Lezers schrijven

Van de heer Ing. G.A.M, van den Muyzenberg, Kappeyne van de Coppollolaan 25 te Amersfoort ontving de redactie de volgende brief met reacties op publicaties in ons tijdschrift:

Als oud-inwoner van Soest tussen 1920 en 1931 heb ik met veel belangstelling "Dorpstypen" van Hans Kraal gelezen in 4e jrg. no. 3 "van "Zoys tot Soest" blz. 3.
Wat "Karel I" betreft heb ik nog enige aanvulling.
Voor zover ik weet, was hij kunstschilder; vandaar ook de zwierige middeleeuws aandoende kleedij (grote cape en flambard).
Als persoonlijke ervaring herinner ik me fietsend op Pijnenburg/Wieksloot bij schemer-donker, opeens iets langs me heen te zien en te horen fladderen; en jawel hoor, het was Karel I wapperend en wel, maar gemotoriseerd op iets dat we nu een bromfiets zouden noemen.
M'n broer Johan (75 jr.), destijds leider bij de Soesder padvinderij herinnerde zich hem ook nog en hij wist er nog bij te vertellen dat het zoontje van Karel I bij hem in de padvinderij was.
(De oorspronkelijke Groene Patrouille - opgericht door Jan Houtman - werd omgebouwd tot de Vredesscouts in die tijd).
Karel II was bepaald niet gelukkig om Karel I als vader te hebben. Dat is dus niet alleen een probleem van onze tijd!
Over de problemen van Blij endaal heb ik enige tijd geleden de heer P.J. van den Breemer geschreven met suggesties betreffende het onderzoek naar de fundamenten ervan.

Ten aanzien van het stukje over "de Windhond" in hetzelfde nummer van uw blad op blz. 13 meen ik nog een kleine aanvulling, zo u wilt correctie te kunnen maken over het tijdstip waarop de molen stil is komen te staan. Dat is zeker niet vöör 1920 geweest.
Als leerling van de nieuwe Engeldaalschool (gebouw Nijverheidsschool aan de Molenstraat) die in sept./okt. 1923 startte kwam ik iedere schooldag 4x langs de molen en heb deze toen menigmaal zien draaien.
Wanneer de deur van de molen openstond gingen wij - nieuwsgierige jongens - naar binnen en klommen dan de trap naar de eerste zolder op. Meestal werden we dan al gauw weggejaagd, wat heel begrijpelijk "en verstandig is van de molenaar. Mijn conclusie is dus dat de molen in 1923 nog draaide.
Wanneer deze wèl is stilgezet weet ik mij niet te herinneren. Wel herinner ik me de "Vlijt" nog als draaiende molen en ook de vooruitgang, zoals dat toen werd gezien, dat er i.p.v. windkracht motorkracht werd ingeschakeld met ook wolken en stank van de olie.
Wij woonden er nl. in de buurt, in de boerderij Ferd. Hycklaan nr. 8 nu nr. 18 (Oudheidkamer).

Nog een reactie op KAREL I

Van de heer G.W. Stalenhoef, Van de Griendtlaan 11 te Soesterberg ontving de redactie de volgende gegevens:

In het tijdschrift van de Historische Vereniging Soest schrijft de Heer Hans Kraal over "Karel I".

Die man heb ik goed gekend van zijn tochten per fiets door Soesterberg. Hij woonde met zijn zoontje in een houten huisje achter Hotel "Birkhoven" en gaf zich uit voor zijdewever.
Voor op de fiets was een bordje bevestigd, waar op stond "Een volk van dieren en bedelaars"; en achter op de fiets was een dergelijk bordje bevestigd waarop stond te lezen" binnen 24 uur is de crisus opgelost".
Ik heb hem toen gevraagd naar de betekenis daarvan.

Hij was communist en moest van het Koninklijke Huis niets hebben; daar hield het verband mee.
Volgens de heer Kraal is hem dat onbekend en daarom wilde ik het even aanvullen.
Hij sliep met zijn zoontje buiten in een tent, want zijn huisje was meer een hok. Het had meer van een soort kippenhok weg.
Ik ben er persoonlijk geweest, vöör 1940. Hoe het daarna gegaan is met hem, dat weet ik niet.
Na 1945 heb ik hem nog een keer in Soest gezien, maar zonder zijn "uniform".

De beide inzenders, de heren Van den Muyzenberg en Stalenhoef, hartelijk dank voor uw reactie. Uw brieven zullen voor de heer Kraal zowel als voor andere leden (die ten onrechte menen, dat hun kennis over gebeurtenissen in Soest of met betrekking tot inwoners van onze gemeente onbelangrijk zouden zijn) een aanzet kunnen vormen ook eens iets op te tekenen ter publicatie in ons blad.
De redactie