Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Middelen van bestaan in Soest IV

door wijlen ds J.J. Bos

Bakkers
Reeds waren, op 12 Januari 1577, bij "Placaat van den "Stadhouder, Praesident en Raden 's Konings in den Hove "van Utrecht", aangewezen "verscheyde Middelen en Impositien door de Staten van denselven Lande opgestelt", en was daarin, onder meer, bepaald, dat men als belasting betalen moest: `op elcke mudde Weyts, dat in het Land van Utrecht gemaalen wort, twee stuyvers; van Rogge en Boeckweyt, het mud, eene stuyver; Garst en Mout, het mud twee stuyvers; Haver, het mud een halve stuyver." (Groot Utr. Plac.boek. II. bl. 629).

Het schijnt dat men, vele jaren later, tot de ontdekking kwam, van bedriegerijen, waaraan bakkers langs de rivier de Eem zich schuldig maakten, ten nadeele der Pachters van den Impost op het Gemaal, en alzoo tot schade ook van de Generale Middelen der Provincie. Immers, dit is op te maken uit het volgende stuk:
"Op de Requeste van de Backers en de Pachters van het "Gemaal over Amersfoort, en de Vrijheijd van dien is geappoincteert. De Staten van den Lande van Utrecht gesien hebbende het advis van de Heeren Gecommitteerden ter Kamere van Finantie, interdiceren, bij provisie, den backer aan de Eembrugge, en allen anderen langs de riviere de Eem, tot aan Amersfoort, eenig brood of meel te backen, om te verkoopen, op poene van het verbreeken van de ovens, ende een boete van twee hondert gulden; en permitteren de supplianten dit Appoinctement aan de geenen, die daar mogten woonen, te doen insinueren, en 't selve ´t doen drucken, om op de voorsz. plaatsen te worden geaffigeert. Gedaan t' Utrecht desen 6 Augusti 1709. Onder stond: ter Ordonnantie als boven was geteeckent, P. Voet van Winsfen." (Groot Utr. Plac.boek. II. 744).
In verband met het bovenstaande,volgt hier nog het verhaal van den hoogbejaarden landbouwer Aalbert Kuyer, mij gedaan omstreeks het jaar 1902.
Hij was geboren, en opgevoed, op de boerderij genaamd Krachtwijk, over de Eem, dus onder Hoogland, maar vlak tegenover de Kleine Melm. In de nabijheid zijner woning stond, in zijne jeugd, een korenmolen, die later wel afgebroken is, maar de weg naar die plaats toe, thans weiland, heet nog altijd "de molenweg".

In die dagen dan woonde in het huis, genaamd "De Kleine Melm", een gezin, waarvan het hoofd gewoonlijk Dirk Bakker genoemd werd, naar zijn bedrijf, maar die eigenlijk Dirk Timmer heette. Deze bakker liet zijn koren malen, of kocht zijn meel, op den Hooglandschen molen, bakte in zijn eigen huis brood daarvan, en verkocht dat aan voorbijvarende schippers, die het medenamen, misschien ook wel naar Amersfoort, maar stellig het meest naar Amsterdam. Déâr was de Belasting op het Gemaal zeker veel hooger dan te Hoogland of te Soest, zoodat die schippers, op deze wijze, hun eigen gezin, en misschien ook wel de gezinnen van vele anderen in de hoofdstad, zeer bevoordeelden, maar tot schade van Amsterdam. De bakker is echter door dezen handel niet rijk geworden; hij kon slechts met hulp van de Diaconie zijn levenseind bereiken. Dat hij op de Kleine Melm gewoond had, en daar het bakkers-bedrijf had uitgeoefend, heeft de man mij, niet lang nà 1847, zelf verhaald; ook zag ik de baktrog nog in zijne woning op de Bunt, doch nu dienst doende als kleerkast; en op de Kleine Melm was, en is misschien nog, de bakkers-oven, maar die toen tot andere doeleinden werd gebruikt.

In de rekening der Commissie van Weldadigheid te Soest, over het jaar 1818, welke te vinden is in het Grootboek dier Commissie, leest men, in het Hoofdstuk "Wijn en Verkwikking", dat het brood geleverd is "door de vier bakkers dezer Gemeente". Het is echter niet waarschijnlijk, dat, al waren er toen ter tijd lang niet zooveel als thans, er maar vier bakkers in heel Soest waren; men zal wellicht de kleintjes, of hen die achteraf, op Hees, of te Soesterberg, woonden, maar niet mede geteld hebben; en alléén langs den hoofdweg door de Gemeente, kan het getal juist geweest zijn. Nà dien tijd is de bevolking echter zeer toegenomen, en in evenredigheid daarmede is het aantal bakkerijen vermeerderd. Het Adresboek van Amersfoort, Baarn, en Soest, over 1891, noemt er 24 op, en nà dat jaar is dit cijfer zeker nog verhoogd. Zelfs kwam er een, in 1888, die zich banketbakker en confiseur noemde, namelijk W. Schoppenhaver, die het echter, naar ik meen, niet lang volhield; en iets later nog een ander, H. van Thienen, opgevolgd door van Angeren, doch deze beiden waren eigenlijk broodbakkers, die zich ook banketbakkers noemden.

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto