Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

De bende van Hees: Geweld, Huijsbraeken en Dieften

Hans Kruiswijk

Soms probeer ik me een voorstelling te maken van het leven in onze omgeving in de 17e en 18e eeuw. Dat is moeilijk vanuit deze tijd met toenemende verstedelijking, files en steeds meer druk om open ruimtes vol te bouwen en te asfalteren. In de 17e eeuw zullen deze streken vooral bestaan hebben uit woeste gronden, heidevelden en verstuivend zand, terwijl de lagere natte delen zoals het Soester en Hezer veen moeilijk begaanbaar zullen zijn geweest. Ik herinner me een archeologische verkenning door medewerkers van het toenmalige ROB van het industriegebied Fornhese in Den Dolder. Aanleiding voor dat onderzoek was de vondst van een bronzen dolk enkele jaren eerder. In het terrein waar nu de treinen voorbij razen werden sporen gevonden van grafheuvels en een vroeg middeleeuwse boerderij. Er werd zichtbaar hoe zand eeuwen geleden de akkers heeft onder gestoven. In zo'n omgeving van uitgestrekte woeste gronden opereerde van 1654 tot 1661 de Bende van Hees. Historica Florike Egmond verdiepte zich in het fenomeen Nederlandse bendes en schreef in haar publicatie Op het ver-
keerde pad, georganiseerde misdaad in de Noordelijke Nederlanden 1650-1800 over de boeven van Hees.
De periode waarin de Bende van Hees actief was begon enkele jaren na de Vrede van Munster in 1648. Veel ontslagen en gedeserteerde soldaten maakten zich op hun zwerftochten schuldig aan roof en plundering. De Bende van Hees bestond echter niet uit naoorlogse ontslagen soldaten. Het was geen militaire bende. Veel bendeleden waren afkomstig uit families van arbeiders en handwerklieden. Er waren er die op hun veertiende van huis waren weggelopen of opgroeiden in een weeshuis. Ook weduwen van oorlogsslachtoffers sloten zich aan. Allen behoorden tot het armste deel van de samenleving.

Florike Egmond schrijft dat in het laatste jaar dat de bende actief was in een vonnis van het gerecht van Rijnland de roofovervallen werden omschreven als 'het grootste geweld ende huijsbraeken en dieften die in lange sijn gehoort'.
Het gezelschap vormde een uitgebreid netwerk van dieven, inbrekers en hun verwanten en helpers. Van 1655 tot
1661 werden in het Westen van de Republiek zeker vijfenzeventig leden van dit netwerk - mannen en vrouwen - veroordeeld. Leden van de Bende trokken in kleine groepjes van twee tot drie personen rond over het platteland.

Ze beperkten zich niet tot hun directe omgeving. Ook Holland, Zeeland en Gelderland werd 'getrakteerd' op hun activiteiten. Er waren nooit algemene bijeenkomsten van het hele netwerk.

Vader Mees
De roverhoofdman was Mees Rutgers. Hij werd Vader Mees genoemd en woonde in het gehucht Hees, vlakbij Soest. Ook zijn vrouw, herbergier Egbert Kool en zijn vrouw, nog een andere herbergier en een heler woonden in Hees. Hees was met recht het rovershol, waar grote hoeveelheden gestolen goederen werden verdeeld. Hees was voor de Bende strategisch gezien een zeer aantrekkelijke plaats.


Het lag op de grens van de zandgronden die bedekt waren met heide en bossen en de klei van de Eempolder met zijn vlakke en open ruimtes. De boerderijen in het vruchtbare Eemgebied werden beroofd en de bossen en struiken van de hogere gronden boden schuilplaatsen. Maar vooral de verbindingsweg tussen Amersfoort, Utrecht en Amsterdam bood mogelijkheden. Reizigers en handelslieden waren onder handbereik. In Hees werd snode plannen beraamd en de buit verborgen in hooibergen en schuren. Vader Mees hield een haast militaire hiërarchie in stand. Er waren in de Bende een commandeur, een kapitein, een luitenant, een vaandrig, een korporaal, een sergeant; er was zelfs een adelborst. Maar ook een beul ontbrak niet. Die taak werd toebedeeld aan een zekere Hendrik de Mof

In de eerste periode van haar bestaan stroopten de boeven delen van Zeeland en het zuiden van Zuid-Holland af. In de jaren daarna werd het gebied uitgebreid naar het oosten en noorden. Hees bleef de vaste ontmoetingsplaats van Vader Mees en zijn trawanten. Daar gokten ze, aten en donken ze, ze rustten er uit en maakten nieuwe plannen. Aanvankelijk gebruikten de bendeleden geen geweld, na 1658 werden ze brutaler. De Bende werd steeds professioneler. Sommige leden werden berucht, zoals Platte Thijs, die bekend stond als
'de Schrik van Noord-Holland'. Na een 'carrière' van twintig jaar werd hij in 1652 opgehangen. Ook beroepsinbreker Claes de Wael eindigde aan de galg. Hij werd in 1660 in Gouda opgehangen. De meeste bendeleden waren nog beneden de twintig. Vader Mees noemde ze mijn 'kinderen'. Uiteindelijk kwam er een einde aan de Bende. Velen werden veroordeeld en een aantal kreeg de doodstraf. In Hees keerde de rust weer.

Bron: Op het verkeerde pad, georganiseerde misdaad in de Noordelijke Nederlanden 1650-1800 door Florike van Egmond. Uitgegeven door Bert Bakker, Amsterdam 1994
 

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto