Wat men in één zin kan zeggen

Redactie

In 1766 transporteren Schout en Schepenen van Soest "ses dammaete weij en hooijland". De tekst van de overeenkomst bestaat uit één zin, hieronder afgedrukt. Van de officiële acte, die 26 cm breed is hebben wij een verkleining hierbij afgedrukt, doch alleen met een vergrootglas kunt u het mogelijk ontcijferen.

Wij, Mr. Cornells Pannekoek, Schout, Rutgerus de Beer en Anthony Teunisse van Logtesteyn Schepenen van Soest, doen cond, dat voor ons in 't Geregte gekoomen en gecompareert is Wilhelmus Schimmel bode dezes Geregts, als speciale gemagde van Härmen Gerritse Pas, soo voor hem selve en als man en voogt van zijn Huijsvrouw Evertje van Altena daar hij ter deezer tijd blijkende geboorte bij heeft, van Tijtje van Altena meerderjarige jonge Dogter, van Cornells van Altena soo voor hem selve en als man en voogt van zijn Huijsvr. Dirkje Bolmans daar hij mede blijkende geboorte bij heeft, van Johannes Queringester soo voor hem selve, en als man en voogt van zijn Huijsvrouw Jannetje van Altena daer hij Insgelijk blijkende geboorte bij heeft, van Geurt van Altena soo voor hem selve, en als man en voogt van zijn Huijsvrouw Jannetje Kooij daar hij al mede blijkende geboorte bij heeft, en van de selve Härmen Gerritze Pas en Jacob Fluijt in qualité als voogden over den nog minderjarige Maas van Altena ten deeze door den Ed. Hove van Utregt in dato den 19 April 1766 geauthoriseert, volgens procuratie geinseveert in de plublique Coopconditie in dato den 8 May 1766 voor den Nots. Wilhemus Gualterus van Veerssen en sekere getuijgen tot Soest gepasseert, de welke verklaarde in die qualiteyt te cederen en transporteren aan en ten behoeve van Gijsbert Jansen sekere ses dammaete weij en hooijland gelegen in de slaag onder deze Geregte, op de dijkskaarte getekend No. 6 24, daar ten oosten en suijden de Erven van Juffvr. Muijlwijk, ten westen Willem Peterse en ten Noorden Bart van de Maat naast gelegen zijn en dat met sodanig regt, geregtigheijd vrijdomme en servituijten als 't selve van ouds hebbende is en gedoogen moet, belovende daarop deeze Transporten te sullen vrijen en waren als Erfcoopsregt en in den landen van Utregt gebruijkelijk is, bekennende van de Cooppenns ter somme van negen hondert en seventig Gulden voldaan en betaalt te zijn versoekende dat zijn ppaelen van 't getransporteerde mogen worden onterft en onteijgent en in den inhoude dezer gecondemneert, en den Exceplant daarinne geerft en geijgent, 't welke bij deeze geschiet is nadat ons alvooren gebleeken was dat den 40 penn's met de l*s persento op den 16 Junij 1766 aan H.v. Goudoever betaalt en den 21 dito ter secretarije van Amersfoort geregistreerd te zijn, 't welke aldus passeerde in Soest op den 28 July 1766.

In kennisse van mij secrett.
W. v. Veerssen 1766