Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Karakteristieke spreekwoorden en gezegde

Engelbert Heupers

Tot voor enige tijd was de dagelijkse omgangstaal het zogenaamde Soester dialect, dat buiten de scholen, overal werd gesproken, door die inwoners van Soest, die er geboren en getogen waren.
Degenen, die zich mettertijd in Soest vestigden, namen de taal niet over, hoewel ze die wel konden verstaan.
Door de boerenbevolking werden vele karakteristieke woorden en gezegden gebruikt, die voor Soest kenmerkend waren doch ook elders in ons land voorkwamen.
Wij laten een aantal van deze vaak zo kernachtige spreekwoorden en uitdrukkingen volgen; sommige in dialect, andere in het Algemeen Beschaafd Nederlands, omdat ze niet of zelden in het plaatselijk dialect werden weergegeven.
Het Soester dialect staat niet op zichzelf, maar behoort tot de spreektaal van oostelijk Utrecht en is nauw verwant aan het dialect, dat op de noord-west Veluwe wordt gesproken.

Het eerste spreekwoord is wel zeer kenmerkend voor Soest, omdat te Soest knollen verbouwd werden van uitzonderlijke kwaliteit. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat het spreekwoord elders niet bekend was.

Wie op tijd knollen wil eten, Mag Sint Laurens niet vergeten.
De knollen moesten op 10 augustus, de naamdag van St. Laurens worden gezaaid, wilde men een goede oogst hebben.

Als de zon schijnt en het onweert, Is er kermis in de hel.
Een gezegde, dat in de zomer nog wel eens viel te beluisteren, wanneer er een onweersbui losbarstte, terwijl de zon bleef schijnen.

Die jong is heel uut de schrang egreuid.
Dit werd nogal eens gezegd, wanneer een lange magere jongen voor zijn leeftijd veel te lang was.

'k Zal 't an de balk schrieve, of Zet het maor an de balk!
Dit wil zeggen: Ik zal het goed onthouden of je moet het maar goed onthouden. Het gebeurde dikwijls, dat men de datum wanneer een koe moest kalven op een balk op de deel schreef.

A' je raoit hoeveul kippies ik heb, dan krieg je ze alle zeuve!
Een grapje, dat nog wel een opgeld deed en aan kleine jongens, die graag alles wilden weten, verteld werd.

Ongs Lieve Heer oonder de aarm en de duvel an de poten.
Dit werd gezegd van schijnheiligen en bedriegers, die zondags met het kerkboek in de hand naar de kerk gingen, terwijl op hun handel en wandel in het dagelijks leven wel wat was aan te merken.

Er is meer een zak dichtgebonden, die niet vol was.
Dit wil zeggen: Er is niets meer.

A's 't maor achter op de deel blieft, a's maor niet veur komt.
Men kan nog beter ziekte hebben onder het vee, dat op de deel verblijf houdt, als bij de mensen, die aan de voorzijde van de boerderij wonen.

Neef en nicht vriejt licht.
Dit gezegde - elders ook wel bekend - was toepasselijk, wanneer neef en nicht met elkaar vrijden of gingen trouwen, waarvoor men weinig waardering had.

Steen, o steen, wanneer zal ik je alleen betreen!
Dit was de verzuchting van vele vrouwen, die zes weken na de bevalling weer voor het eerst hun kerkgang deden en al de zekerheid hadden, dat zij weer in verwachting waren.

A's de boekweit is an de band, dan is 't schoftied an kant.
Tijdens het oogsten van de boekweit hadden de boerenknechten een korte rustpauze en kan men een middagdutje doen. Wanneer de boekweitoogst binnen was, was dit welkome schaftuurtje voorbij.

Aandere luu sunt o ' It luu !
Andere mensen zijn ooit mensen. Hiermee wordt bedoeld: leven en laten leven, niet te veel met anderen bemoeien.

Waoter waor de enten de kont in wassen!
Dit fraaie werd wel eens gezegd, wanneer men slechte koffie kreeg te drinken. De eenden nemen het niet zo nauw en zwemmen ook wel in minder schoon water.

Hier slijt men brood aan iedereen, Die door Gods gunst, dit huis betreen.
Deze spreuk kwam in de vorige eeuw voor op een uithangbord van een bakkerswinkel in de Teutsteeg, de huidige Kleine Melmweg.

't Zunt maor minne Niekaarkse beestjes!
Deze karakteristieke uitdrukking was kenmerkend voor de Soester boeren, die er betere en meer doorvoede koeien op nahielden dan in de omtrek van Nijkerk, waar de koeien schraal en mager waren.

De duvel d'r uutjaoge, die d'r inne vleukt is!!!
Nog harder schreeuwen en te keer gaan tegen het werkvolk, dat naar de boer zijn zin niet hard genoeg werkt, maar daartoe moet worden aangezet.

En noeng vijf Wees Gegroetjes veur alle dooie in de laai.
In de lade van het kabinet of de tafel werden de bidprentjes bewaard van overleden familieleden, buren en kennissen. Deze werden in de dagelijkse gebeden bij velen herdacht. Soms vergat men er wel eens één of meerderen en dan wilde men het in één keer weer goed maken voor allemaal.

Heer ik weet, dat ik je bemin.
Ik neem een sprong
En spring er in.

Een wilde vesper, die wel eens werd gezegd voor het naar bed gaan.

Psalm viefe, vars zesse. 's Maargens uut de Biebel en 's aovonds uut de flesse.
Dit werd nog wel eens gezegd van een erg vroom bekend staande familie, die ijverig naar de kerk ging en in de bijbel las, maar ook niet afkerig was van een slok uit de fles. Vooral katholieke boeren lieten zich over deze, in hun ogen, kleine en meestal protestante boeren, minder vleiend uit. Vandaar deze schampere uitdrukking. De veenboertjes waren bij de grote boeren weinig in aanzien en telden niet mee.

De veenboertjes waren protestant en kwamen nauwelijks in aanraking met de eigenlijke grote Soester boeren, die rooms-katholiek waren. Zij werden door hen geduld, maar meer ook niet.

A's de zicht gaot deur 't koren, het de koekoek z'n stem verloren.
De zomer is voorbij, het oogsten is begonnen. Men hoort de koekoek in alle vroegte zijn naam niet meer roepen.

Een goede paap (d.i. priester) schenkt zichzelf het eerst in.
Dit wordt wel gezegd, wanneer iemand zichzelf het eerst en het meest bedenkt.

't Wiegestro hangt hem nog achter z'n ore.
Hij is nog te jong om met ouderen mee te praten. Ik leen hem liever m'n kaarkboek dan ming geld. Dat wil zeggen, dat je hem niet zo gauw moet lenen, want je kunt lang wachten voordat je je geld terug krijgt.

Op Soest wonen twee boeren,
De één zoek ik en de andere kan ik niet vinden.

Een nog wel eens gedane uitlating van boerenknechten, die het met hun boer, bij wie ze werkten, niet konden vinden. Met andere woorden: Er zijn geen goede boeren, zij zijn allemaal gierig en "bar zuunig".

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto