Straatpraat

Ton Hartman

Vanuit het gemeentehuis is aan de Historische Vereniging Soest/ Soesterberg gevraagd om mee te denken over nieuwe straatnamen die de komende tijd nodig zullen zijn. Maar om te kijken of een straatnaam past in een bepaalde wijk, is het wel nodig om te weten naar wie of wat een bepaalde straat, weg of laan is genoemd. Is het een lokaal bekend begrip of een landelijk thema? Zo past de Hartmanlaan (vernoemd naar een vroegere wethouder) niet echt tussen grote schrijvers als Van Lennep, Aagje Deken, Betje Wolf en Bilderdijk. In 1985 is het boekje "Soest — De straat waarin wij wonen" verschenen, waarin de toenmalig gemeentelijk voorlichter Ben van Os de plaatselijke informatie heeft verstrekt. Nog steeds kan dat boekje als basis gezien worden voor de informatie die nu op internet staat. U leest dit goed, want de informatie staat niet op de gemeentelijke website www.soest.n1 maar op een pagina van Wikipedia. Daar wordt Soesterberg als een aparte woonplaats behandeld, terwijl de straatnamen toch in het gemeentehuis van Soest benoemd worden.

De titel "Straatpraat" heeft u al eerder gelezen. Onder deze titel had Hans Kruiswijk een vaste rubriek in een Soesters nieuws- en advertentieblad. Hij beschreef daarin wetenswaardigheden over de weg, de laan, de naamgever, de gebouwen of over de bewoner(s). Deze artikelenreeks is gebundeld en uitgebracht als boekje dat nieuwe inwoners van Soest als welkomstgeschenk kregen en mogelijk nog krijgen. Aangezien Hans nog niet alle straten beschreven heeft en er over de beschreven objecten nog genoeg aanvullingen interessant zijn hier een vervolg.

Laan van Blussé van Oud Alblas
Deze weg in Soesterberg tussen de Amersfoortse straat en het Zeisterspoor heeft zijn naam gekregen bij raadsbesluit van 18 mei 1960.
De straat is vernoemd naarAdolphBlussé van Oud Alblas (1878-1958), luitenant-kolonel der Cavalerie. Hij was de eerste commandant van de School der Verlofsofficieren der Cavalerie. Hij heeft veertig jaar in Amersfoort gewoond en vele kontakten gelegd in de naaste omgeving. Tot zover de informatie in het bovengenoemde boek. Dankzij het Cavaleriemuseum in Amersfoort hebben we wat meer kennis weten te vergaren. Tijdens de Eerste Wereldoorlog en de daarbij behorende mobilisatie van het Nederlandse leger bleek er een tekort aan officieren en onderofficieren bij de Cavalerie. Er werd besloten tot oprichting van een school, aanvankelijk te Boxtel, maar al gauw verplaatst naar het terrein van de Prins Willem III kazerne te Amersfoort. De School Reserve Officieren Cavalerie (SROC) heeft bestaan tussen 1918 en 1995. Ritmeester Blussé van Oud Alblas was dus het eerste 'hoofd der school'. Het was een nogal markante persoonlijkheid, die soms controversieel te werk ging. Zo is de eerste foto in het gedenkboek een foto uit 1918 waarop 15 ruiters poedelnaakt op hun paard zitten in het Uddelermeer, waarbij het bijschrift luidt: "Ritmeester, er zitten dames aan de overkant". "Als ze bezwaren hebben vluchten ze wel weg en als ze blijven zitten vinden ze het nog fijn ook." Als er terugkijkend op de Tweede Wereldoorlog weleens geschreven wordt dat het Nederlandse leger niet echt voorbereid was op een echte vijand, dan wordt dit door een dergelijke foto wel bevestigd!

Kortom, een straatnaam waarvan je mag afvragen waarom die in Soest aan een laan gegeven is, het enige toepasselijke is dat het gebied gedomineerd wordt door militaire doeleinden en dat was de huzaar (soldaat of officier bij de Cavalerie)AdolphBlussé van Oud Alblas zeker wel.