]

NOTEN
[1] Van Zoys tot Soest, zomer 1990, 11e jaargang, nr. 1.
[2]) De huwelijks- en doopdata zijn grotendeels ontleend aan eigen archiefonderzoek, doch mede aan de Eemlandse Klappers, delen 13 en 14.
[3] E. Heupers, De Gilden van Soest, waarin twee lijsten (1685 en 1696) van gildeleden zijn gepubliceerd.
[4] Andere gegevens omtrent de verhouding van leden van deze familie tot het Gaasbeeks-gilde zijn in 1984 verkregen van de heer Jo Hilhorst.
[5] De gegevens omtrent de diverse bezittingen zijn ontleend aan de archieven van de Sint Paulus-abdij en aan de rechterlijke archieven van Soest (beide in het Rijksarchief Utrecht). Met name ben ik dank verschuldigd aan Mevrouw J. van Kleinwee-van de Dijssel die mij op het spoor bracht van acten die ikzelf nog niet had gevonden.
[6] In het tijdschrift van de Historische Kring Eemnes, maart 1990, jrg. 12 nr. 1, blz. 22-49 wordt een groot aantal Eemnesser afstammelingen besproken.
[7] Voor een publicatie als deze gelden, gezien de plaatsruimte, beperkingen. In de collectie van de werkgroep Genealogie van onze vereniging bevinden zich uitgebreidere gegevens over de hier gepubliceerde personen en vele van hun nakomelingen.

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto