Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Het Soesterveen

Mw. C.A. Luitwieler

Het gebied is te beschouwen als een laatste rest van het westelijkste diluviale hoogveengebied van Nederland, waartoe nu nog de 2 natuurmonumentjes van respectievelijk 1,68 ha en 3,50 ha in het Soesterveen benoren. Dit zijn vlierveengronden op zeggeveen, rietzeggeveen en broekveen en deze hebben oorspronkelijk een moerige bovengrond gehad, die niet of tot minder dan 15 cm diepte volledig veraard is. De grondwaterstanden waren in deze gronden als regel zeer hoog, zodat geen veraarding kon optreden (moer = veengrond). De laatste jaren is de grondwaterstand drastisch verlaagd, door het aanleggen van vijvers in de buurt van deze veengebiedjes (zie kinderboerderij ), ten behoeve van de steeds oprukkende woningbouw in Soest. Hierbij nog in het recente verleden 3 zeer droge, warme zomers, waar de beuk ook zoveel van te lijden heeft gehad. De oorspronkelijke vegetatie is hierdoor ernstig verarmd.
Vroeger kwamen hier o.a. voor:
- de welriekende nachtorchis;
- het zeldzame orchideetje Malaxis;
- lavendelheide;
- veenpluis; - klokjesgentiaan en zelfs de veenwortel heb ik in 1977 niet meer kunnen vinden, terwijl deze laatste wel volop te vinden is in de Eempolders

Nu worden deze gebiedjes (eerst de kleinste en nu ook de grootste) door het I.V.N. Soest geschoond, d.w.z. hier niet thuishorende begroeiing zoals o.a. het pijpstrootje en braamstruiken worden verwijderd, evenals grof vuil. Nu groeit er weer zonnedauw en dophei. Ook aan de grondwaterstand zou nu wat door de gemeente gedaan worden.
In 1925 kwamen hier 310 soorten zaadplanten voor, hiervan vindt men nu op de krukdroge turf nog maar 1/5 deel van terug, de mossen in 1925 nog 59 soorten, zijn nu meer dan gehalveerd, evenals de varens en paardestaarten, toen nog 9 soorten in totaal.
Het veengebied moet eens een oppervlakte van ongeveer 300 ha gehad hebben. In het Holoceen + 10.000 jaar geleden ontstond dit gebied in een kom, die door omringende heuvels gevormd werd. De veenvorming vond plaats op lemige laat-glaciale dekzanden, waaronder zich nog ouder veen bevindt (geen laagveen), uit de "warme" perioden van het Würm-glaciaal waarin geen landijs in Nederland kwam, maar de zomers belangrijk kouder werden. De plantengroei was hier toen net een toendra, waarin o.a. ook het dwergberkje voorkwam, die men nu bijvoorbeeld nog in Noorwegen ziet. Dit heeft men aangetoond door onderzoek van fossiel stuifmeel (palynologie = pollenonderzoek) Omstreeks 1100 is er om het Soesterveen nog een hevige veenoorlog gevoerd. De bisschoppen van Utrecht speelden hierin een belangrijke rol.
Menig soldaat kwam in de drassige bodem van het veen om, vandaar het gezegde: "Je kunt naar je moer lopen". In 1239 werd een kanaal gegraven, de Pijnenburger Grift, die diende om de afgegraven turf uit het Soesterveen naar de Eem te brengen. De Praamgracht dankt zijn benaming aan de pramen (dat zijn platte schuiten) waarmee de turf naar de Eem vervoerd werd.

