Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

De oude Pastorije van Soest 1642-1757

G.J.M. Derks

Het witgepleisterde herenhuis aan de Kerkstraat nr. 15 is bij velen nog wel bekend als de voormalige pastorie van de Nederlands Hervormde gemeente. Uit een gedenksteen in de gevel blijkt dat de pastorie in 1755 is gebouwd: "Anno 1755 den 16e Meij heeft Hermanus van Pembroek de eerste steen van dit huijs gelegt".
Dit wetende zou men zich af kunnen vragen waar de dominee vóór die tijd dan wel gehuisvest was. Recent speurwerk bracht voldoende gegevens boven tafel om daar een kort artikel aan te wijden. Hieronder volgt een verslag van het onderzoek.

Een verzoek aan Gedeputeerde Staten
Een eerste aanknopingspunt was een verzoek, vermoedelijk uit 1756, van de schout en het gerecht van Soest aan Gedeputeerde Staten van Utrecht. Daarbij werd toestemming gevraagd om de oude pastorie te mogen verkopen en de opbrengst van de verkoop te mogen gebruiken "tot het spitten, pooten en beplanten van de hoff en moestuijn van de nieuwe pastorije". [1]
Het verzoek bevat ook enige interessante gegevens betreffende de totstandkoming van de nieuwe pastorie. Uit het verzoek blijkt namelijk dat het dorp de nieuwe pastorie te danken had aan de heer Isaak Inssen. Deze gefortuneerde Amsterdammer was eigenaar en bewoner van de buitenplaats Hofslot in de Birkt. De heer Inssen had reeds enige tijd geleden Gedeputeerde Staten verzocht om 600 roeden land te mogen hebben, vrij van alle lasten, met de bedoeling daar een nieuwe woning voor de predikant te laten bouwen. Deze grond behoorde tot de door de Staten van Utrecht genaaste geestelijke goederen, en was afkomstig uit het bezit van het voormalige klooster Mariënburg. De Staten hadden daartoe toestemming verleend hetgeen in Soest tot "innerlijk vernoege" had verstrekt.
Op de redenen voor deze blijdschap gaat men nog dieper in: "aangesien de aldaar zijnde pastorije oud en vervallen, ver van de kerk gelegen en met swaare last van ongelden beswaart was, dat de in- en opgesetenen door de sterfte onder ' t rundvee en min geldinge van 't coorn, eenige jaaren herwaars schrikkelijk waaren uijtgeteert, en bijna buijten staat gebragt de ongelden, veel min swaare reparatien, aan sulke en diergelijke gebouwen te doen, te betaalen".
Met andere woorden: de inwoners van Soest waren niet of nauwelijks meer in staat om het onderhoud van de pastorie en de relatief hoge belastingen (verbonden aan de pastorie en de grond waarop dit gebouw stond) te betalen, mede als gevolg van de sterfte onder het vee en de geringe opbrengsten van het koren.

De verkoop
We weten nu dat de bestaande pastorie oud en vervallen was en bovendien ver van de kerk gelegen. Nog nergens is gebleken waar het gebouw precies stond, hoe het er uit zag en wat er zoal bij hoorde. Gelukkig zijn naast het verzoek ook de condities en voorwaarden van de verkoop uit 1756 van de oude pastorie bewaard gebleven.
Uit de "conditien en voorwaarden" blijkt dat de pastorie bestond in "een huijs, erff en grond, 't huijs voorsien met verscheijde vertrekken, boven en benedenkamers, groote saai en keuken en kelder, kleersolders en andere gemakken met een groote vrugtbaere tuijn met een tuijnhuijs, voorsien van excellente fruijtboomen, wijngaarden en wat dies meer is, sijnde daar bij een bleekvelt en plaats, hoeder en duijvenhok met andere commoditéij ten gelegen, staende in desen dorpe, sijnde 't erff omset met een vredinge en boomen, strekkende van 't gemeene pad tot aen de dorpsbrinken, [daar] ten oosten de erven van Cornelis Jacobse van Rijswijk en ten westen de gemeene steeg naast geland en gelegen zijn". De pastorie mocht dan oud en vervallen zijn, uit deze omschrijving valt af te leiden dat de dominee toch riant gewoond heeft. De goederen konden met kerstmis 1756 aanvaard worden, of zoveel eerder als de predikant zijn nieuwe woning kon betrekken. De bloemen en de jonge beuken waren niet bij de koop inbegrepen.
De verkoop verliep echter niet voorspoedig; mogelijk was er weinig belangstelling voor het vervallen pand. Het perceel werd ingezet door Abraham Schimmel voor 220 gulden. Abraham Schimmel was herbergier in De Drie Ringen in de Kerkebuurt. Naar zijn beweegredenen voor een eventuele aankoop kunnen we slechts gissen. Abraham werd niet de nieuwe eigenaar van de pastorie want het werd door de verkopers "in de slag opgehouden" op 20 gulden. Blijkbaar vond men dat het pand niet voldoende opbracht en zo bleef de oude pastorie nog even eigendom van het dorp.
Nadat de pastorie mogelijk een klein half jaar had leeggestaan kwam er toch een koper. Uit een aantekening onder de genoemde conditien en voorwaarden blijkt dat op 13 april 1757 de heer Arend van der Meersch de oude pastorij e "uijt de hand" had gekocht voor een bedrag van 375 gulden.

De ligging
Uit de omschrijving van de oude pastorie blijkt dat zij aan de brink was gelegen, namelijk op een strook grond tussen de brink en het gemeene pad. Deze aanduiding kan zowel slaan op het Kort End (Ferdinand Huijcklaan e. o.) als op het Lang End (Kerkpad Nz en Zz e.o.).
Latere overdrachten maken echter duidelijk dat de Oude Pastorie aan het Lang End was gelegen én dat het pand - als het niet werd afgebroken - het hoofdgebouw werd van de latere buitenplaats "Middeiwijk" aan het Kerkpad zuidzijde. [2] De plek is in ieder geval dezelfde. Tegenwoordig staan daar de huizen met de nummers Kerkpad Zz 77, 77a, 77b en 77c.

De ouderdom van de pastorie
Nadat de ligging bekend werd, kon met behulp van de blaffaards van het zogenaamde oudschildgeld en gegevens uit transporten van de naastgelegen percelen verder in het verleden worden gedoken.
De grond waarop de pastorie was gebouwd maakte deel uit van een "dardendeel van vijff mergen lands" en was in 1536 eigendom van Aert Rutgersz en Jacob Schaeij. Laatstgenoemde had de grond in gebruik. In 1600 was Johan Roetersz eigenaar en gebruiker. [3] 
Johan was een zoon van Roetert Jacobsz Schaeij en een kleinzoon van de eerder genoemde Jacob Schaeij. Johan Roetersz Schaeij en zijn vrouw Marrichgen Peter Aertszdochter vermaakten volgens een testament van 1614 deze grond aan hun dochter Mechtelt en aan de kinderen van hun overleden dochter Margaretha. [4] Uit dit testament blijkt dat het ging om een huis en hofstede met diverse stukken land, waaronder een kamp land aan de andere zijde van het Kerkpad en een stuk bouwland, gelegen boven de kamp aan de andere zijde van de Overweg (= huidige Middelwijkstraat). De kinderen van Margaretha transporteerden in 1641 de hen toekomende helft van deze bezittingen aan hun tante Mechtelt, die vanaf dat moment dus de enige eigenaresse was. [5] Mechtelt - ook kortweg Metgen genaamd - transporteerde in 1642 het huis en een schuur met de grond tussen de brink en het Kerkpad aan Mr. Carel Martens, ontvanger en rentmeester van de (gesecuficeerde?) goederen van de Staten van Utrecht. [6] Vermoedelijk werd het pand aangekocht om de predikant op een geschikte wijze te huisvesten, maar geheel zeker is dit niet. De kamp aan de andere zijde van het Kerkpad en het bouwland op de Eng werden buiten de verkoop gehouden.
Uit de buurmeestersrekeningen over de eerste jaren na de aankoop blijkt dat er druk werd gewerkt aan de pastorie en de tuin. [7] Verschillende personen werden betaald voor verrichte werkzaamheden aan het "predicantshuijs", zoals Baucke Petersz (metselaar), Henrick Joachimsz (smid), Thonis Evertsz (timmerman), Lambert Thonisz (timmerman) en Gerrit Cocqsz (glazenmaker). Ook de tuin werd onderhanden genomen en opgemeten. Vanaf de Melm werd zand gebracht. Meuws Jansz spitte de tuin om en hielp bij het planten van de doornenheg om "des predicants hoff", net als Gijsbert Cornelisz. Twee daghuurders kregen elk 12 stuivers voor het binden van de heg en Peter Hovenier ontving drie gulden voor het vlechten. Voor de heg, destijds aangeduid als de "vredinge" of "vrede" werden 100 doornen gekocht voor een bedrag van 1 gulden en 4 stuivers. Een grondige bestudering van de buurmeestersrekeningen zal ongetwijfeld nog meer wetenswaardigheden met betrekking tot het onderhoud aan woning en tuin van de dominee op leveren.

De bewoners
Als we ervan uitgaan dat het pand inderdaad vanaf 1642 tot 1755 als pastorie heeft gefungeerd dan kan met behulp van de predikantenlijst (die als bijlage is opgenomen in de inventaris van het archief van de Nederlands Hervormde gemeente te Soest) het volgende overzicht van bewoners samengesteld worden. Van de dominees is steeds vermeld in welke periode zij in Soest predikten, wat de vorige standpaats was, waarnaar toe zij vertrokken en voor zover bekend, de namen van de echtgenoten. Soest was gezien de vele proponenten op het overzicht een zogenaamde proponentsplaats, dat wil zeggen een kleine hervormde gemeente, waar ook pas van de universiteit komende predikanten voorganger mochten zijn.

1. Jan Baers, predikant te Soest 1632-1645, gekomen uit Vreeswijk, in 1645 emeritus.
2. Abraham Eilschemius, predikant te Soest 1645-1648, gekomen uit Beetgum, overleden in 1648.
3. Hendrik Maartensz van Harlingen, predikant te Soest 1649-1684, gekomen uit Nigtevegt, in 1684 emeritus.
4. Herman Appels, predikant te Soest 1685-1700, proponent, overleden in 1700.
5. Petrus van den Helm, predikant te Soest 1702-1738, was vlootpredikant, overleden in 1738, trouwde in 1705 met Dina Elisabeth de Kempenaar.
6. Lambertus Evenhuijs, predikant te Soest 1739-1740, proponent, vertrok naar IJsselmonde.
7. David van Hengel, predikant te Soest 1740-1741, proponent, vertrok naar Zevenhuizen.
8. Bartholomeus van Es, predikant te Soest 1743-1744, proponent, vertrok naar Goedereede.
9. Henricus van der Souw, predikant te Soest 1744-1746, proponent, vertrok naar Naarden.
10. Antonius van Duuren, predikant te Soest 1746-1752, proponent, vertrok naar Kethel, was gehuwd met Johanna Geertruij Lindeman.
11. Jacob de Swart, predikant te Soest 1753-1762, proponent, vertrok naar Marssum, trouwde in 1754 met Clara de Harde.

Van deze predikanten zijn vooral Dominee van Harlingen en Dominee van den Helm een lange periode in Soest geweest.

Ter afsluiting
De Oude Pastorie is dus waarschijnlijk in, of kort na, 1642 ontstaan uit een hoerenhof stede en werd ruim honderd jaar later onderdeel van de buitenplaats Middelwijk. Aan de geschiedenis van "Middelwijk" kan mogelijk in de toekomst nog eens in één of meerdere artikelen aandacht besteed worden. Veel is al bekend, maar er moet nog nader onderzoek verricht worden om tot een meer afgerond geheel te komen. Resteert nog de vraag waar de predikanten vóór 1642 gewoond hebben. Reeds in 1587 kwam de eerste predikant naar Soest!

Noten:
RAU = Rijksarchief Utrecht.
GAS = Gemeentearchief Soest.
GAA = Gemeentearchief Amersfoort.

1. RAU, Archieven der Hervormde Gemeente te Soest, invnr. 159.
2. Zie bijvoorbeeld RAU, Dorpsgerechten, invnr. 1911, fol. 130 en 189 en invnr. 1912, fol. 30.
3. GAS, Oud Archief, invnr. 121.
4. GAA, Notarieel Archief, invnr. AT 002 a 001 (notaris Johan van Ingen), fol. 367 verso. Testament en lijftochte van Jan Roeters Schaij en Marrichgen Peter Aertsdr echteluijden tot Soest; 11.8.1614.
5. RAU, Dorpsgerechten, invnr. 1902, transport dd 3.8.1641.
6. RAU, Dorpsgerechten, invnr. 1902, transport dd 11.5.1642.
7. GAS, Oud Archief, invnr. 111. Zie bijvoorbeeld de rekeningen van de buurmeesters over de jaren 1646-1647, 1647-1648, 1653-1654.

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto