mr. E.P. Stekelenburg [1]
Op 10 november 1945 besloot de gemeenteraad van Soest om de Verlengde Postweg in Soesterberg om te dopen in Generaal Winkelmanstraat.2De man naar wie de straat werd vernoemd, generaal Henri Gerard Winkelman, was op dat moment inwoner van de gemeente Soest en genoot landelijke bekendheid als oudopperbevelhebber van de Krijgsmacht. Hij voerde het bevel over de Nederlandse strijdkrachten tijdens de Duitse aanval op 10 mei 1940 en hij tekende op 15 mei 1940 de capitulatie.
Winkelman en Soesterberg
Op de dag dat de straat naar hem vernoemd werd woonde Winkelman al ruim elf jaar in Soesterberg. Hij was er in 1934 komen wonen om er van zijn pensioen te genieten. De woning die hij liet bouwen werd ten tijde van de bouw omschreven als 'een ruime villa net buiten Soesterberg te midden van dennenbossen en heide [2]. Winkelman was een natuurliefhebber en een liefhebber van honden, beide hobby's kon hij in en rond Soesterberg naar hartenlust uitoefenen. De villa waar het om gaat staat er vandaag de dag nog steeds. Het gaat om de Amersfoortsestraat 71B, tegenover de Du Moulinkazerne. De generaal heeft er gewoond tot zijn dood. Na zijn overlijden in 1952 is zijn vrouw er blijven wonen.
Toen hem op 1 mei 1934 eervol ontslag uit de militaire dienst werd verleend, was generaal Winkelman allesbehalve een bekende . Nederlander. Als de Tweede Wereldoorlog niet was uitgebroken dan was dat vrijwel zeker zo gebleven. Begin 1934 was hij 57 jaar oud en had hij nog twee jaar kunnen dienen. Maar toen dat jaar de functie van chef van de Generale Staf (toen de hoogste post binnen de Koninklijke Landmacht) vrijkwam, werd niet Winkelman benoemd, maar de bijna drie jaar jongere I.H. (Izaak) Reynders. Teleurgesteld ging Winkelman, na een militaire carrière van ruim veertig jaar, met vervroegd pensioen. Zijn ontslag was dan wel eervol, vrijwillig was het niet. Zijn dochter Anneke vertelde aan biograafTeovan Middelkoop, hierover: 'Het was een zware slag voor vader toen op zekere dag totaal onverwacht een brief kwam, waarin hem (het sloeg als een bom in) in overweging gegeven werd ontslag uit militaire dienst te vragen. Dat heeft hij geweigerd, men moest hem dus het ontslag ongevraagd verlenen: [3]
Een militaire carrière: van cadet tot luitenant-generaal b.d.
Henri Gerard Winkelman werd op 17 augustus 1876 geboren in het centrum van Maastricht. Hij was de jongste uit een protestants gezin van vijf. Zijn vader, Julius Hendrik Winkelman, had een succesvolle carrière als administratief en belastingambtenaar. Toen Henri 7 jaar oud was verhuisde het gezin naar Den Haag omdat de vader ging werken bij het Ministerie van Financiën. Het geslacht Winkelman kwam van oorsprong uit Zeeland en Gelderland. De familie van moederskant, Braams, had banden met het beroemde geslacht Hooft uit Amsterdam. Een oom, Henri F.D. Braams, had de generaalsrang bereikt, omstreeks 1900 was hij generaal-majoor en inspecteur van de Cavalerie. Met een vader als rijksambtenaar en een oom als generaal was het niet verwonderlijk dat Henri al op vroege leeftijd koos voor een militaire loopbaan.
Als kind is Henri geen gemakkelijke jongen: 'een lastige knaap', die voor zijn HBS-opleiding (hij kan wel goed leren) naar een internaat moet. Na de HBS gaat hij als zestienjarige naar de KMA in Breda. Als cadet neemt hij volop deel aan sociale- en sportieve activiteiten: hij is koperblazer bij de muziekvereniging, is lid van de Revolverschietvereniging en hij schermt. Dit laatste niet onverdienstelijk want hij brengt het tot scherminstructeur. Netvoor zijn twintigste jaar vindt zijn promotie tot beroepsofficier plaats en wordt hij geplaatst bij het Wapen der Infanterie in Leiden. Later komt hij bij het Regiment Grenadiers en Jagers in Den Haag. Daar in Den Haag treedt hij in 1902 in het huwelijk met de uit Goedereede afkomstige Arendina Jacomina Coerts. Tussen 1903 en 1911 worden vier kinderen geboren.
Carrière maken in het Nederlandse leger van die tijd is een kwestie van lange adem. Vooral het doorlopen van de lagere officiersrangen gaat tergend langzaam. De eerste zestien jaar is Winkelman luitenant, daarna tien jaar lang kapitein. Drie jaar later, in 1923, wordt hij majoor en volgen de promoties elkaar sneller op: tussen 1926 en 1931 gaat het van luitenant-kolonel naar generaal-majoor. Hij dient gedurende zijn loopbaan op vele plekken. Tijdensde mobilisatie van '14-18 onder andere aan de grens in Noord-Brabant. Omdat hij de Hogere Krijgsschool doorloopt, maakt hij ook carrière bij de Generale Staf van het Ministerie van Oorlog. Hij geldt als een getalenteerd organisator ondermeer op logistiek gebied. Daardoor komt hij in aanmerking voor een hoger commando. Maar de functie van chef van de Generale Staf gaat, zoals we al zagen, aan zijn neus voorbij. Izaak Reynders werd gezien als de betere strateeg.
Hoe ziet Winkelmans privéleven eruit? Naast zijn militaire werk is Winkelman een echte familieman. Hij steekt liever de voeten thuis onder de tafel dan dat hij in de sociëteit zit. Al zijn vrije tijd gaat naar het gezin. Hij is geen prater en komt voor buitenstaanders wat stug over. Voor zijn kinderen is hij streng, maar ook hartelijk. Er wordt veel ondernomen, vooral tijdens vakanties. Het gezin behoort in de jaren '20 tot de eersten die gaan kamperen. Ook gaat het gezin regelmatig zeilen. Later in zijn carrière kan Winkelman zich wat luxe veroorloven. Als generaal behoort hij tot de hogere burgerij. Eind jaren twintig wordt er een auto gekocht, een Ford. In 1933 maakt het gezin een rondreis door Duitsland, Oostenrijk, Italië en Frankrijk.
Naast goede tij den zijn er ook slechte. Een zware slag treft het gezin in januari 1931 als de jongste zoon Eduard zich op negentienjarige leeftijd van het leven berooft. Het komt voor de ouders als een donderslag bij heldere hemel. Achteraf constateren studievrienden van de knul dat er wel signalen van depressiviteit waren. Ook een verbroken vriendschap met een meisje speelt een rol. Een arts spreekt van een 'zielsziekte'. Hoe dan ook, het gezin wordt erdoor getekend. Winkelman is een generaal die weet hoe het is om een zoon te verliezen. Niet op het slagveld weliswaar, maar toch...
Een tweede militaire carrière: Opperbevelhebber Land- en Zeestrijdkrachten (OLZ)
Na zijn pensionering in 1934 blijft Winkelman wel maatschappelijk actief. Zo is hij lid van de Defensie Commissie Bezwaarschriften en wordt hij, in de tweede helft van de jaren '30, adviseur bij het Philipsconcern. In samenwerking met de Philipsdirectie ontwikkelt hij evacuatieplannen. Bij een eventuele Duitse inval is het de bedoeling dat een deel van de productie vanuit Eindhoven wordt overgebracht naar het westen van het land. [4] Inmiddels neemt in Europa de oorlogsdreiging toe. Als Hitler op 1 september 1939 Polen binnenvalt en Engeland en Frankrijk twee dagen daarna aan Duitsland de oorlog verklaren, is het Nederlandse leger al gemobiliseerd. Ook generaal Winkelman wordt als reservist opgeroepen voor actieve dienst. Per 1 november 1939 wordt hij benoemd tot Commandant van de Luchtvaartkring Utrecht Soesterberg. Luchtvaartkringen waren opgezet rond de grote steden voor het organiseren van de luchtafweer. De inmiddels 63-jarige reservegeneraal pakt deze voor hem nieuwe taak energiek op.
Ondertussen ontwikkelt zich tijdens de mobilisatie een conflict tussen de Minister van Defensie, Adriaan Dijxhoorn en de Opperbevelhebber Land- en Zeemacht (OLZ) Izaak Reynders; de man die in plaats van Winkelman was benoemd tot chef van de Generale Staf. Het botert niet tussen de minister en de opperbevelhebber en ook bij koningin Wilhelmina is Reynders niet populair. Dijxhoorn en Reynders kunnen het niet eens worden over de staatsrechtelijke status van de OLZ, de bevoegdheden van het militair gezag en over het te voeren krijgsbeleid. Wat niet helpt, is dat er sprake is van een onverenigbaarheid van karakters. Uiteindelijk leidt dit, begin februari 1940, tot het ontslag van generaal Reynders. Winkelman wordt benaderd en krijgt, na een goed gesprek met Dijxhoorn, de functie van Reynders aangeboden. Hij vraagt één nacht bedenktijd. De dag erop maakt hij aan de minister zijn besluit kenbaar: `Ik accepteer het!' Op 6 februari 1940 wordt hij benoemd. Tegenover de pers verklaart hij: `(...) de opdracht die mij gegeven is, is moeilijk, maar wij zijn soldaat en dan doe je je plicht!'.
Na zijn benoeming neemt Winkelman zijn intrek in het Algemeen Hoofdkwartier aan het Lange Voorhout 7 in het hartje van Den Haag. Hij huurt een vrijstaand huis in Wassenaar aan de Schouwweg 59. Ook zijn vrouw komt over. De villa in Soesterberg komt tijdelijk leeg te staan. Om zich te oriënteren op zijn taak als opperbevelhebber begint Winkelman direct aan een reeks inspectietochten. Die vinden plaats tijdens de koudste winter sinds 1845. 'Over beijzelde wegen en in dichte sneeuwbuien trok de legerstaf van stelling naar stelling, waar de besprekingen meestal in de open lucht plaatsvonden. Winkelman liet geen enkel tijdverlies toe: schaften gebeurde "ergens in het veld" en duurde vaak niet langer dan twintig minuten. Ook werden de stellingen vanuit de lucht per vliegtuig verkend.[5] Binnen zes weken ontwikkelt hij, samen met zijn chef-staf Herman van Voorst tot Voorst een nieuwe strategie. De nadruk komt daarin nog meer te liggen op de concentratie van krachten in 'het hart des lands' [6]. De Grebbelinie in plaats van de Nieuwe Hollandse Waterlinie wordt aangewezen als de stelling waar de vijand moet worden gestopt. De Peel-Raamstelling in Noord-Brabant blijft bezet, maar zal bij een aanval niet hardnekkig worden verdedigd.
Winkelman werkt hard om de verdediging op orde te krijgen. Hij legt in het geheim contacten met collega-militairen in Frankrijk en België en treft extra maatregelen na de Duitse invasie van het neutrale Denemarken en Noorwegen op 9 april 1940. Op 19 april wordt de Staat van Beleg afgekondigd voor heel het land, nu pas kan effectief worden opgetreden tegen spionage. Winkelman laat 21 verdachte personen arresteren: achttien nazi-sympathisanten (waaronder NSB-parlementslid Rost van Tonningen) en drie communisten. In tegenstelling tot Reynders geniet Winkelman het volle vertrouwen van de regering. Hij krijgt daardoor meer vrijheid van handelen dan Reynders ooit had.
De meidagen van 1940
Begin mei neemt de oorlogsdreiging nog verder toe. Op dinsdag 7 mei worden alle verloven ingetrokken. De militair attaché in Berlijn, majoor Sas, waarschuwt voor een op handen zijnde aanval. Bij de grens worden verhoogde Duitse militaire activiteiten waargenomen. Op de avond van donderdag 9 mei 1940 gaat er vanuit het Algemeen Hoofdkwartier om 20:45 uur een alarmtelex uit naar de troepen in het veld met: 'Van de grens komen zeer verontrustende berichten, weest dus zeer op uw hoede.' Tweeënhalf uur later, om 23:15 uur, worden de troepen bij de vliegvelden en in het oosten in de hoogste staat van paraatheid gebracht. Alle versperringen aan de grens worden gesloten, er wordt een begin gemaakt met het uitvoeren van vernielingen ten oosten van deIjsselen Maas. Vooral uit dit laatste blijkt wel dat er bij Winkelman geen twijfel meer is over het doorgaan van de aanval. Na zijn laatste instructies te hebben gegeven verlaat hij rond middernacht zijn hoofdkwartier met de woorden: 'Nu kunnen de heren komen, wij hebben er alles aan gedaan wat wij kunnen. Ik ga naar huis om een paar uur slaap te pakken. [7] Door zijn vaste chauffeur, korporaal Henk van der Pol, wordt hij in zijn stafauto naar de Schouwweg in Wassenaar gebracht, een afstand van dertien kilometer. De chauffeur wordt die nacht elders in Wassenaar ingekwartierd.[8] De opperbevelhebber is bereikbaar via een telefoon naast zijn bed, hij beschikt niet over een lijfwacht of een escorte.
In de vroege ochtend van vrijdag 10 mei 1940 wordt Winkelman gewekt door het lawaai van luchtafweer en besluit hij zo snel mogelijk naar Den Haag terug te keren. Omdat zijn chauffeur nog niet komt opdagen lift hij mee met een buurman. Onderweg vliegen Duitse vliegtuigen laag over. Desondanks komt Winkelman behouden aan bij het Algemeen Hoofdkwartier. Al snel tekent zich een alarmerend beeld af. In het oosten overschrijdt de Wehrmacht de grens en in het westen worden Nederlandse vliegvelden en kazernes gebombardeerd door de Luftwaffe. Kort na de bombardementen worden er parachutisten gedropt bij Den Haag, Rotterdam, Dordrecht en de Moerdijkbruggen. Nog geen uur later komen transportvliegtuigen met nog meer troepen aanzetten om de vliegvelden bij Den Haag (Ypenburg, Valkenburg en Ockenburg) en bij Rotterdam (Waalhaven) te bezetten. Zowel aan de oostgrens als in het westen bij de vliegvelden en de bruggen ontstaan felle gevechten. Vooral de massale luchtlandingen zijn een grote verassing. Winkelman moet snel schakelen. Hij haalt reserves uit de Grebbelinie om de parachutisten te kunnen bestrijden. Aan het eind van de dag is de Duitse poging om Den Haag in te nemen afgeslagen, maar zijn de bruggen bij Rotterdam, Dordrecht en de Moerdijk nog vast in Duitse handen. De Vesting Holland dreigt van binnenuit 'gekraakt' te worden.
Vanuit zijn hoofdkwartier aan het Lange Voorhout voert Winkelman de strijd met wisselend succes. Hij houdt zijn hoofd koel en probeert te doen wat hij kan. Maar door de luchtlandingen is de hele verdediging ontwricht en op de vierde dag, maandag 13 mei 1940, is het hem duidelijk dat de strijd niet lang meer zal duren. Een Duitse pantserdivisie is via Brabant en de Moerdijkbruggen aangekomen bij Dordrecht en op weg naar Rotterdam. De opperbevelhebber dringt er bij koningin en regering op aan om het land verlaten, zelf wil hij doorvechten. Zijn advies wordt opgevolgd en nog diezelfde dag verlaten zowel koningin Wilhelmina als later ook de Regering via Hoek van Holland op Engelse torpedobootjagers Ik het land. Voordat de regering vertrekt krijgt Winkelman nog een instructie mee. Deze luidt: 'om de verdediging voort te zetten, maar niet nodeloos offers te brengen'. Een vaag tweezijdig mandaat dus, eigenlijk een blanco volmacht.
De strijd gaat ondertussen door. Het wordt dinsdag 14 mei 1940. Winkelman weet het nog niet, maar de dag waarvan hij later zal zeggen dat het de zwaarste dag van zijn leven was, is aangebroken.
Op de Grebbeberg is het Veldleger verslagen en heeft zich teruggetrokken op de Nieuwe Hollandse Waterlinie bij Utrecht. Bij Rotterdam maken de Duitsers zich op om de Maas over te steken. De plaatselijke Duitse Commandant, Generalleutnant der Panzertruppen Schmidt, gaat onderhandelingen aan met de plaatselijke Nederlandse commandant, kolonel Scharroo. De Duitsers dreigen met een bombardement. Scharroo gaat daar niet direct op in en de onderhandelingen worden voortgezet. Nog voordat die zijn afgerond vindt er om 13.20 uur een kort maar hevig bombardement op de Rotterdamse binnenstad plaats. Negentig Heinkel bommenwerpers werpen 97 ton aan brisantbommen af. Door het bombardement en de branden die ontstaan wordt het hele stadscentrum verwoest. Rotterdam geeft zich over. Ondertussen wordt ook de capitulatie van Utrecht door de Duitsers geëist; ook ditrttaal onder bedreiging van een bombardement.
Wat moet Winkelman doen? Is het moment om niet langer 'nodeloos offers te brengen' aangebroken? De opperbevelhebber overlegt met zijn staf en met de Commandant Veklleger baron J.J.G. van Voorst tot Voorst. Door de overgave van Rotterdam wordt het veldleger in de rug bedreigd. De burgerbevolking van Utrecht is niet geëvacueerd en staat aan een bombardementsdreiging bloot. Winkelman besluit te capituleren, verdere offers acht hij onverantwoord. Even voor 17.00 uur gaan telexberichten uit naar de legeronderdelen; het vuren wordt gestaakt. Via een radiozender wordt de overgave aan de Duitse legerleiding bekendgemaakt. Meteen nadat het leger de wapens heeft neergelegd rukken Duitse troepen op om de rest van de Randstad te bezetten. Winkelman krijgt van de Duitsers opdracht om de volgende dag aanwezig te zijn bij het bespreken van de voorwaarden waaronder de officiële capitulatie moet plaatsvinden.
Capitulatie in Rijsoord en de eerste weken van de bezetting
Op woensdagochtend 15 mei 1940 vertrekt Winkelman in zijn met een witte vlag uitgeruste Buick Limited stafauto uit Den Haag. Met een Duitse escorte voorop rijden ze via het verwoeste Rotterdam naar het Zuid-Hollandse dorpje Rij soord. Daar, in de Christelijke lagere School aan de Rijksstraatweg, beginnen rond 9.00 uur de capitulatiebesprekingen.[9] Alles bij elkaar duurt de ceremonie nog geen uur. Van Duitse zijde worden de besprekingen gevoerd door de commandant van het Duitse 18e leger, Generalder Artillerie Georg von KUchler. Zijn superieur Generaloberst FedorVon Bock (Legergroep B) is te laat en komt pas aan als de hele ceremonie alweer voorbij is. Door de Duitse Propagandadienst wordt er druk gefotografeerd en gefilmd. Winkelman zal in de herinnering van velen vooral geassocieerd blijven met de weinig eervolle taak die hij hier moet vervullen: de overgave van het leger. Nederland capituleert niet als land. Winkelman maakt het de Duitse onderhandelaars duidelijk dat het slechts een wapenstilstand betreft: `... wij sluiten geen vrede, wij zetten de oorlog voort'. Ook geldt de capitulatie niet voor de provincie Zeeland, omdat de Nederlandse troepen daar vechten onder Frans bevel. De ongeveer 280.000 militairen die zich wel overgeven worden krijgsgevangen gemaakt. Slechts een klein deel daarvan, ongeveer 22.000 man, wordt tijdelijk naar Duitsland afgevoerd. De rest moet zich melden in de kazernes en wordt in de loop van juni en juli gedemobiliseerd. Het beroepspersoneel, 2.000 officieren en 12.400 onderofficieren, moeten op 14 juni 1940 een erewoordverklaring tekenen. Als ze dat niet doen worden ze alsnog als naar Duitsland afgevoerd. Het merendeel tekent, slechts zeventig, waaronder de belangrijkste opperofficieren, niet.
Na de capitulatie, komt Nederland eerst onder Duits militair gezag en vanaf 29 mei 1940 onder Duits civiel gezag: Seyss-Inquart. De Duitsers zitten met Winkelman in de maag. Sinds het vertrek van de regering vallen de secretarissen-generaal van de ministeries onder zijn gezag. Als zodanig staat hij aan het hoofd van het wettige Nederlandse bestuur en fungeert als een soort onderkoning van het Nederlandse volk. De Duitsers willen graag samenwerken met het Nederlandse bestuur, zij het wel op hun voorwaarden. Bij diverse kwesties, zoals over de inzet van de Nederlandse industrie voor Duitse wapenproductie, vinden ze echter Winkelman op hun pad. Hij toont zich onbuigzaam en is 'wars van alle serviliteit' jegens de Duitsers.
In zijn rol komt verandering op de eerste dag dat een lid van het naar Engeland gevluchte Koninklijk Huis jarig wordt. Op zaterdag 29 juni 1940 wordt prins Bernhard (1911-2004) 29 jaar. Op die dag vindt er voor het eerst een soort publiekelijke verzetsdaad plaats: een spontane demonstratie van een deel van de Nederlandse bevolking tegen de Duitse bezetter. De Nederlandse vlag verschijnt, mensen steken een witte anjer in hun knoopsgat. De dag staat sindsdien bekend als Anjerdag. Bij paleizen en monumenten van de Oranjes worden bloemen gelegd. In paleis Noordeinde wordt een felicitatieregister geopend dat ieder kan komen tekenen. Ook generaal Winkelman komt tekenen. Groot is het enthousiasme van de toegestroomde menigte. Een fanfare speelt het Wilhelmus. Dit alles gaat de Duitsers te ver. Op maandag 1 juli wordt Winkelman gearresteerd en op 2 juli volgt afvoer als krijgsgevangene naar Duistland. De burgemeester van Den Haag, Salomon de Monchy, wordt ontslagen.
Krijgsgevangenschap en pensioen
De komende vijf oorlogsjaren zal Winkelman doorbrengen in krijgsgevangenschap. Het grootste deel van de tijd brengt hij door in Offiziersiager (0flag) IV-B Koningstein in Saksen. Naast de Nederlandse legertop zitten er ook veel Franse en Poolse generaals gevangen. Met de Franse generaals wordt het militaire debacle van 1940 geëvalueerd. Winkelman kan het vooral goed vinden met de Polen. Van hen krijgt hij beschikking over een moestuin 'zodat ik weer wat in de grond kan krabbelen', zoals hij naar zijn familie schreef. De generaals worden over het algemeen goed behandeld. Ze hoeven geen dwangarbeid te verrichten en mogen corresponderen met de familie. Dit laatste uiteraard wel gecensureerd. Naarmate de oorlog vordert maakt Winkelman zich meer zorgen om zijn familie. Zoon Jules en dochter Charlotte wonen met hun kinderen in NederlandsIndië en worden door de Japanners geïnterneerd. Dochter Anneke en zijn vrouw wonen nog in Soesterberg. Ze lopen gevaar door geallieerde bombardementen op vliegveld Soesterberg en de Du Moulinkazerne. Op een gegeven moment raakt de villa zodanig beschadigd dat die moet worden verlaten. Winkelman's vrouw en dochter worden opgevangen door de tuinman van de familie, Aalt van der Pol. Hij neemt ze voor de rest van de oorlog op in zijn huis in het veiligere Nijkerkerveen. Op 8 mei 1945 worden Winkélman en zijn medegeneraals bevrijdt door de Russen. Reeds op 13 mei arriveren ze via België op Hollandse bodem. Na een korte ceremonie in Zundert reist Winkelman door naar Nijkerkerveen. Voor Winkelman zit de oorlog erop. Een halfjaar later keert het gezin terug naar de villa in Soesterberg.
Op 1 oktober 1945 krijgt generaal Winkelman eervol ontslag en gaat hij voor de tweede maal met pensioen, ditmaal voorgoed. Het jaar erop ontvangt hij uit handen van Koningin Wilhelmina een hoge onderscheiding: het Grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw. In zijn vrije tijd zet hij zich in voor het Comité Handhaving Rijkseenheid, een actiegroep die zich inzet voor het behoud van Nederlands-Indië. In 1948 verschijnt Winkelman voor de Parlementaire Enquêtecommissie die onderzoek doet naar het regeringsbeleid in de Tweede Wereldoorlog. Ook het krijgsbeleid in de periode 1939-1940 krijgt de aandacht. Daarbij wordt zelfs ingegaan op detailkwesties zoals of Winkelman niet een te groot risico nam toen hij op de avond voor de Duitse inval besloot thuis te gaan slapen. Uiteindelijk oordeelt de Enquêtecommissie niet ongunstig over het beleid van de voormalige opperbevelhebber. Winkelman kiest ervoor om geen memoires te schrijven. Hij gaat liever wandelen met zijn hond dan dat hij achter een bureau zit: 'Schrijven ligt mij niet, ik voel meer voor de natuur.' Op 27 december 1952 overlijdt hij op 76-jarige leeftijd in Soesterberg.
Na zijn overlijden vervaagt de herinnering aan de generaal snel. Nederland richt zijn blik op de toekomst, de wederopbouw van het land. Winkelman is nooit een nationale figuur geworden. Zijn naam blijft nauw verbonden aan de falende strijd tegen de Duitse aanvaller. Hij wordt zo hier en daar wel geëerd: getuige de straatnaamgeving in Soesterberg of een bescheiden bronzen beeld dat nu in Rijsoord staat. In 1973 wordt de legerplaats Nunspeet omgedoopt tot 'Generaal Winkelmankazerne'. [10] In 2002 verschijnt er een biografie over hem.[11] Uit de biografie komt Winkelman naar voren als een rustige, maar sterke persoonlijkheid. Niet als een generaal met imponerende militair-strategische prestaties. Wel als iemand die heeft laten zien dat hij in tijden van crises kalm, moedig en vastberaden kon acteren. Daarnaast was hij loyaal, kon hij goed omgaan met ondergeschikten en was hij een bescheiden man. Hij liep zelden rond met onderscheidingen op zijn uniform en trad niet vaak op de voorgrond. Dit laatste is wellicht ook een van de redenen voor het feit dat zijn naam tegenwoordig nog slechts bij weinigen bekend in de oren klinkt. Hoe het ook zij, in Soesterberg leeft hij in ieder geval voort in de naam van de naar hem genoemde straat: de Generaal Winkelmanstraat.
NOTEN:
[1] Erik Stekelenburg (1962), hield op 9 april 2019 een lezing over Generaal Winkelman tijdens de Algemene Ledenvergadering van de Historische Vereniging Soest/Soesterberg. Naast zijn werk als jurist bij een kleine gemeentelijke organisatie in Twente, doet hij onderzoek naar de Meidagen van 1940. Hij schrijft een boek over de mislukte Duitse luchtmobiele overval op Den Haag.
[2] Behalve in Soesterberg zijn er Generaal Winkelmanstraten in Bergen op Zoom, Eindhoven en Tilburg. Aerdenhout en Wassenaar hebben een Generaal Winkelmanlaan. Naast straten en lanen is er ook een kazerne die de naam van de generaal draagt. In 1973 werd de legerplaats Nunspeet omgedoopt tot 'Generaal Winkelmankazerne'. Toen de kazerne in werd 2007 gesloten is de naam is overgegaan naar de kazerne bij legerplaats Harskamp.
[3] Zie p41, Generaal H.G. Winkelman Standvastig Strijder (1876-1952), Teo van Middelkoop, Uitgeverij Aprilis, Zaltbommel, 2006. Het overgrote deel van de informatie voor dit artikel komt uit deze, zeer leesbare, biografie. Andere bronnen waaruit is geput zijn: Mei 1940 De strijd op Nederlands grondgebied, H. Amersfoort en P Kamphuis (red.), Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2012; en: Biografisch Woordenboek van Nederland; en: https://nl.wikipedia.org/wiki/ Henri_Winkelman (laatst bewerkt op 28-10-2018). Daarnaast heeft HVS-lid Jan de Mos informatie aangedragen over het raadsbesluit van 10 november 1945 en over woon- en verblijfplaatsen van de generaal en zijn gezin.
[4] Zie hierover (in meer detail) een interessant artikel van dhr. A.M.A. Goossens: http://www.zuidfront-holland1940.nl/index.php?page=de-philips-geheimen
[5] p98, Generaal H.G. Winkelman Standvastig Strijder (1876-1952), Teo van Middelkoop
[6] Bedoeld wordt hiermee: de vier grote steden, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. De stelling om die steden te beschermen omvatte grofweg de provincies Noord- en Zuid-Holland en Utrecht en stond bekend als de Vesting Holland.
[7] p177, Generaal H.G. Winkelman Standvastig Strijder (1876-1952), Teovan Middelkoop
[8] zie o.a.: https://www.bartvanderpol.nl/de-historie/
[9] n de school is tegenwoordig een museum annex planetarium gevestigd waarin o.a. het klassenlokaal waar de capitulatiebespreking is plaatsvond is ingericht naar hoe het er toen uitzag (zie: www.museumschool.nl)
[10] De kazerne in Nunspeet is in 2001 gesloten. De naam is daarna overgegaan naar de kazerne bij Schietkamp De Harskamp.
[11] Een generaal doet zijn plicht - Generaal H.G. Winkelman zijn leven en betekenis als militair (1876-1952)door Teovan Middelkoop, Uitgeverij Europese Bibliotkheek, 2002. Een verbeterde en uitgebreide versie van deze biografie werd in 2006 opnieuw uitgegeven als Generaal H.G. Winkelman Standvastig Strijder (1876-1952). Voor dit artikel is geput uit de laatste versie van de biografie
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.