De Koninginnelaan heette voor 1931 Veenhuizerstraat.
Deze benaming is eeuwenoud. De naam werd veranderd, omdat het de bewoners teveel herinnerde aan Veenhuizen, waar landlopers te werk gesteld werden.
De Veenhuizerstraat leidde naar het Veenhuis aan de Praamgracht, waar de turf uit het Soesterveen aan accyns werd onderworpen. Aan het andere einde van de Veenhuizerstraat bevond zich de Veenhuizertol (tegenover Eikenhorst), hier hief men tol (directe wegenbelasting) tot 1911.
Men kende ook een turfweg, de "Soesterturfweck", de huidige Waldeck Pyrmontlaan. Nu herinnert de naam "De Turf" voor het overdekte zwembad aan deze laan nog aan dit veenverleden. Aan het Vaarderhoogt, waar nu een tuincentrum is, woonde Jan Ruis in een plaggenhut. Hij was een ver in de omtrek bekende natuurgeneeskundige en magnetiseur. Hij verkocht honde- en kattevet. De armen hielp hij voor niets. Tot 1922 heeft hij hier gewoond en was onze laatste "holbewoner". In het Veen zijn meerdere holen en plaggenhutten geweest. De wijkverpleegster uit die tijd had ook daar een tuberculosepatiënte te verzorgen, die toen een wollen deken kreeg om zich warmer toe te dekken. De eerstvolgende keer, dat de zuster langs kwam, bleek de deken verkocht te zijn, ze was zo'n ding nooit gewend geweest, de wol kriebelde teveel denk ik.
De veenontginning in de omgeving van Soest had een geheel ander verloop dan andere aangesloten veengebieden. De veencomplexen waren kleiner en in het bezit van meestal één of enkele eigenaren. Door erfdeling, ruil en verkoop raakte het veengebied verbrokkeld. Het veenpakket was hier meestal niet dik, zodat de zandige ondergrond gauw boven kwam en omgezet werd tot akkerland, zoals het tegen de Eng liggende gedeelte van het Soesterveen. In verder verwijderde gebieden werd het heide.

Het park achter paleis Soestdijk maakte oorspronkelijk deel uit van de veenstrook. Dit gedeelte heette "De Eult". Het veen hier werd niet opgedeeld in evenwijdige stroken. Dit was niet nodig, omdat er geen groepsgewijze ontginning plaatsvond.
Aanvankelijk was de turf bestemd voor de bisschop. In tegenstelling tot het veen bij "De Soestdijk" behoorde het Soesterveen tot de meentgronden, waarop gemeenschappelijke gebruiksrechten uitgeoefend werden. Het vormde eertijds een bestanddeel van de horige hoeven van Soest.
De eerste ontginningsfase ging ongetwijfeld uit van de Zuid-West rand van de Soester Eng. Hierdoor ontstond op den duur de buurtschap "De Eng" .
Pas in een veel later stadium, toen de eindgrens van de veenontginning bereikt werd, kon ook bij de huidige Wieksloterweg een buurt ontstaan. Loop eens het weggetje de Veenzoom in.
Met de veenontginning in de nabijheid van de Eng was in de Ie eeuw al een begin gemaakt.
Vermoedelijk werkte de aanleg van een waterweg voor turfvervoer langs de Baarnse zijde van dit veen als stimulans. In 1239 kreeg men vergunning voor het graven van een wetering, die van de Lage Vuursche via Soest naar de Eem zou lopen. Naar aanleiding daarvan kwam de Oude Gracht tot stand, later de Praamgracht geheten, thans een sloot, die de Stadhouderslaan (vroeger Nieuwe Steeg geheten) kruist. De Praamgracht mondt uit in de Eem bij de Grote of Oude Melm. In 1398 kreeg men een vergunning voor een nieuwe waterweg, omdat de Oude Gracht niet meer voldeed.
Let eens op, als u bij de Open Hof aan de Dalweg komt, links is een speelplaatsje, waar een zwerfkei staat, uit het Riss-glaciaal, ongeveer 150.000 jaar geleden met het landijs uit Scandinavië gekomen (voorlaatste ijstijd van Nederland).
In het Soesterveen heb ik in 1967 stenen knikkertjes van een kinderspel, dat twee eeuwen geleden hier werd gespeeld, gevonden. Zijn er meer van dergelijke vondsten gedaan, laat 't dan registreren bij de Historische Vereniging van Soest.

Geraadpleegde literatuur:
1. "Resultate von Untersuchungen an einigen niederländische Moore", von F. Florschütz
2. "De flora van het Soesterveen", Ned. Kruidkundig archief 1926 - Dr. C.G.G.J. van Steenis
3. Handboek van Ver. tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland
4. Jaarboek Oud Utrecht.

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto