Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Jacob van Sprakelaar ; het droevige lot van een Soester raadslid deel 2

Jan van Steendelaar

Jacob van Sprakelaar; het droevige lot van een Soester raadslid deel 1

Op 5 september 1899 keert Jacob van Sprakelaar Soest de rug toe en zoekt hij zijn heil in buurgemeente Amersfoort. Hij gaat in de kost bij landbouwer J.C.J. Hoogeveen aan de Soesterweg 95. In het gebied tussen de Soesterweg en de Oude Soesterweg (later Noordewierweg) bevinden zich, in een als schilderachtig omschreven gebied dat "De Heuvel" wordt genoemd, dan nog enkele kleine boerenbedrijfjes, die niet veel jaren later het onderspit zouden delven als gevolg van de oprukkende bebouwing van het Soesterkwartier. Jacob werkt bij één van deze keuterboertjes als boerenarbeider.Voorjaar 1900 gaat hij in de kost bij landbouwer Arie v.d. Linden, aan het adres Birkt 5, - hier bevindt zich de eeuwenoude boerenhofstede "Birkwijk", gelegen op de grens tussen Amersfoort en Soest. (N.B. Deze fraaie boerderij, thans bewoond door de familie Lam, heeft weliswaar alle sloop overleefd, maar is inmiddels geheel door de bedrijfsgebouwen van "De Isselt" ingesloten). Tot onze verrassing gaat Jacob in mei 1900 gedurende enkele maanden zelfs naar Soest terug om boerenarbeid te verrichten.
Het is rond 1900, of misschien nog wat eerder, dat - zo gaat het verhaal — Jacob in de Amersfoortse binnenstad vele tapperijen bezoekt waar hij kennelijk nog wel wat geld te besteden heeft — uit boedelscheiding? - en met een aantal kornuiten menig rondje geeft. Op 26 oktober 1900 wordt Jacob uitgeschreven wegens vertrek naar Duitsland — misschien is zijn geld dan op — en vervolgens raken wij jarenlang zijn spoor bijster tot hij op 12 mei 1909 — komende uit Duitsland - weer in Amersfoort opduikt. Hij neemt dan zijn intrek in het logement van F.P.Comijn aan de Zwanehalssteeg 2. Ambtshalve — dat tekent de situatie — wordt hij vervolgens overgeschreven naar Krankeledenstraat 1, waar hij in de kost gaat bij J.H.M.Mensink, van beroep reiziger op China. Ook wordt genoemd het adres Hellestraat E 35. Bekend is dat in aan de Hellestraat, in die jaren een verpauperd woongebied met vele krotten, zich ook een goedkoop volkslogement bevindt. Jacob staat nog steeds te boek als arbeider, maar het is te betwijfelen of hij dan nog wel boerenarbeid verricht.

Na 1915 komen we hem tegen in het alleenstaandenregister van de gemeente Amersfoort, respectievelijk op de adressen Krankeledenstraat 1 (al eerder genoemd), Kamp 51 en Hellestraat 24, waar hij onderdak vindt in logementen van minder allooi.
In die jaren is Jacob hoe langer hoe meer aan het zwerven geraakt en trekt hij ondermeer naar Achterveld waar hij slaapt in de hooibergen, o.a. van de boerderijen "De Kleine Riet" en "Droffelaar". Ook in de buurtschap Kallenbroek duikt hij op, waar hij zijn intrek neemt in de hooiberg in boerderij "De Mol"aan de Molweg 8. Hij is hier bekend als "de onderburgemeester"- een kennelijke verwijzing naar zijn betere jaren toen hij nog op het pluche mocht vertoeven.
In een hut staande in een bossage bij boerderij "De Twee!" (gemeente Barneveld) ontmoet Jacob zo'n 6 à 7 collega-zwervers - in de volksmond schoekers genoemd - en hij sluit zich graag bij hen aan. Immers gedeelde smart is halve smart. Op de lange winteravonden stoken ze daar dan een vuur waarboven ze een "klotskonterige kip" roosteren — dit is dat een ziekelijke kip niet meer lopen kan. Vaak is er geen geld voor jenever — dan wordt er spiritus gedronken om toch maar in een roes te kunnen raken. Aan enige lichaamshygiëne doen onze "gebroeders" toch nog wel. Ze wassen zich in de Barneveldse Beek. Maar als die bevroren is slaan ze de wasbeurt maar over! Onder deze schoekers vindt Jacob een kameraad-zwerver waar hij mee optrekt.

Het is Sebastiaan Berthe, een Duitser, van beroep koopman, en afkomstig uit Kleef. Hij is pacifist en wil niet voor de Duitse keizer vechten. In augustus 1914, als de eerste wereldoorlog uitbreekt, duikt hij onder en raakt hij aan het zwerven, bang als hij is om aan Duitsland uitgeleverd te worden. De groep schoekers, die veelal in de hooibergen slaapt, heeft een vaste bedelroute: op maandag in Hoogland, op dinsdag in Achterveld, op woensdag in Hamersveld, op donderdag in Amersfoort, op vrijdags nergens heen, en op zaterdag in Bunschoten. De vissersvloot komt dan binnen en de vissers kunnen, voor ze ter kerke gaan, nog een goede daad doen — gul geven aan de verworpenen der aarde. Het is in die tijd dat Jacob van Sprakelaar en Sebastiaan Berthe bekend raken bij Arris Boersen (geboren ca 1890), dorpstimmerman in Achterveld, waar — naar mag worden aangenomen — het illustere gezelschap bij hem in de schuur slaapt.
Om wat bij te komen van het vele nachten slapen in hooibergen of in koude schuren trekken de zwervers wel eens naar het volkslogement "Het Molentje" in de buurtschap "Klein Lunteren" te Barneveld. In 1879 had een zekere M.Merlijn voormeld logement geopend, dat hij had genoemd naar de nabij staande stellingkorenmolen van meelhandelaar Knottenbelt. Het was er begin 20e eeuw een komen en gaan van zowel uitbaters als slaapgasten. De kachel brandde er goed - soms iets té fel getuige het bijgevoegd artikel! - en als het laatste kwartje niet naar de Schiedamse jeneverstokerijen was overgeboekt kon er geslapen worden op een echt bed. In 1918 was Hendrik Harskamp er "slaapsteehouder". Blijkens het bevolkingsregister logeerden er toen rare gasten, met de meest uiteenlopende beroepen, zoals een acrobaat en een basculemaker. Ook zagen de buurtbewoners er "kistjekerels" in en uitlopen - dat waren lieden die een kistje voor hun buik hadden met garen, band en veters.
In de eerste helft van november 1918 is het nog zacht en regenachtig weer, maar rond het midden van de maand volgt een weersomslag. De wind draait naar het oosten en het wordt kouder. Op 16 november is het prachtig weer — de zon schijnt ongehinderd aan een staalblauwe hemel — en het heeft in de nacht in De Bilt 3,6 graden C. gevroren. De maximum temperatuur is in De Bilt 3,8 graden C boven nul. Op 17 november is het nóg wat kouder: in De Bilt daalt de temperatuur dan tot —4,5 graden C - de koudste nacht van deze maand — en overdag wordt het nog maar een schamele 1,7 graden C. Er is ook meer bewolking en er valt zelfs een vlokje sneeuw. Heerlijk opwekkend winterweer, zult u waarschijnlijk zeggen, maar Sebastiaan Berthe kan dat dan al niet meer navertellen. Het "eerste nachtvorstje" is hem fataal geworden.

Want het is zondagavond 17 november 1918 als Sebastiaan Berthe, 27 jaar oud, in "Het Molentje" de laatste adem uitblaast. De erbij geroepen geneesheer kan slechts de dood constateren en noteert: "vermoedelijk overleden door uitputting". Ironicvan het noodlot: zes dagen tevoren, op 11 november 1918, komt — na de tol van 9 miljoen doden - een einde aan de eerste wereldoorlog. In Duitsland is de revolutie uitgebroken - "Der Kaiser hat abgedankt" koppen de Duitse nieuwsbladen. Maar voor Sebastiaan komt de vrede te laat "De Barnevelder" wijdt een artikeltje aan de begrafenis "van een hier onbekenden landloper" -zonder twijfel is dit Berthe - waar op zijn doodskist toch nog een fraaie krans prijkt: "een bloeme, die zijn assche dekte!".
Op zaterdag 23 november 1918, tegen de avond, zes dagen na Berthe's dood, wordtóókJacob van Sprakelaar, 61 jaar oud, levenloos op zijn bed in logement "Het Molentje" aangetroffen. De chef-veldwachter, Hendrik van den Brink, laat de gemeentearts waarschuwen, maar die kan niets meer doen - hij noteert 's anderendaags: "de primaire oorzaak des doods was onbekend, waarschijnlijk uitputting". Heeft het weer ook aan Jacob'sdood bijgedragen? Na het verscheiden van Sebastiaan Berthe is het overdag wel wat zachter geworden, maar 's nachts blijft het licht vriezen. Zowel 22 als 23 november zijn prachtige zonovergoten dagen met maxima rond 5 graden C en met lichte vorst in de nacht. Het kan ook voor Jacob van Sprakelaar net even te veel geweest zijn. Of is er een andere samenhang? Zijn beiden door de Spaanse griep — die toen volop heerste — geveld? Of hebben ze samen giftige spiritus gedronken? Een andere theorie die opgeld doet is dat Jacob, na de dood van zijn kameraad Sebastiaan, geen levensmoed meer heeft om verder te gaan..
Kreeg Sebastiaan Berthe nog enige aandacht in de krant — Jacob van Sprakelaar was bij zijn overlijden een paria. Zijn lot was een naamloos graf op een voor ons onbekende plek.

Ruim 80 jaar later herinnert nog maar weinig aan de plaats waar Jacob van Sprakelaar voorgoed de ogen sloot. Een groot deel van de Wilhelminastraat, waaraan "het Molentje" lag, is al lang geleden gesloopt — er is nu een immens grote parkeerplaats. Ook met de molen van Knottenbelt, die Jacob zeker moet hebben zien staan, verging het uiteindelijk slecht — de molen brandde in 1942 tot de grond toe af. Niet tengevolge van oorlogshandelingen, maar domweg omdat de molen te hard draaide en daardoor warm liep! Verderop in de Wilhelminastraat is nieuwbouw verschenen - kantoorgebouwen waarin onder andere is gevestigd "Quality Communication Taaltrainingen". Vast een spraakmakende onderneming. Lopen we nog verder, dan komen we de villa Wilhelminastraat 66 tegen, met — heel verrassend — het gevelopschrift "De Rooie Haon", ter herinnering aan een oude boerderij die daar ooit heeft gestaan. Waarschijnlijk is Jacob van Sprakelaar, op zijn laatste gang naar logement "t Molentje" nog langs "De Rooie Haon" en de "molen van Knottenbelt" gekomen. Dan heeft hij, liggend op zijn sterfbed, vastóókaan "de Windhond" en "de Vlijt" gedacht. En aan zijn goede jaren in Soest toen hij — wij kunnen het ons nauwelijks anders voorstellen - in het etablissement "De Rode Haan" aan de Birkstraat vast wel eens een glaasje nam!
Tenslotte een vermaning aan raadsleden en andere hoogwaardigheidsbekleders: weest u matig in 't gebruik opdat het u niet verga als Jacob van Sprakelaar

BRONVERMELDING:
- REGISTERS BURGERLIJKE STAND, GEMEENTEARCHIEF BARNEVELD;
- KRANTENVERZAMELING, GEMEENTEARCHIEF BARNEVELD;
- BEVOLKINGSREGISTERS GEMEENTEARCHIEVEN AMERSFOORT EN SOEST;
- JAARBOEK KNMI 1918 (COLLECTIE AUTEUR);
- MEDEDELINGEN J. M. SCHOUTEN, DORPSGESCHIEDSCHRIJVER ACHTERVELD;

N.B.: Mochten lezers/lezeressen van dit blad méér weten over Jacob van Sprakelaar, dan zou ik dit gaarne vernemen.

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto