Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Sportuitwisseling Soest/Soest tot en met 1982

Th.M. Peet

Het begon in 1950/51 met een brief die de toenmalig burgemeester mr. S.P. Baron Bentinck ontving van de leraar A. Severing uit Soest-Westfalen, zoals dat toen ietwat verhullend werd genoemd. Deze brief zal ongetwijfeld nog in het gemeente-archief te vinden zijn. Herr Severing wilde graag met een groep leerlingen tot een uitwisseling komen met leerlingen uit het Nederlandse Soest. Zo kort na de oorlog was dat geen eenvoudige zaak. Begin jaren vijftig werd echt nog niet zo vriendelijk over onze buren gedacht. Contacten met Duitsland lagen moeilijk, plaatselijk zowel als nationaal. Dat laatste blijkt al uit het feit dat door de regering een "Coördinatie Commissie voor Culturele Betrekkingen met Duitsland" in het leven werd geroepen om dergelijke contacten te bevorderen. De sport werd daarvoor een goede mogelijkheid gevonden en• de staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen had daarom aan het Hoofd van het Bureau Sport opdracht gegeven om te bevorderen dat een aantal Nederlandse grensgemeenten langs de Nederlands-Duitse grens op voorzichtige wijze contact zou gaan leggen met een aantal Duitse steden. "Niet in de trant van grote voetbal-matches, doch in de veel rustiger, natuurlijker en menselijker trant van de Nederlands-Engelse sportontwikkeling", zoals dat in een brief stond omschreven.
Hierop werd door Burgemeester Bentinck ingehaakt. Hij stond achter de idee en dat leidde tot besprekingen met "Den Haag" en tot bezoeken aan de Stadt Soest. Gezien het over het algemeen ongunstige, zo niet afwijzende, klimaat voor contacten met Duitsland en de Duitsers, ook in de gemeente Soest, getuigde dat van politieke moed. In een persconferentie, begin juni 1952, kon hij meedelen dat op dinsdag 24 juni 1952 23 jeugdige Soesternaren, begeleid door twee echtparen, naar het Duitse stadje Soest zouden vertrekken in het kader van een sportuitwisseling. Verrassend was daarbij zijn mededeling dat al eerder, in 1934, vanwege het stadsbestuur in Soest-Westfalen pogingen waren gedaan om met Soest in Nederland nauwere banden aan te knopen. Door verschillende omstandigheden was daar in de praktijk niet veel van terechtgekomen. Daarna had de Tweede Wereldoorlog zeker niet het gunstige klimaat geschapen. "Toen dan in 1947 reeds een beroep van Soest in Duitsland op Soest in Nederland werd gedaan, stond men heel begrijpelijk overigens, hier tamelijk sceptisch tegenover", aldus een verslag van de persconferentie .
aar in 1952 kon dan toch met de uitwisseling worden begonnen, op voorwaarde "dat, indien in het Hollandse Soest animo voor deze uitwisseling zou bestaan, de Hollanders het eerst in Duitsland zouden komen en de volgorde niet andersom zou kunnen zijn. De Duitsers begrepen dit volkomen en zullen onze jeugd goed ontvangen", aldus de burgemeester in een ander verslag.
De openlijke aankondiging van de sportuitwisseling leverde één protestbrief op in de Soester Courant die, na een samenvatting van alle ellende die ons door de Duitsers in de oorlog was aangedaan, uitmondde in de vraag of de tijd om te vergeven en te vergeten nu wel was aangebroken? Deze, anonieme, brief eindigde als volgt: "Mijnheer de Redacteur, ik hoop dat U voor het eerstkomende nummer van de Soester Courant een extra inlegvel nodig heeft om alle ingezonden stukken over deze aangelegenheid te kunnen plaatsen." Deze hoop ging niet in vervulling; het bleef bij deze ene brief.
Een naschrift van de redactie bij de ingezonden brief bevatte onder andere de volgende, het overheidsstandpunt ondersteunende, standpunten: "Gemakkelijk is het de toegestoken hand te weigeren en neen te zeggen. De hand wel te drukken is een bewijs van zedelijke moed. Het drukken van die hand is nodig om de jeugd bij elkaar te brengen en te leren beseffen dat de jaren 1940-1945 niet mogen terugkeren."
De afvaardiging uit deze gemeente bestond in 1952 uit twaalf dames-turnsters van de Soester Turn Club, van Olympia en Crescendo, van elke vereniging vier, terwijl van BDC (thans "Soest") een voetbalelftal meeging. "Zou er eerst een elftal samengesteld worden uit de verenigingen SEC en BDC, later werd van dit plan afgezien daar SEC niet in de gelegenheid bleek aan de trip deel te nemen."
Dinsdag 24 juni 1952, 06.30 uur, werd per trein afgereisd; maandagavond 1 juli om ongeveer 24.00 keerde men terug op het station Soestdijk. Men was zeer goed ontvangen en men had in het Duitse Soest alles gedaan om het verblijf zo prettig mogelijk te maken. Tekenend voor het enthousiasme, ook van de thuisblijvers, mag genoemd worden dat op zaterdag 6 juli daaraan volgend aan de naar Soest gereisde groep "een grandioze" ontvangst werd bereikt op het BDC-terrein aan de Ferdinand Huycklaan. Vanaf de Wilhelminaboom marcheerden ongeveer vierhonderd turnsters en turners van STC, Olympia en Crescendo over de rijksweg naar het sportterrein. Daar werd na onder andere een toespraak van de burgemeester een turn-demonstratie gegeven, besloten met een voetbalwedstrijd tussen het uitwisselingselftal en het voetbalelftal van het Paleis.
In mei 1953 volgde het tegenbezoek aan onze gemeente met een uitwisseling die was opgenomen in het programma van de door de Soester Sport Federatie (een overkoepeling van de plaatselijke sportverenigingen, exclusief Soesterberg) georganiseerde "Soester Sportweek". Daarmee was de eerste sportuitwisseling op basis van wederkerigheid geslaagd. Hoewel: in de rubriek "In de Hoek" van de Soester Courant schreef H. Oekman onder meer "dat de onverzoenlijken, die nu nog in ons dorp zijn en zich "sportman" noemen, maar zich in de Sportweek afzijdig hebben gehouden, omdat de Duitse jeugd meedeed, in wezen geen "sportman" zijn" en "Acht jaar na de oorlog moeten we zo langzamerhand in Europa weer tot normale verhoudingen trachten te komen."
Op 21 juni 1956 schreven Burgemeester en Wethouders aan de gemeenteraad, na verwezen te hebben naar de sportuitwisselingen van 1952 en 1953, het volgende: "Bedoelde uitwisseling werd, met medewerking van enkele particulieren en de Soester Sport Federatie, vrijwel geheel tot stand gebracht door het gemeentebestuur. Wij hebben ons toen echter afgevraagd hoe dergelijke uitwisselingen in de toekomst dienen te worden geregeld. Wij zijn namelijk van mening dat, willen dergelijke contacten blijvend aan hun doel beantwoorden, deze door een brede laag van de bevolking dienen te worden gedragen. Dat houdt naar onze mening in dat de voorbereiding en uitvoering daarvan niet in handen dienen te liggen van de overheid, maar in handen van personen en/of groepen uit de burgerij, zij het dat daarbij moet kunnen worden gerekend op medewerking van de gemeentelijke overheid."
Met dit uitgangspunt nam het gemeentebestuur al in 1954 contact op met de Soester Sport Federatie: Omdat deze federatie een brede laag van de bevolking omvatte en omdat het zwaartepunt van een jeugduitwisseling lag bij de activiteiten op het gebied van de sport. De Sportfederatie kon daarmee instemmen, maar was eerst In 1956 in staat een uitwisseling tot stand te brengen, thans binnen het raam van een "Internationale Sportweek" van 12-26 juli, waaraan werd deelgenomen door Soest, Soest-Westfalen en het Belgische Turnhout. Het daaropvolgende jaar - 1957 - vond de uitwisseling plaats door deel te nemen aan een sportweek in SoestWestfalen en wel met een groep van rond zeventig jongeren. De organisatie daarvan lag opnieuw in handen van de Soester Sport Federatie, die van de gemeente een bijdrage ontving van ƒ 500,- "in de algemene kosten van de in 1957 te ondernemen buitenlandse contacten (jeugdsportuitwisseling)." Dit werd in het Raadsvoorstel van 22 maart 1957 als volgt gemotiveerd: "Uitgaande van het standpunt dat van de deelnemers aan derglijke buitenlandse bezoeken in het algemeen mag worden verwacht dat zij de persoonlijke reis- en verblijfskosten zelf zullen dragen - het bijkomende karakter van een genoeglijke, niet te dure vakantie mag aan dergelijke reizen toch niet worden ontzegd - menen wij dat een gemeentelijke bijdrage in de algemene kosten van deze internationale contacten niet achterwege moet blijven, als de middelen daarvoor niet geheel uit particuliere bronnen zijn te verkrijgen. "
De opzet om de uitwisselingen via de sport c.q. de Soester Sport Federatie te laten lopen, liep daarna echter spaak. De Federatie beëindigde namelijk in 1958(?) haar werkzaamheden. Er brak een periode aan dat er officieel geen uitwisselingen meer plaats hadden. Wel waren er verenigingen zoals PVO, AGAVS uit Soesterberg en zwemvereniging De Duinkikkers, die op eigen initiatief actief bleven door ontmoetingen met zusterverenigingen in de Stadt Soest. Wellicht daardoor klonken er in de loop der jaren weer stemmen die aandrongen op een herstel van de officiële wisselingen. Op 22 november 1969 had daarover in de Duitse Rijnstad Wesel een informeel oriënterend en inventariserend gesprek plaats tussen de beide sportambtenaren van Soest-Duitsland en Soest-Nederland. Dit positieve contact werd nadien op bestuurlijk niveau voortgezet, met als resultaat dat in een persconferentie, medio april 1970, kon worden meegedeeld dat het weer tot een sportuitwisseling zou komen tussen de beide plaatsen Soest en dat de gemeenteraad daarvoor inmiddels de nodige financiële medewerking had verleend. De organisatie kwam nu in handen te liggen van de reeds enkele jaren voordien in het leven geroepen gemeentelijke sportstichting, die dat echter moeilijk had kunnen klaren zonder de onmisbare en waardevolle steun van vertegenwoordigers uit de plaatselijke sportwereld.
Op 1 mei 1970 konden dan ook 120 jongeren uit Soest-Duitsland worden verwelkomd voor een driedaagse ontmoeting in onze gemeente. Daarna, telkens om de twee jaren, vond de uitwisseling afwisselend plaats in Duitsland en in Nederland. Het in 1956 ingenomen standpunt dat de uitwisselingen "door een brede laag van de bevolking dienen te worden gedragen" behoefde ook in 1970 en daarna geen geweld te worden aangedaan, enerzijds omdat alle sportverenigingen in de sportstichting waren vertegenwoordigd en de organisatiecommissie steeds mede uit vertegenwoordigers van de sportvereniging was samengesteld, anderzijds omdat het steeds groeiende aantal deelnemers logies kreeg in de bij de uitwisseling betrokken gezinnen. Zoals ook de andere uitgangspunten van het gemeentebestuur als omschreven in het Raadsvoorstel van 21 juni 1956, hun waarde behielden.
Na 1992 werd gekozen voor een andere opzet.

Bronnen:
Privé-correspondentie (1951-1952) (copieën in Gemeentearchief)
Soester Courant
Gooi en Eemlander.
Raadsvoorstellen; agenda's.

Noot:
"Zo was Soest de eerste gemeente die in 1952, culturele contacten aanging met het Duitse Soest". Prof. Henri Beunders en Marcel Sluijter in NRC Handelsblad van 9-2-'95.
De heer Th.M. Peet was directeur van de gemeentelijke sportstichting en werd in 197 6 onderscheiden met de Ehrenplakette der Stadt Soest voor zijn betrokkenheid bij de Sportuitwisseling Soest-Soest.

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto