Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

BRAAMHAGE AAN HET LANGE EIND II

P.J. van den Breemer

In de vorige uitgave van "Van Zoys tot Soest" hebben wij gezien hoe het boerderijtje van Willem Smits, daterend uit het begin van de 19de eeuw, via de heer Jan Sluiter in handen komt van Abraham Feitama. Deze verbeterde het pand aanzienlijk, en gaf het de naam "Beek en Daal".
Zijn erfgenamen verkochten in 1824 "De Hofstede Beek en Daal" aan de Amsterdamse notaris Mr. Everard Cornelis Bondt voor de somma van ƒ 6625,-. Hoe de "Weldoortimmerde Heeren-Huizinge" was ingedeeld hebben we kunnen lezen in de "Veylconditieën". In het kort was dat als volgt.
Beneden een gang, een kamer, twee zijkamertjes, een opkamer met daaronder een kelder en een "secreet". Boven een gang, een logeerkamer, een provisiekamer, en een zolder met "meidenkamer", en in het achterhuis, in de stalruimte dus, een keuken, stalling voor de koets, voor drie paarden en vier koeien, en daarboven ruimte voor berging van hooi en stro, terwijl er ook nog een knechtenkamertje was op de hilt, dus boven het vee. En wat had die notaris dat allemaal prachtig omschreven.
Notaris Bondt, de nieuwe eigenaar, had een mooi zomerverblijf met een plezierbos, met waterpartijen en tuinen, groot drie en een halve bunder. Acht jaar lang is hij eigenaar geweest, en dan gaat "Beek en Daal" op 29 mei 1832 over in handen van een nieuwe eigenaresse, en wel mej. Maria Elisabeth Marc Pas de Loupe.

Ook zij verbetert en verbouwt veel aan het pand, en er wordt veel aandacht besteed aan de tuinen en de bossen. Ook wordt de totale oppervlakte vergroot door aankoop van het aangrenzende stuk grasland aan de Zuidzijde, genaamd "Den Beek".
De notariële acte van 25 juli 1833 verschaft ons daarover de volgende gegevens, die we toch wat in de stijl van toen weergeven.
"Peter Machielse Dijkman, van beroep Landman, wonende te Soest verkoopt aan Mejuffrouw Maria Elisabeth Marc Pas de Loupe, grondeigenaresse, meerderjarig en ongehuwd, wonende op de Huize Beek en Daal, Gemeente Soest, een strook grond, zijnde weiland, gelegen in het lang eind, terzijde de plaats Beek en Daal, aanvang nemend aan de Dorpsbrink van de Gemeente Soest, en strekkende tot tegen het zoogenaamde achterwegje (huidige Noorderweg), zijnde het Zuidelijk gedeelte van een stuk weiland, genaamd de Beek, leggende in Sectie A, gemerkt numero 181 en 182 op het register voor de Kadastrale aanslagen, groot drie Bunders, vijfendertig roeden en Zeventig ellen."
Wij zien hieruit dat het Kadaster in 1833 in Soest al percelen heeft opgemeten en vastgelegd.
De koopsom voor deze ruim drie hectaren grond was vastgesteld op ƒ 12 50,- totaal.
Op 31 Mei 1836 komt de notaris weer naar "Beek en Daal" en wederom wordt er voor de somma van ƒ 1400,- een stuk grasland van de heer P.M. Dijkman aangekocht, belendend aan de eerder gekochte percelen, groot twee bunder, zevenentwintig roeden en vier ellen, Sectie A no 622 en 623.

Ds. J.J. Bos schrijft rond 1900 over "Beek en Daal" en over Mej. Pas de Loupe het hiervolgende.

"In 1843 heet de plaats Beek en Daal, en is het eigendom van Mejuffrouw Marie Elisabeth Marc Pas de Loup. Ze heeft er op gewoond tot "haren dood, op 27 November 1854. Zij was toen 83 jaren oud, en be- "hoorde tot de R. Katholieke Kerk, doch had eene Juffrouw van Gezelschap die tot de Hervormde Kerk behoorde. Zij was een goed mensch, die nog al stil en afgezonderd leefde. Ik meen wel eens gehoord te hebben dat zij in vroegere jaren, in Amsterdam, eenen winkel in parfumerieën, enz., had gedreven, welke zaak dan blijkbaar niet onvoordeelig was geweest. Het huis, dat ook al in vorige tijden eene boerenwoning was geweest, stond nog al wat van den weg af; eene strook gemeente-grond, langs den berm van den "straatweg, lag er voor, van de plaats gescheiden door eene sloot, waarover een brugje met witte leuning, en een wit hekje er op, dat vroeger toegang tot de plaats had gegeven. Dit was echter in 1847 reeds niet meer zoo, doch brugje en hekje waren gebleven. Achter het huis liep een fraaie beukenlaan, langs eene gracht, landwaarts in, en bracht, rechts af aan een weiland, en links af in een bosch, waarin een kapelletje stond, versierd met raampjes van fraai oud geschilderd glas. In dat kapelletje zonderde zij zich nu en dan af om te bidden."

Mej. M.E.M. Pas de Loupe komt in 1854 te overlijden, en haar Franse familie erft volgens testament van 14 Nov. 1853.
Een derde deel komt aan Vrouwe Caroline Isabella Engéne Plaisant Duchatau, weduwe van Louis Alex Darbon, zonder beroep en wonende te Soest, en tweederde aan Vrouwe Louise Françoise Victorine Plaisant Duchatau, gehuwd met Eduard A Duijskens te Beauvigne. En van deze tweederde was bepaald dat het vruchtgebruik toekwam aan Elisabeth Colette Françoise Prioux, de echtgenote van destijds onze burgemeester van Soest Pieter Gallenkamp Pels.

Maar de familie besluit om toch maar tot verkoop van "Beek en Daal" over te gaan en op 31 Maart 1855 wordt door Notaris Pen uit Baarn veilig gehouden bij herbergier Gijsbert Schimmel in het logement "De Lindenboom" te Soest, (latere Hotel Trier).

Nieuwe eigenaar wordt de heer Hendrik Meerten Tip, geboren 1808 te Blankenham in Overijssel, en nu kostschoolhouder en schoolopziener te Utrecht. Hij wordt later benoemd tot Inspecteur van het lager onderwijs in de Provincie Utrecht.
Hij koopt "Beek en Daal" voor het bedrag van ƒ 11.600,- en vestigt zich met zijn gezin in 1857 definitief op de buitenplaats, die nu de naam "Rustoord" krijgt.
Ook koopt de heer Tip van de Gemeente Soest in 1855 een deel aan van de Dorpsbrink, de gemeenschappelijke meentgrond, voor zover die was gelegen tussen zijn eigendom en de straatweg, voor een bedrag van ƒ 600,-. De sloot wordt gedempt, en Rustoord ligt nu aan de Straatweg. Gemeente Soest begint in die tijd de oude meentgronden te verkopen voor zover er gegadigden zijn.

De heer Tip geniet maar kort van zijn nieuwe behuizing, want op 21 september 1858 komt hij te overlijden, en zijn echtgenote, de Weduwe Vrouwe Tip-Atheer verkoopt op 12 mei 1859 "Rustoord" aan het Lange Eind te Soest voor de som van ƒ 18.200,- aan de heer Frans Hendrik Poggenbeek en zijn echtgenote Sara Elisabeth Muysken.

Deze heer Poggenbeek woonde al vanaf 1853 in Soest op de buitenplaats Bleyendaal aan de Eemstraat hoek Lange Brink, als weduwnaar, samen met zijn dochter, en hij was in 1855 weer hertrouwd met Sara Muysken (Familie van de bewoners van de buitenplaats Middelwijk aan het Kerkpad).
Hij betrok "Rustoord" eerst, nadat hij het huis belangrijk had laten veranderen en verbeteren. Ook hij koopt van de Gemeente Soest nog een stukje van de Dorpsbrink, van de schapenweide, voor ƒ 600,- en verder een klein huisje van de familie Dijkman voor ƒ 880,- Dit huisje, gelegen tussen Rustoord en Huize Beverstein is later bewoond door de familie van Breukelen, en deed een kwartje huur in de week.

Bronnen:
Archief J.D.H. v.d. Neut
Manuscript Ds. J.J. Bos

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto