Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

De familie Beijer

Jan de Mos ism Peter Beijer

In van Zoys tot Soest 33-2 en 34-1 is verslag gedaan van de bekende Soester familie Haage. Door huwelijk is die gekoppeld aan een andere bekende Soester familie: Beijer. De beschrijving van de familie Beijer is in twee delen gesplitst. In dit eerste deel van het familie-epos is nagegaan waar de Beijers oorspronkelijk vandaan komen. In een tweede deel meer informatie over het nog steeds bestaande familiebedrijf Beijer in de 20e eeuw. Volgend jaar viert het bedrijf haar 125-jarig jubileum!

Herkomst en betekenis naam
In Nederland zijn diverse takken van de familie (de) Beijer. Het is al in de 16e eeuw een regelmatig voorkomende naam, onder andere in Rotterdam (Heindrick Beijer trouwt in 1589, gereformeerd). Een bekende Beijer is de grootste topografische tekenaar uit de 18e eeuw Jan de Beijer, geboren in Aarau Zwitserland (1703-1780). Hij maakte ook in Utrecht verschillende pentekeningen, o.a. van het Vrouwenklooster Dijnselburg aan de Bilt (zie Geschiedenis Soesterberg tot de 20e eeuw, blz. 39). Het is aannemelijk dat de Beijers oorspronkelijk afkomstig zijn uit de deelstaat Beieren in Duitsland. Het is ook in Duitsland een veel voorkomende naam, ook geschreven als Beyer(s) en Bayer(s).

Oudste bekende generaties
Van de tak die zich later in Soest vestigde gaan de wortels ook terug naar Duitsland. De stamreeks voert terug tot Johann Heinrich Beyer (katholiek), vermoedelijk omstreeks 1657 geboren in Lathen, net over de Duitse grens bij Emmen en Musselkanaal. Hij trouwde omstreeks 1700 met Anna Adelheid Dotzeler, afkomstig uit Deirpen, een paar kilometer ten noorden van Lathen. Zij vestigden zich in Diirpen. Uit dit huwelijk zijn vier kinderen bekend. Wij volgen de jongste zoon ChristopherBeyer(ca. 1708). Hij trouwde op 3 februari 1733 met GertrudisKuper,eveneens afkomstig uit Mrpen. Uit dit huwelijk is maar een zoon bekend: Johann HeinrichBeyer(ca. 1735). Hij trouwde op 22 november 1764 in Difirpen met Anna Thekla (Tecla) Hinderkis (Hendriks), ook genaamd Wabbels. Johann Heinrich (Hendrik) was kleermaker (kleidermacher) van beroep. Uit dit huwelijk zijn twee kinderen bekend. Dochter Anna Maria Bayer,die blijft in Duitsland wonen, maar de zoon Johann Heinrich Beijer jr. (ca. 1768) trekt de wijde wereld in en komt terecht inEdam.Zijn beroep is achtereenvolgens koopman, winkelier en kolonist.

De reizende koopman wordt kolonist
Vermoedelijk was Johann Heinrich Beijer marskramer, die zijn waren al reizend aan de man probeerde te brengen. Hij ontmoette op een van die reizen Rensje (Rinsje) van Boekeren en vestigde zich inEdam.Zijn naam werd toen vernederlandst in Jan Hendrik Beijer. Ze trouwden rond 1796 en kregen zeven kinderen, allen geboren inEdam.Aanvankelijk ging het hem voor de wind, hij werd van reizend koopman winkelier. Hij trad op 26 januari 1823 voor de tweede keer in het huwelijk, met Neeltje Visser, naaister van beroep. Daarna ging het mis met hem, zoals valt op te maken uit zijn overlijdensakte. Hij is namelijk op 9 januari 1843 overleden in Ommerschans als kolonist. Wat is een kolonist en hoe is hij daar terecht gekomen?

Op 1 april 1818 werd de Maatschappij van Weldadigheid opgericht door generaal Johannes van den Bosch, een vertrouweling van koning Willem I. Hij zette zich na de Franse bezetting in 1813 in voor de bestrijding van de armoede. Daarom kwam hij met het plan werkbekwame armen een kans te geven in een landbouwkolonie in Drenthe. In datzelfde jaar werd op het landgoed Westerbeeksloot, gemeente Vledder, de kolonie Frederiksoord gesticht, later gevolgd door Willemsoord en Wilhelminaoord. In deze koloniën werden hoeves gebouwd waar geselecteerde gezinnen uit het gehele land werden geplaatst. De Maatschappij verkreeg daarnaast het vruchtgebruik van de vesting Ommerschans, dat in eerste instantie werd gebruikt om zich misdragende kolonisten op te sluiten. Ommerschans werd daarna ook gebruikt voor de huisvesting van bedelaars. Arme veteranen en arbeidershuisgezinnen, kwamen soms uit eigen beweging, en bewoonden de huizen aan de buitenzijde van de gestichten. De armenkolonies werden ook aangeduid als Proefkolonies (na goed gedrag mocht men weer vertrekken, maar het recidivisme was groot), en Pauperparadijs. Daar komt hij dus in 1843 op 75-jarige leeftijd te overlijden als kolonist In 1859 werden de bedelaarsgestichten Veenhuizen en Ommerschans overgenomen door de rijksoverheid en omgevormd tot strafinrichtingen. Voor het gevangenispersoneel werd er een klein dorp gebouwd, om de inrichtingen heen. In 1890 werd Ommerschans gesloten. Veenhuizen is als gevangenis blijven bestaan.

Aftakking naar het Gooi
De oudste zoon Jan Hendrik Beijer (de derde) (ca. 1797) trouwde op 8 oktober 1825 in Hilversum met de uit die plaats afkomstige Willemina (Wijmpje) de Groot (ca.1802), dochter van Teunis de Groot en Trijntje Reijersse Baas. Zij vestigden zich in Muiden. Hij was net als opa kleermaker van beroep. Uit dit huwelijk vijf kinderen, allen geboren in Muiden. De oudste zoon, Jan Hendrik Beijer (de vierde), (1831-1914) trouwt op 30 januari 1864 inDiemenmet Hendrika van ('t) Klooster (1839), geboren in Soest als dochter van Anthonie (Teunis) van ('t) Klooster en Maria Schoonderbeek. Hij was van beroep achtereenvolgens arbeider, smid en zoutzieder. Zijn vrouw was bij het huwelijk dienstbode. Muiden, Muiderberg en Diemen waren tot de realisatie van de afsluitdijk in 1932 kustplaatsen langs de Zuiderzee. Naast scheepsbouw was zoutziederij een belangrijke bron van inkomsten. Al in de 15e eeuw werd keukenzout bereid door "zekere zoute en ziltige aarde eerst tot asch te verbranden en dan met zeewater te zieden". De as van de verbrande veenkluiten bevatte veel zout en werd vermengd met water, waardoor pekel met een hoog zoutgehalte ontstond. Deze pekel werd in de zoutkeet verdampt en dat leverde een blank zout op: zelzout. Het gewonnen zout werd vooral gebruikt voor de voedselindustrie (haringvisserij). Later werd ontdekt dat uit de restproducten grondstoffen overbleven voor de farmacie en later de chemische industrie. Het is daarmee een van oudste takken van de Nederlandse procesindustrie.

Van turfsteker naar vrachtrijder
Jan Hendrik Beijer (de vierde) verhuisde op latere leeftijd naar Soest, waar ook zijn oudste zoon was gaan wonen. Deze wordt voor de verandering gedoopt als Jacobus (Jaap) Beijer (1861-1946). Hij trouwt op 4 juni 1895 te Soest met Hendrika (Engelien) Hilhorst (1871-1945), dochter van Aart Hilhorst en Engelina (Engeltje) de Bruin. Jaap vestigt zich in Soest als koopman van zand en grind. Het huwelijk is gezegend met acht kinderen, allen geboren in Soest. Zij gingen wonen op de Beetzlaan in het buurtschap Soestdijk in een mooie witte boerderij. Dit huisje staat er nog steeds en is het huidige nummer 38, en nog steeds bewoond door een Beijer (Gerard Beijer, een kleinzoon van Jacobus).

Jaap verdiende zijn geld niet alleen met de zand- en grindhandel, maar ook door turf vanaf de Wieksloot af te graven. Turf, zand en grind werden vanaf 1889 bij de afnemers bezorgd met paard en wagen. Wat begon als handel evalueerde zo tot een eenvoudig transportbedrijf. Dat ging niet altijd goed, zoals blijkt uit een verslag in De Soester van 24 januari 1925. "Donderdagvoormiddag sloeg het paard van den voerman R Beijer, hetwelk gespannen was voor een wagen, ten gevolge van het schrikken voor een wagen, waar achter was gespannen een rol, op den Melmweg op hol. De voerman P.B. viel van den wagen, en kreeg een der wielen over zijn borst, waardoor de man bewusteloos aan den kant van den weg bleef liggen. Later vernamen wij nog, dat de toestand van P.B. niet zorgwekkend is en een en ander dus gelukkig nogal goed is afgelopen." De jongste zoon, Wilhelmus Jacobus (Jaap) Beijer (1905-1992) begint eerst als grondwerker (turfsteker). Maar hij wordt daarna vrachtrijder. Samen met zijn oudste broer Johannes (Jan) Adrianus (1900), wonend aan de Beetzlaan 46, gaat hij werken in de zand- en grindhandel van zijn vader. Het bedrijf dat daar uit is voortgekomen bestaat nog steeds. Maar daarover meer in het slot van het familieverhaal Beijer-Haage. 

We maken nog even de stamreeks van de familie Beijer af. Wilhelmus Jacobus Beijer trouwde op 4 september 1929 te Soest met Berdina Wilhelmina Maria van der Lugt (1906-1974), dochter van Johannes Hendrikus van der Lugt en Christina van Fulpen. Zij kregen dertien kinderen. Ook zij woonden aan de Beetzlaan, vanaf 1935 op nummer 89 (later gewijzigd in 121). De broer Adriaan Beijer woonde op de Beetzlaan nummer 30. De Beetzlaan werd zo een "Beijerlaan" met een eigen zandafgraving.

De familiegeschiedenis van de Beijers uit de vorige eeuw vertoont opmerkelijke overeenkomsten met die van de Tammers uit Soesterberg. De gebroeders Gijs en Adriaan Tammer begonnen hun zand- en grindhandel vanuit de Postweg in Soesterberg, in de volksmond ook wel "Tammersteeg" genoemd. Ook zij begonnen met het afgraven van zand ("het gat van Tammer") en groeiden uit tot een handels- en transportonderneming.

Tot slot: zoon Jacobus Wilhelmus (Jaap) Beijer (1934— 1995) trouwde in 1961 met Elisabeth Hendrica (Bep) Haage (1939). Hun zoon Peter is mede-auteur van dit artikel. Zij gingen wonen aan .... de Beetzlaan 36, naast de oude boerderij op nummer 38. De grond rondom de witte boerderij werd gebruikt voor woningbouw voor verschillende familieleden. Na de omzwervingen van Duitsland naar Soest blijven de Beijers de Beetzlaan in Soest al meer dan 100 jaar trouw

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto