Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Soester schoon bedreigd

Joh. Hepp

Uit "De Wandelaar" 7de jaargang Herfst 1935

Het nieuwe uitbreidingsplan voor de gemeente Soest, dat straks zonder verzet dreigt te worden aangenomen, omdat de doorsnee-inwoner van Soest (maar vooral zij die op bestuurszaken invloed hebben) tamelijk onverschillig is voor de belangen van dorps- en natuurschoon, is zóó geraffineerd opgesteld, dat ook de argelooze natuurschoonliefhebber iedere argwaan aanstonds voelt zakken.
Dit plan immers wordt onder de leus van de uiterste bescherming van het natuurschoon aangediend; een inleiding van de toelichtende beschrijving tracht den indruk te wekken, of dit nieuwe plan speciaal is ontworpen om het natuurschoon voor vernietiging en verminking te bewaren.
Wie dit plan evenwel wat kritisch bekijkt, moet tot de conclusie komen öf dat hier een vos is, die de passie preekt en dat al dit mooi gepraat over natuurschoonbescherming slechts een middel is om de aandacht van het eigen vandalenwerk af te leiden, öf dat men inderdaad, om welke motieven dan ook, getracht heeft met den factor van de natuurschoonbescherming rekening te houden, maar dat men daarbij door gebrek aan inzicht en bekwaamheid volkomen te kort is geschoten. Omdat het eerste het ergste zou zijn, willen we het laatste aannemen. De wijze, waarop volgens dit plan - zonder éénige noodzaak - alle mogelijke gedeelten van het Soester gemeentegebied tegelijkertijd "ontsloten" worden (de noodzakelijkheid daartoe zou misschien pas over 50 of meer jaren kunnen ontstaan), is meer dan ergerlijk. De mooiste natuurplekken van Soest, als Paltz, bosschen aan weerszijden van den Soesterbergschen straatweg ca., streek tusschen Soestduinen en de Vlasakkers, worden hierdoor voor beschouwing geopend en daarmee aan de rassche vernieling prijsgegeven. Vier huizen aan het Paltzer Berkenlaantje, en dit heerlijke plekje is onherroepelijk bedorven en vernield. Het quasi-edele gebaar van de 50 M. breede, onbebouwde openingen tusschen de bebouwingen is gewoon belachelijk: de natuur blijft er evenzeer bedorven door, alleen de "laan", "allee" of "weg" wordt misschien wat chiquer!!
Begrijpen zij, die zich aan dit plan hebben schuldig gemaakt, dan nog niet, hoe broodnoodig, vooral in het oorspronkelijk zoo met natuurschoon gezegende, steeds meer met villadorpen en -wijken volgebouwde centrum des lands, gebieden zijn, waar bebouwing zoo lang mogelijk wordt tegengegaan? Moet dan aan den mensch alle mogelijkheid tot verfrisschend, rustgevend verblijf in een brok ongerepte natuur (de natuur is immers de verjongingsbron van den mensch!) ontnomen worden? Begrijpen deze heeren dan niet, dat juist in hardnekkig verzet tegen bebouwing van dergelijk terrein een toekomstbelang van Soest ligt?
Ongeschonden natuurschoon wordt immers rondom steeds zeldzamer en daarom voor een gemeente uit zuiver materieel oogpunt reeds een steeds waardevoller bezit. Laat men toch niet de onherstelbare domheid begaan, de kip met de gouden eieren te slachten. Zoo is er in dit plan zooveel, dat getuigt van kortzichtigheid en halfslachtigheid. Het is niet mijn bedoeling op al deze dingen in te gaan. Alleen over één punt meen ik niet te mogen zwijgen, omdat daardoor het dorp Soest in het hart wordt aangetast. Eigenlijk is het al symptomatisch, dat het spreken over het "dorp" Soest wat belachelijk aandoet.
Soest vertoont immers volstrekt niet het beeld van een samenhangend, goed gevoegd, organisch gegroeid dorp, maar wel van een nietszeggende, zinlooze huizen-verzameling oftewel gemeente, door de vreemde automobilisten de "lintworm" genoemd.
Evenmin als er hier van eenige dorpsgemeenschap sprake is. De laatste vijftig jaar is er aan het dorp Soest verschrikkelijk en onherstelbaar gezondigd. Soest wàs immers wel een dorp, en zelfs een prachtig, karakteristiek dorp. Maar een bandelooze, aan persoonlijk belang en speculanten overgelaten bebouwing heeft Soest gemaakt tot een villa-verzameling, die zich in niets, ook niet in eentonigheid, onderscheidt van zoovele andere villa-verzamelingen (gemeenten) in ons land, en al het eigene en daarmee juist het bekoorlijke, verloren heeft. Men kan jaren in Soest gewoond hebben, voor men eigenlijk het dorp ontdekt. En velen ontdekken het nooit.
En nu willen de heeren van het nieuwe uitbreidingsplan aan deze vernietiging van het dorp Soest de laatste hand leggen. Hun vergrijp is des te erger, omdat, in tegenstelling tot vroeger, thans systematisch de uitbreiding der gemeente geregeld wordt en van tallooze zijden op het sparen van dorps- en natuurschoon de aandacht wordt gevestigd. Maar deze heeren, die den vorm en het uiterlijk van Soest voor de eerstvolgende eeuwen willen bepalen, hebben zich niet de moeite gegeven het wezen en den opbouw van Soest te bestudeeren. Dat zoo iets in onzen tijd nog mogelijk is, is gewoonweg treurig.
Hadden zij het oorspronkelijk karakter van Soest werkelijk bestudeerd, dan zouden zij getracht hebben in het nieuwe uitbreidingsplan daarvan te redden, wat er nog te redden valt. Zulks hebben zij niet gedaan. Intengedeel! !

Op school hebben we allen wel geleerd van de mooie, merkwaardige esch-dorpen in het Oosten van ons land, met name in Drenthe. Welnu, ook ons dorp Soest is zulk een esch-dorp en in aanleg nog wel een buitengewoon mooi eschdorp. En dat zulk een eschdorp zoover naar het Westen, midden in 't land, voorkomt, maakt het dubbel merkwaardig, 't Eigenlijke dorp Soest (tusschen Bunt en Soestdijk) ligt met zijn langgerekten Brink met mooie boerderijen zoo karakteristiek tusschen den hoogen bouwgrond, onze onvergelijkelijke Eng (elders "esch" genoemd), en de wijde vlakke maten. Aan de voorzijde hadden de boerderijen het uitzicht over het bouwland, aan de achterzijde hebben zij het grootendeels nog over de weiden. En mooi voerde het gemeenschappelijke Kerkpad van alle hofsteden naar de kerk. In lateren tijd is de rijksstraatweg, "den nieuwen straatweg naar Amersfoort", zooals die nog op kaarten uit de laatste jaren van de vorige eeuw wordt aangeduid, dit typische dorpsbeeld onherstelbaar komen vernielen: met één slag was er een afscheiding gekomen tusschen de boerderijen en hun bouwland en de roekelooze, dichte bebouwing, die daarop al spoedig volgde, maakte die scheiding steeds absoluter, zoodat er thans nog maar één of twee plekken over zijn, waar men van den Eng een doorkijk heeft over Kerkpad en Brink naar de maten (maar ook daar staan dreigend de borden "Te koop"!) En ook het Kerkpad wordt in snel tempo door een onverantwoordelijk dichte bebouwing grondig bedorven. Naar den Engkant is dus het oude dorpsbeeld danig vernield, al zou een doelbewust gemeentebestuur hier nog veel kunnen redden.
Erg veel uitzicht is daarop evenwel niet. Want wat staat er volgens het uitbreidingsplan te gebeuren?
Juist dàt gedeelte van Soest, dat nog het meest zijn oude typische karakter bewaard heeft en waarover elke vreemdeling, die het leert kennen, róépt, de prachtige Brink, het (vergeten) hart van Soest, zal door een verbinding met den Rijksstraatweg in de Birkt voor het autosnelverkeer worden geopend!! !
Daarmee wordt de genadeslag toegebracht aan ons rijkste dorpsbezit. Want we behoeven ons geen illusies te maken: als de Brinkweg verkeersader wordt, volgen de grondspeculatie en negotie met hun gevolgen (drukkere villabebouwing, café's, tankplaatsen, enz.), binnenkort met misschien ook de (met de eischen van het verkeer gemotiveerde) verwijdering van de karakteristieke boombeplanting; nog afgezien daarvan, dat het typisch-landelijk-rustige voor goed verdwenen zal zijn.
Daar komt nog bij, dat ook het prachtige open uitzicht over de polders en Eem, dat men bij de Groote Kerk heeft, aan den verbindingsweg ten offer zal vallen. Deze weg maakt het immers waarschijnlijk, dat het afgesneden driehoekje, een prachtig, hooggelegen stuk bouwland, voor landbouwgebruik minder practisch wordt en daarvoor verkaveld, zoodat ook het prachtige dorpsbeeld, dat men van het Klooster op Soest heeft, door een aantal villa's dreigt te worden bedorven. Wat er ook gebeuren moge, deze schending van het laatste typische dorpsschoon en dorpsleven (want de Brink kent nog werkelijk dorpsleven) móét worden voorkomen. Dat is niet alleen een plicht tegenover een stuk nationaal bezit (de Brink en het verlengde daarvan is een monument!), maar tevens een eisch uit het oogpunt van vreemdelingenverkeer. Een villaverzameling, zooals die overal elders te vinden is, kan de menschen niet naar Soest lokken en ertoe bewegen om telkens weer terug te komen, om van dat "echte Soestersche" te genieten, maar dat kan alleen een dorp, dat een eigen karakter heeft. En dat eigen karakter is nog niet heelemaal vernietigd.
Laten we dan toch met de grootste zorg bewaren, wat we nog hebben.

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto