Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Niets van Zomers Buiten terug te vinden

Jan van Steendelaar

'Bewaart "Zomers Buiten", arbeiders, bewaart het goed, voor u en uw gezin. Bewaart het vooral voor het nageslacht. Wat thans gebouwd is, zal daar een eeuw kunnen staan. En over 100 jaren zal men vol bewondering zijn voor de daadkracht en opofferingsgezindheid van hen die in dezen moeilijken overgangstijd dit monument van ontvoogding der arbeidersklasse wisten te wrochten.'
Dit schreef voorzitter S.R. de Miranda van de Amsterdamse woningstichting 'Zomers Buiten' in 1927 in het jubileumboek bij het eerste lustrum van het in 1922 in gebruik genomen gelijknamige vakantieoord 'voor hand- en hoofdarbeiders' aan de De Beaufortlaan in Soestduinen. Het heeft bij lange na geen eeuw bestaan, maar slechts achttien jaar. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog namen de Duitsers het in gebruik, de bevrijders hebben er nog een tijd gebruik van gemaakt, maar daarna raakte het uitgestrekte complex in verval en werd het uiteindelijk met de grond gelijk gemaakt.
Zoals met zoveel bijzondere gebouwen in Soest (hotel Trier aan de Praamgracht-Vredehofstraat, het Spreukenhuisje aan het Kerkpad, het sanatorium/ziekenhuis Zonnegeloren, de buitenplaatsen langs de hoofdweg) en toeristische trekpleisters (het Soester Natuurbad aan de Van Weerden Poelmanweg, het vliegtuigenrestaurant Avio Resto aan de Amersfoortsestraat in Soesterberg, om maar een paar willekeurige voorbeelden te noemen) is er niets meer van terug te vinden. Als er in Soest iets verdwijnt, gebeurt dat kennelijk grondig...
Dat is misschien nog wel het meest verbazingwekkend in het geval van 'Zomers Buiten', het complex dat het best te vergelijken zou zijn geweest met de tegenwoordige recreatieparken zoals Center Parcs. Het was immers geen gering complex op de plaats waar nu het militaire Jessurunkamp is gevestigd. Het bestond uit een hoofdgebouw, een hotel-café-restaurant, met daaromheen gegroepeerd acht vakantiebungalows, waarin ondergebracht 32 gemeubileerde villaatjes met de namen Berk, Iep, Spar, Kastanje, Eik, Beuk, Den en Es. Links van de fraaie oprijlaan die recht naar het hoofdgebouw toe liep, stond bij de ingang een kantoor- en administratiegebouwtje waar de binnenkomers zich voor registratie moesten melden.

Die binnenkomers waren hoofd- en handarbeiders in dienst van de gemeente Amsterdam. Met als doel voor hen goedkope vakantiemogelijkheden te scheppen, was op 24 april 1914 de vereniging 'Zomers Buiten' opgericht. Die ontwikkelde zich buiten verwachting, waardoor besloten werd ook pogingen te ondernemen goede huizen voor arbeiders te bouwen. In 1917 vloeide uit de vereniging dan ook de gelijknamige woningstichting voort. Het duurde nog vijf jaar voordat in het vakantiecomplex in Soestduinen de eerste gasten terecht konden en nog tot 1925 voordat het eerste complex van 467 arbeiderswoningen in Buiksloterham gereed kwam.

Vloekwaardig bestaan
Rond 1900 was er nog geen sprake van vakantie. De mensen maakten lange dagen en moesten hard werken voor een karig loon en vaak slechte behuizing. Een aantal Amsterdammers nam het voortouw om daarin verbetering te brengen. In het lustrumnummer 1927 schrijft voorzitter De Miranda: 'Het kapitalisme ontneemt den mensch bij zijn arbeid levensvreugde. Het grootste deel der menschheid is gekluisterd aan de machine en vindt in den dagelijkschen arbeid geen bevrediging meer. In de eerste periode van de kapitalistische productiewijze was het arbeider-zijn gelijk te stellen aan een vloekwaardig bestaan: 12, 13, 14 uren en nog langer werd dagelijks gewerkt; dag aan dag, week aan week, jaar aan jaar, van de wieg tot het graf. De maatschappij die dat niet veranderen kon, was waard ten onder te gaan. Doch de verbetering kwam. De arbeidersklasse hernam haar rechten. Met groote krachtsinspanning beklom zij den berg, over welks top de weg naar betere toestanden liep,' staat er te lezen.
Eerst was er het succes van de achturige werkdag, gevolgd door andere mijlpalen: de vakantie en het terugbrengen van het aantal werkweken per jaar. 'In de vacantie is de arbeider met zijn gezin werkelijk vrij. Nu kan hij de lokkende stem van de natuur weer verstaan.' Het duurde echter nog een paar jaar voordat hij echt in de natuur terecht kon. Zoveel tijd kostte het voordat 'Zomers Buiten' gerealiseerd en (op 1 juli 1922) geopend kon worden. Dat het zolang duurde, was een gevolg van de aarzeling bij, zeg maar gerust weigering door, gemeentebesturen om grond aan de Amsterdamse stichting te verkopen.

De initiatiefnemers bezochten met directeur A. Keppler van de Woningdienst tal van gemeenten om een geschikt terrein te vinden. 'De heer Keppler, die een goed wandelaar is, heeft ons op deze tochten wel eens zoo laten loopen, dat onze voorzitter, in Amsterdam teruggekeerd, nog eenige dagen mank liep,' staat te lezen in een verslag uit die tijd. Al die tochten haalden niets uit. De reden, volgens het verslag: 'De algemeene meening was dat het een bende zou worden, waarvoor een extra politie- en brandweerpost noodig zou zijn. De rust zou worden verstoord, boomen en bloemen zouden het moeten ontgelden, terwijl talrijke branden niet konden uitblijven.' In Hilversum waar een prima terrein beschikbaar was, waren de protesten zo hevig dat de gemeenteraad besloot van verkoop af te zien.... Het leek wel of men buiten Amsterdam geen andere voorstelling van een Amsterdamse arbeider had dan dat het een zeer gevaarlijk individu was dat men angstvallig uit zijn omgeving moest weren!

Verlevendigd en afgewisseld
Uiteindelijk was de gemeente Soest in 1920 wel bereid tot medewerking door aan de De Beaufortlaan nabij het Berkenlaantje in Soestduinen grond beschikbaar te stellen. De architecten Gulden en Geldmaker konden eindelijk aan de slag. Ze ontwierpen een vakantieoord met het doel 'den rustbehoevenden arbeider en daarmee gelijk te stellen personen in familiekring gelegenheid te geven om herstel te zoeken.' Daar was Soestduinen zo ongeveer de meest aangewezen plek voor, althans volgens de omschrijving in het prospectus: 'De gezonde boschlucht en de rustige omgeving, waarvan de stille verlatenheid nu en dan slechts door het geronk van vliegtuigen en het geratel van een voorbij rollenden trein wordt verlevendigd en afgewisseld, zijn hiervoor bijzonder geschikt om een poosje buiten te kunnen leven, met gelegenheid om in het mooie centraalgebouw goedkoop en goed te middagmalen.'

Op 1 juli 1922 werd "Zomers Buiten" 'op eenvoudige doch treffende wijs geopend, uiteraard in aanwezigheid van de kranige bestuursleden.' Het was een opvallend complex geworden met een indrukwekkend hoofdgebouw. Niet alleen omdat het boven de bungalowtjes uittorende, maar vooral omdat het aan het eind van een door bomen omzoomde, oplopende oprijlaan stond. Men kon het gebouw overigens niet met de auto bereiken. Een met natuurlijke materialen fraai aangelegde trap verhinderde dat. De gasten die met de auto kwamen (dat waren er in de beginjaren niet zoveel) moesten vanaf de De Beaufortlaan hun spullen zelf naar de hun toegewezen bungalow dragen. Ze hadden het er graag voor over: zo kregen ze direct al een indruk van de fraaie omgeving.

Blikvanger
Een blikvanger op het voorterrein was de hoge sierpilaster. Eromheen lagen de grote terrassen, allemaal in de buurt van het restaurant. Daarin waren de wanden voorzien van zulke opvallende muurschilderingen, dat die alleen al een bezoek aan 'Zomers Buiten' waard waren. Dat was trouwens ook de keuken, die bij de gasten erg in trek was. Vooral in de beginperiode was dit opvallend, want men mocht toen nog in de bungalow zelf z'n potje koken. Overigens werd dit afgeraden: ook de huisvrouw moest van haar vakantie kunnen genieten. Wel waren er aanvankelijk nog vrouwen die met tegenzin het restaurant binnengingen, 'niet gewoon in een restaurant te eten. Wij moesten vechten tegen de meeningen dat anderen toch de jus niet zoo bruin en lekker konden maken als zij zelf'. Maar de kok was kennelijk een meester, 'want de meeste vrouwen kwamen spoedig tot den wensch: "hadden wij het zoo maar altijd!"

Later werd de toestemming om zelf te koken uit het huurcontract geschrapt. Het was te (brand)gevaarlijk in de bosrijke omgeving. Overigens kostte een tweegangen diner in het restaurant slechts 75 cent (34 eurocent). Hiervoor kreeg men soep, aardappelen, groente en vlees. Een 'compleet gemeubeld zomerhuisje, van steen gebouwd en van alle gemakken voorzien, valt binnen uw bereik voor zeer lage prijs,' staat in een van de eerste folders. Afhankelijk van de periode waarvoor men koos, varieerde de prijs van fl. 1,25 tot fl. 2,00 (resp. 57 en 91 eurocent) per dag. De pensionprijs van een hotelkamer was iets hoger en bedroeg tot half juli 2 gulden per dag, in het hoogseizoen (van 15 juli tot 31 augustus) 0,25 cent (11 eurocent) meer. Hiervoor kreeg men logies, ontbijt, lunch en diner. Tenminste, als men minimaal twee dagen bleef. Anders moest men een kwartje meer betalen. In de huurprijs was een bedrag opgenomen 'voor het personeel. Hiermede wordt voorkomen het persoonlijk geven van fooien.'

Tuin der Vreugde
Hoewel het vakantieoord druk werd bezocht, was er pas in 1925 voor het eerst sprake van een bescheiden winst. Dat vergrootte het vertrouwen in de toekomst, zelfs in die mate dat één van de meest bekende Nederlandse kunstenaars, de architect Piet Kramer, werd ingeschakeld om een 'Tuin der Vreugde' te ontwerpen, die een unicum moest worden in de Nederlandse gebruikstuinarchitectuur. 'Gebleken is dat de mensch, ook al verblijft hij buiten, vreugde en ontspanning noodig heeft. Men wil nu eenmaal uiting geven aan gezonden levensdrang. Behalve een groote dwaaltuin met een tooverhuis, een roetsbaan, een brug der vreugde, fantastische vijvers om pootje te baden en scheepjes te laten varen, zal er voor de jongens werkgelegenheid zijn in aparte localiteiten, waar zij, naar het hun te verschaffen model, zelf hun speelvliegmachine kunnen vervaardigen, en nog veel meer. Natuurlijk zal daardoor het geheel aan pracht en ook aan gezelligheid winnen.'

Militair Kamp Soestduinen
Zover is het niet gekomen. Het eind van het voor Soest unieke vakantiedorp werd ingeluid door de oorlogsdreiging aan het eind van de jaren dertig. In oktober 1939 werden op het terrein dat aan 'Zomers Buiten' grensde militaire barakken gebouwd. Daarmee was 'Kamp Soestduinen' een feit. Dit breidde steeds verder uit. In de mobilisatietijd werd de 'vakantiekolonie' door de militaire autoriteiten gevorderd voor de legering van militair personeel. Na de Duitse inval in 1940 werd Kamp Soestduinen door de Duitsers overgenomen. Ze lijfden en passant ook 'Zomers Buiten' in. Het totale complex kreeg de naam WaldlagerIIen maakte deel uit van Fliegerhorst Soesterberg.

Het eens zo trotse 'Zomers Buiten' was een Duits dorp geworden. Het zou er misschien nog steeds hebben gestaan als de bezetter de gebouwen en inventaris vlak voor z'n vertrek niet grotendeels had vernield. De Canadezen die na de bevrijding in mei 1945 het kamp in gebruik namen, zijn er dan ook maar een paar maanden geweest. Had 'Zomers Buiten' er toen nog in z'n oorspronkelijke vorm gestaan, dan zouden ze er waarschijnlijk wel langer zijn gebleven.

Schatgravers
Direct na de oorlog was voorheen 'Zomers Buiten' een trekpleister voor 'schatgravers'. In de restanten zochten zij naar spullen die nog enigszins bruikbaar waren. Het staat wel vast dat sommigen er een aardige verzameling hebben weggehaald, maar waar de erfenis van 'Zomers Buiten' is gebleven, zal misschien nog een enkeling in Soest weten. Er is nooit iets van boven water gekomen, niet in kringen van verzamelaars van curiosa uit hotels of vakantiecomplexen, noch op exposities.
Na de oorlog was er geen geld voor herstel van de eens zo fraaie accommodatie. Deze raakte steeds meer in verval. Op een luchtfoto uit 1953 zijn de gebouwen nog duidelijk te herkennen. Ze staan zelfs nog ingetekend op een plattegrond uit 1960 van het Jessurunkamp. Toen zullen het echter niet meer dan fundamenten zijn geweest. Die verdwenen helemaal toen voor nieuwbouw op het militaire kamp ook een deel van het terrein werd gebruikt waar vroeger 'Zomers Buiten' was gesitueerd.
Daarmee verdwenen de laatste overblijfselen van dit vakantiepark. Nu herinnert eigenlijk niets meer eraan. Enkel de ansichtkaarten zijn ervan overgebleven, en een klein archief bij de nog steeds bestaande Amsterdamse Woningstichting Zomers Buiten. Met een ruime fantasie zou men de oprijlaan nog kunnen traceren als men een scheiding aanbrengt tussen de oudere en de wat jongere begroeiing, maar zelfs dat is moeilijk omdat die min of meer in elkaar is overgelopen. Het is werkelijk verbazingwekkend dat in zo'n betrekkelijk korte tijd eigenlijk niets meer is terug te vinden van een zo omvangrijk complex als het fraaie 'Zomers Buiten' is geweest.
Maar als er in Soest iets verdwijnt, gebeurt dat kennelijk grondig...

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto