Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Drie generaties (hoef-)smid aan de Kerkstraat; deel 1

Henk Valkenet i.s.m. Rene van Hal

Vervolg artikel: deel 2 (VZTS winter 2020)

DEEL 1
Wanneer je vanuit de kerkebuurt over de Kerkstraat in zuidelijke richting rijdt, dan zie je bij de kruising Kerkstraat / Torenstraat (bij de rode pijl op de luchtfoto) dit beeld:

Links van het witte huis loopt de Veldweg, rechts van het huis met de lichte stenen loopt nu een 'doodlopende weg' / parkeerplaats bij Practicum Print 2Management BV.
Voorheen liep hier ook een Veldweg; op de luchtfoto in geel aangegeven. Beide Veldwegen leidden naar de spoorlijn en kwamen aan de overkant van het spoor bij elkaar. Op deze manier
ontstond als het ware een 'eiland'. Met een beetje fantasie zou je dit "Valkenet-eiland" kunnen noemen.
Op de luchtfoto hieronder is dat eiland groen omkaderd. In de tekst hierna wordt op een aantal plaatsen verwezen naar de nummering van de vijf panden die zijn aangeduid met de nummers 1 t/m 5.

Hier hebben drie generaties Valkenet gewoond en gewerkt als smid: Toon, Driekus en Cor Valkenet. In een artikel in twee delen besteden we aandacht aan deze handwerkslieden. In deel 1 komen Toon en Driekus Valkenet aan bod.

Toon Valkenet
Cornelis Anthonie [Toon] Valkenet, de overgrootvader van auteur Henk Valkenet, is geboren te Soest op 3 december 1846 [1] als veertiende en voorlaatste kind van timmerman Bernardus Valkenet en zijn (tweede) vrouw Clara de Kruijf, met wie hij samen vijf kinderen heeft.

Toon groeit op aan Dorpsvoetpad 8 in Soest, nu Kerkpad NZ 41. Als 17-jarige gaat hij in 1864 als smidsknecht naar Eemnes. Daar begint zijn smeden-opleiding. Hij woont nog in Eemnes en werkt als smid wanneer hij een oproep voor de Nationale Militie ontvangt. Hij krijgt vrijstelling wegens broederdienst. Op 1 mei 1865 komt hij als smidsknecht van Eemnes naar Soest om een jaar later naar Bussum te gaan.

Op de foto uit 1913 ziet hij er uit als een man met een stevig postuur. Het is in elk geval niet iemand die met zich laat sollen. Op de avond van 6 december 1869, hij woont dan in Hilversum, heeft hij kennelijk ruzie met een zekere Tijmen Ros. De ruzie loopt blijkbaar uit de hand, want twee dagen later maakt de rijksveldwachter aldaar een proces verbaal op. Op 28 maart 1970 moet Toon zich bij de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam verantwoorden: hem wordt het moedwillig slaan en verwonden van de eiser ten laste gelegd. De rechtbank oordeelt echter dat het niet wettig en overtuigend is bewezen en spreekt Toon op 6 april 1870 vrij.[2]

Op 8 september 1870 wordt hij opgenomen in het Binnengasthuis te Amsterdam op de afdeling mannen verbandelingen. Hij verblijft hier 18 dagen. Hij heeft een zogenaamd buurtbiljet 1907 [3] meegekregen. Hij woont op dat moment aan de Dijkenstraat 0 96 te Amsterdam en is smid van beroep.

Zo'n tweeëneenhalf jaar later, op 3 februari 1873 staat Toon ingeschreven als personeelslid bij HIJSM, de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (ook wel HSM genoemd). Hij werkt als vuurwerker (smid) tegen 1,60 per dag![4] Hij woont dan in Haarlem.

Daar worden op 13 en 20 april 1873 de verplichte aankondigingen van zijn voorgenomen huwelijk gepubliceerd.
Op 26 april 1873 trouwt hij te Soest [5] met Alida van der Wardt (geb. Soest 8 maart 1843, overleden aldaar 3 maart 1919). Alida is de dochter van de Soester schoenmaker / landbouwer Hendrik van der Wardt en Barbara de Bruin.
In Haarlem wordt hun eerste kind geboren; Clara Barbara [Clara] (1874- 1941) komt op 10 maart 1874 in de Molensteeg 376 [6] ter wereld.

Op 29 oktober 1874 wordt hij aangesteld als bankwerker bij de rijtuigen. Op (?)4 november 1874 als rijt.[uig]smid (te) Hilversum ter beproeving ad. 5 1,50 per dag. Na vier maanden zit zijn proeftijd er op en krijgt hij een vaste aanstelling: per (?) 2 maart 1875 aangesteld als rijt. [uig]smid te Hilversum. In diezelfde maand krijgt hij een straf opgelegd: "Met één dag wegens willekeurige handeling". Er staat niet bij welke handeling dat is.

Het tweede kind, Barbara Clara [Barbara] (1875-1944) wordt geboren te Hilversum op 2 december 1875 [7] in huis 338. Op 30 januari 1876 wordt hij eervol ontslagen op eigen verzoek. Hij verhuist namelijk naar zijn geboorteplaats en vestigt zich met zijn gezin op 24 februari 1876 als smid opBunt B71a. Daar wordt het derde kind uit het huwelijk geboren: Hendrikus Bernardus op 1 januari 1878. Hij overlijdt een half jaar later.

Het vierde kind, zoon Hendrikus Cornelis [Driekus] [8] wordt geboren op 15 maart 1879 in het huis in de Kerkebuurt wijk B. Op 1 september 1881 tenslotte wordt daar ook het laatste kind uit het huwelijk met Alida geboren: Johanna Hendrika [Jo].[9]

De woning waar deze kinderen zijn geboren wordt later aangeduid met nummer B 21; die plaats is nu Kerkstraat 28 (voor de omnum-mering in 1955 was het Kerkstraat 14). Op de kadastrale kaart van 1832 is dat gebied nog een perceel landbouwgrond in eigendom van de weduwe van Cors van Stoutenburg.[10] Wellicht heeft Toon dat gebied destijds gekocht om daar zijn woning en smederij op te zetten.

De woning zal een voorganger zijn geweest van het huis dat met nummer 1 op de luchtfoto staat aangeduid; dat pand dateert van 1928 [11] Op de kaarten hierboven (Bron: topotijdreis.nl) staat de woning aangegeven. Voor 1890 staat het huis niet op de kaart, al moet gezegd dat de kaart 'achter de waarheid aanloopt'. Het huis kan dus wel degelijk door Toon zijn gebouwd; al zijn daar (op dit moment) geen bewijzen voor.

Er staat ook een boerenschuur op het terrein, ongeveer op de plaats aangeduid met nummer 2. Daarin houdt Toon enkele koeien "ter ontspanning" [12] Die laat hij 's zomers weiden op het land van Jan van Laar aan de Melm. Dat kost niets want in ruil daarvoor ontvangt Jan gratis middageten van Toon. 's Winters staan de koeien op stal. Die staat vlak achter zijn woonhuis.

In de nacht van 7 op 8 januari 1910 brandt die schuur af. De woning kan door de brandweer worden gespaard.

Toon blijkt een gewetensvol man te zijn en neemt de opvoeding van zijn kinderen serieus. De volgende anekdote in de familiegeschiedenis gaat over een voorval aan het begin van de 20 eeuw. Wanneer zoon Driekus, al ruim 30 jaar oud, eens met vriend en zwager Hendrik Luijf (uit Eemnes) naar Amsterdam reist om uit te gaan, moeten ze tevoren zeggen waar ze heen gaan. Eenmaal in Amsterdam blijkt dat Toon hen is nagereisd: "Ik wou weten of je er wel was". Driekus is hierover zeer ontdaan; hij dacht dat er thuis iets ernstigs was gebeurd.

We gaan nu over naar de tweede smid ter plaatse: Driekus Valkenet.
Maar zijn vader Toon komt nog wel een aantal keren ter sprake.

Driekus Valkenet
Zoals gemeld wordt Hendrikus Cornelis [Driekus] geboren op 15 maart 1879 in het huis in de Kerkebuurt wijk B.
Hij doorloopt de lagere school en werkt vanaf circa 1891 in de smederij van zijn vader. Als er weinig te smeden valt, moet Driekus ook werken in de boerderij, maar daar heeft hij eigenlijk een broertje dood aan.
Toon doet dat boerenwerk meer voor de ontspanning. De voornaamste bezigheid is het beslaan van paarden. Hij rekent .f 1,20 voor twee uur werk. Driekus zal dat tarief al snel verhogen tot ,f 1,60.

In december 1906 wordt hij aangesteld als assistent-werkmeester bij de Vrijwillige Brandweer van Soest. Hoe lang hij die functie bekleedt is niet bekend.
In 1912 neemt Driekus de zaak van zijn vader over. De boerderijactiviteiten van zijn vader ruimt hij snel op. Hij heeft daar helemaal niets mee, zoals blijkt uit een interview met de Soester Courant (zie noot 12).
Wel houdt hij nog enkele varkens in een varkenskot achter de smederij. In 1915 treedt hij in het huwelijk met Martha van den Breemer (1891- 1950; dochter van Peter van den Breemer en achterklein-dochter van de oorspronkelijke eigenaar van het perceel waar de smederij is gevestigd Cors van Stoutenburg).

Toon woont dan in bij zijn zoon en heeft daar een kamer op de begane grond. Volgens andere verhalen in de familie bewoont hij het naastgelegen huis aan de Torenstraat 24. Dat wordt echter niet bevestigd door Soester adresboeken uit die tijd. Volgens adresboek Soest 1924 woont Toon, (toen zonder beroep), op adres Kerkstraat 14 evenals HC Valkenet, smid.[13] Op Torenstraat 24 woont tussen 1924 en 1930 ene W. Logger, een koopman in schoensmeer. We gaan er derhalve vanuit dat hij inwoonde bij zijn zoon en schoondochter. Zij is het die hem tot aan zijn overlijden in 1926 verzorgd aan zijn open benen (vermoedelijk is dit de aandoening ulcus cruris venosum). Kleinzoon Cor Valkenet (1917-2003) noemt dit in een interview uit 2000.[14] Hij spreekt over `olifantsbenen'; en die blijken te stinken. Zijn moeder Martha van den Breemer maakte die toen schoon.
Kleinzoon Hennie (1920-1999) weet zich nog te herinneren dat zijn opa graag drop lustte. Hij kocht staafjes keiharde laurierdrop. Met een mes mochten de kleinzoons de staafjes in stukken duwen. De dropsplinters mochten zij dan opeten; de grote stukken bewaarde hij en at die zelf of deelde ze uit.
Naast dit familiaire gedrag heeft Toon ook zijn nukken. Als het niet gaat zoals hij wil, kan hij zich dagenlang hullen in stug stilzwijgen (Deze karaktereigenschap is blijkbaar erfelijk ...), tot zijn vrouw zegt: "Is het nou nog niet afgelopen, Toon".
Een andere herinnering is het sinterklaasfeest. Op 5 december bracht de Sint de cadeautjes in de kamer van Toon. Daar werden ze uitgestald op een met wit laken gedekte tafel. Was alles klaar, dan tikte Toon met zijn stok tegen het plafond: "Kom maar, want hij is geweest".

Het echtpaar Driekus en Martha krijgt tussen 1917 en 1923 vier kinderen, alle zoons en allen geboren op Kerkstraat 14. De jongste sterft binnen 3 1/2 maand.

Zowel Driekus als zijn vrouw Martha zijn lid van het Groot Gaesbeecker Gilde (Sint Agathagilde). In 1921 zijn Driekus en zijn vrouw nieuwe ingangers in het Kleine of Sint Annagilde: ze staan ingeschreven als Hendrikus Valkenet Corneluszoon en Marta van den Breemer Petersdochter. In 1927 staat Henderikus Valkenet Corneluszoon op de lijst van "mannen die er half in zijn" (= zij hebben van het totale inschrijfgeld van 6 gulden en 18 stuivers pas 5 gulden betaald. Ook in 1948 staan Driekus en zijn vrouw op de lijst van gildeleden.

Driekus is duidelijk een serieus man. Hij is niet de man van uitgaan. Aan feesten met een serieuze ondertoon, zoals op Koninginnedag van 31 augustus 1910, doet hij wel mee. Op de welbekende foto van Soesters met een versierde fiets ("Soest vooruit") [15] staat hij bij de fiets met de 

Toon overlijdt te Soest op 17 maart 1926. Alida is al eerder, op 3 maart 1919, overleden.

Het echtpaar Driekus en Martha krijgt tussen 1917 en 1923 vier kinderen, alle zoons en allen geboren op Kerkstraat 14. De jongste sterft binnen 3 1/2maand.

Zowel Driekus als zijn vrouw Martha zijn lid van het Groot Gaesbeecker Gilde (Sint Agathagilde). In 1921 zijn Driekus en zijn vrouw nieuwe ingangers in het Kleine of Sint Annagilde: ze staan ingeschreven als Hendrikus Valkenet Corneluszoon en Marta van den Breemer Petersdochter. In 1927 staat Henderikus Valkenet Corneluszoon op de lijst van "mannen die er half in zijn" (= zij hebben van het totale inschrijfgeld van 6 gulden en 18 stuivers pas 5 gulden betaald. Ook in 1948 staan Driekus en zijn vrouw op de lijst van gildeleden.

Driekus is duidelijk een serieus man. Hij is niet de man van uitgaan. Aan feesten met een serieuze ondertoon, zoals op Koninginnedag van 31 augustus 1910, doet hij wel mee. Op de welbekende foto van Soesters met een versierde fiets ("Soest vooruit")' staat hij bij de fiets met de letter i. Martha daarentegen is wel in voor uitgaan en feestvieren. Zij onderneemt een reis naar Hongarije om het Eucharistisch Congres in Budapest dat wordt gehouden van 23 t/m 29 mei 1938. Ook is zij secretaresse van de Missienaaikring. En ze maakt een bedevaart naar Kevelaar.
Driekus stelt zich in 1935 kandidaat van de RK Kiesvereniging bij de gemeenteraadsverkiezingen. Hij krijgt vijf stemmen. Als eind 1938 raadslid H. van Klooster bedankt, volgt Driekus hem op als volgende op de lijst. Hij blijft in de gemeenteraad tot de volgende verkiezingen in augustus 1939.
Met zo'n druk leven is het niet eenvoudig drie kinderen om je heen te hebben. De jongens hebben hun lagere schoolperiode doorgebracht op het Instituut Huize Ruwenberg in St. Michielsgestel, een jongensinternaat van de Fraters van Tilburg. Alleen in de zomervakantie kwamen ze naar huis.

Na afloop van de Eerste Wereldoorlog zijn meer dan 150 000 kinderen uit Oostenrijk en Hongarije in ons la nd opgevangen door pleegouders. De Oostenrijkse kinderen waren ondervoed en sterk verzwakt. In het gezin van Driekus en Martha is Johanna Doskocil, dochter van een Weense apotheker opgevangen en ook een Hongaars meisje, genaamd Caroline is als pleegkind in huis geweest.
Er is nog een korte brief uit 1921 van Johanna bewaard gebleven. Het is niet vreemd dat de inhoud voornamelijk gaat over gezondheid. Ze informeert naar die van Uya (ze bedoelt Opa Toon). In maart 1932 wordt een onderzoek gedaan naar het eigendom van de Veldweg gelegen tussen de spoorbaan Baarn-Utrecht en de Kerkstraat. In de gemeenteraadsvergadering van 8 april 1932 wordt dit als ingekomen stuk 405 besproken. C.A. Valkenet (dat zou Toon moeten zijn, maar die is al in 1926 overleden) heeft ter plaatse een bordje "eigen weg" neergezet. Maar dat blijkt niet te kloppen volgens de gegevens van het kadaster: het stuk Veldweg is onbetwistbaar eigendom van de gemeente.[16]

In januari 1924 verzoekt hij de gemeenteraad van Soest om hem toe te staan twee elektromotoren in de smederij te mogen plaatsen. De hinderwetvergunning wordt op 8 maart van dat jaar afgegeven.[17] 

In 1935 voegt Driekus aan de smederij een winkelgedeelte toe, waar haarden, kachels, ijzerwaren en huishoudelijke artikelen worden verkocht. Aannemer B. Druijff zorgt voor de verbouwing en W. Huurdeman verzorgt het schilderwerk. Op 31 augustus 1935 vindt de opening plaats. Op 23 augustus staat de aankondiging van opening vermeld in de Soester Courant. Driekus laat bij Coerdès te Baarn ansichtkaarten drukken waarop de nieuwe zaak staat afgebeeld. Een soortgelijke foto uit 1935 staat op de website van de Historische Vereniging Soest/ Soesterberg.[18]


De ansichtkaart uit 1935 van het woonhuis (nr. 1) met de winkel. Uiterst rechts staat de woning aan de Torenstraat 24 (nr. 4) Rechts naast de winkel is een gedeelte van de uitbouw (nr. 3) te zien

Naast vakkundig hoefsmid is Driekus ook vaardig in het maken van siersmeedwerk.
In mei 1938 is in De Soester [19] het bericht te lezen over een "een bijzonder prachtig kachelscherm (...) voorstellende de Heilige St. Michaël. Er werd ruim 100 uur aan gearbeid. De heer Valkenet doet zijn titel "Meester Smid" dan ook alle eer aan.
Tot 3 mei is dit prachtige stuk bij hem te bezichtigen. Daarna is het verkocht naar elders. "Gelukkig hebben we nog een foto van het scherm":

Driekus is lid van het Smedengilde van St. Eloy, de smedenbond in de provincie Utrecht. Omstreeks het eind van de dertiger jaren van de vorige eeuw vraagt hij om een onderhoud bij de geestelijk adviseur van de bond, de bisschop van Utrecht. Er is blijkbaar een kwestie die hem na aan het hart ligt. Wat er op dat moment speelt is mij niet bekend. Hij reist af naar Utrecht en vraagt om belet. Hem wordt gevraagd in de wachtkamer plaats te nemen, in afwachting van de komst van de bisschop. Maar die krijgt hij nooit te zien of te spreken. Op enig moment is hij het wachten beu en vertrekt. Hij is echter zo ontstemd over deze handelswijze, dat hij ook vertrekt uit de Utrechtse bond. Hij sluit zich aan bij de r.-k. smedenbond van de provincie Noord-Brabant.
Langs die weg heeft hij contact met zijn collega uit Sint-Oedenrode. Door die contacten maakt hij kennis met de familie Van Mensvoort uit Sint-Oedenrode, waar zijn latere schoondochter [Jo van Mensvoort, in oktober 1950 getrouwd met zoon Hennie) uit voorkomt.
In januari van dat jaar komt zijn vrouw Martha met kanker op bed te liggen. Ze had nog graag een reis naar Rome willen maken, maar dat is er niet meer van gekomen. Als de hulp in de huishouding ziek wordt, neemt Jo vanaf juli de zorg over. Martha overlijdt op 31 augustus 1950 na een doodsstrijd van drie dagen.
In de volgende uitgave VZTS komen in het tweede en laatste deel Cor Valkenet (en ook nog zijn vader Driekus) ter sprake. Ook lezen we meer over de andere panden die op het terrein staan.

Bronnen
Naast de hieronder genoemde bronnen is gebruik gemaakt van gegevens die (in het verleden en recent) zijn verstrekt door Jo Valkenet-van Mensvoort, gegevens van de website hvsoest.nl en het persoonlijk archief van Henk Valkenet. De afbeeldingen zijn afkomstig uit dat archief, tenzij anders vermeld.

[1] Het Utrechts Archief (HUA), Soest BS, a-481, i-684-18, akte 68 d.d. 18461203
[2] NHA, t-198, i-86, correctionele vonnissen, vonnis 236
[3] Stadsarchief Amsterdam (SAA), a-5268 patiëntenregisters. Tot in de 20ste heeft Amsterdam te maken gehad met verschillende buurtindelingen. Aan het hoofd van deze buurten stond een buurtmeester. Voor de burgers van Amsterdam was de opname in de gemeentelijke gasthuizen in veel gevallen gratis. Voor patiënten die van buiten Amsterdam kwamen, gold dat niet. Amsterdammers konden hun inschrijving in de gemeente bewijzen met een biljet van de buurtmeester en aldus gratis worden opgenomen in het gasthuis.
[4] HUA > onderzoek> hulp bij onderzoek> personen> personeelsregisters voorgangers Nederlandse spoorwegen > V zoek: Valkenet > Stamboek personeel 2e afdeeling Beweging en Werkplaats aangelegen op 1 januari 1869; T-920, i-31, pag. 251 scan 52 van 204
[5] HUA, Soest BS a-481, i-936-23, akte 5
[6] Genver >NH> Haarlem> BS > film 107166368, geb 1874), image 108 van 681; akte 269 d.d. 1870311
[7] Genver >NH> Hilversum> BS > film 6585315, geb. 1869-1876), scan van image 568 van 681, akte 288 d.d. 18751202
[8] HUA, Soest BS a-481, i-87-02, akte 25 d.d. 18790315
[9] HUA, Soest BS, a-481, i-87-04, akte 91 d.d. 18810901
[10] http://www.hisgis.nVhisgis/gewesten/utrecht/atlas_utrecht-1/Project
[11] Woningrapport van het kadaster.
[12] De Oude Garde, H.C. Valkenet, een interview met Driekus Valkenet ter gelegenheid van zijn 80e verjaardag in: Soester Courant d.d. 19590410 pagina 6.
[13] Website hvsoest.nl > bronnen> Historisch onderzoek> adresboek 1924
[14] Website hvsoest.nl > historie > mondelinge geschiedenis > Interview van Henk Kruiswijk met Cor Valkenet op 20001116
[15] E. Heupers, Kent u ze nog ... de Soestenaren, Zaltbommel 1972, foto 52.
[16] https://archiefeemland.courant.nu/issue/NotulenBenW/1932-01-01/edition/ null/page/195?query=Valkenet&page=2&sort=relevance alsook pagina 196
[17] Archief Eemland > historische kranten> Soester Courant d.d. 19240301 pag. 3 en 19240308 pag. 1
[18] Website hvsoest.nl > verdwenen Soest > 2020 > winkel in haarden en kachels Kerkstraat (gepubliceerd 15-04-2020)
[19] https://archiefeemland.courant.nu/issue/DeSoester/1938-05-04/edition/null/ page/1?query=

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto