Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

De percelering op de Soester Eng

P.H. Veen

De Soester Eng ligt als een banaan in de Soester dorpskom. Het oude akkergebied vervulde in het verleden een essentiële schakel in de agrarische bedrijfshuishoudingen.
Dit artikel gaat nader in op de aanwezige perceelsvormen op de Soester Eng. Perceelsvormen leggen getuigenis af van de ontginning van een gebied en de latere lotgevallen.
In dit artikel fungeren als aangrijpingspunten: de ontstaansgeschiedenis van de Soester Eng; de bezitsverhoudingen op de Eng rond 1800; de bezitssituatie rond 1980. Tot slot willen we nog een suggestie doen t.a.v. de perceelsmarkeringen.

Ontstaan Soester Eng
In 1952 legden Hofstee en Vlam de grondslag van een methodologie van perceelsvormen in ons land. Al eerder waren de Duitsers ons hierin voor gegaan. Hofstee en Vlam onderscheidden onder meer de strokenverkaveling zonder bewoning op de kavels. De esachtige (= engachtige) verkaveling behoort tot deze categorie en bestaat uit een groot aantal reepvormige percelen, die hetzij in een soort mozaïek (meerstrepige es), hetzij in een eenvoudig patroon (éénstrepige es) bijeenliggen en die in eigendom en gebruik zijn bij de z.g. geërfden.
Hofstee en Vlam beschouwen de verkaveling van de engen als één van de uitingen van de overgang van een familiaire dorpsgemeenschap naar een meer maatschappelijke organisatie op territoriale grondslag. Gottschalk is van mening dat bij de stichting van de hofhorige hoeven (rond het jaar 1000) volgens het vooropgestelde plan aan elke hoeve een strook grond op de Eng werd toegewezen, die tegenover de boerderij gelegen was (afb. 0).
Op een luchtfoto van de Eng uit 1947 is de strookvormige structuur van de percelen goed te herkennen. De richting van de percelen loopt in ZW-NO-richting en sluit aan op de boerderij strook langs de Lange Brinkweg. Men spreekt in dit geval van een éénstrepige esverkaveling. De strepen zijn in dit geval dus de percelen die alle in één richting liggen.
Algemeen wordt aangenomen dat de éénstrepige essen van recentere datum zijn dan de tweestrepige essen.
Éénstrepige essen zijn eenvoudiger van opzet en missen de variatie in verschillende perceelsrichtingen. Tweestrepige essen daarentegen vertonen een langere ontwikkelingstijd en geven daardoor een beeld van verschillende perceelsrichtingen. Een aanzet van een tweestrepige esverkaveling is op de luchtfoto van 1947 zichtbaar langs de spoorlijn tussen Molenstraat en Veldweg. De ontwikkeling naar een tweestrepige es komt tot stand door verervingen en eigendomsoverdrachten. Men zou kunnen stellen dat op de Soester Eng dit proces naar een tweestrepige es wel op gang gekomen is, maar in een beginstadium is blijven steken.

Situatie rond 1800
Binnen de vakgroep Historische Geografie van de Rijksuniversiteit te Utrecht is enkele jaren geleden een onderzoek verricht naar de kadastrale eigendomssituaties rond dorpen langs de Utrechtse Heuvelrug en het Gooi.
Afb. 1 toont de situatie op de Soester Eng in 1832. In die tijd liggen de percelen op de Soester Eng voor een groot deel niet meer keurig tegenover de boerderij. Bij enkele boerderijen is die eenheid er nog wel: vergelijk de ligging van de percelen Anthony van het Klooster, Wilhelmus van Logtenstein, de erven Anthony van Logtenstein en Wouter Jansz. van Logtenstein.
Pieter Janse Hilhorst was toen blijkbaar de halve lengte van de strook op de Eng reeds kwijtgeraakt.
De overige grond op de Soester Eng zal voor een groot deel niet in handen geweest zijn van de tegenover liggende boerderijen, maar van boeren elders uit Soest.
Terzijde wil ik opmerken dat Wilhelmus van Logtenstein en Anthony van het Klooster in 1832 een complete strook grond bezaten vanaf de Eem tot in het Soesterveen.
Deze stroken gaan terug tot de opdeling van de gronden in de vroege Middeleeuwen.
Uit de ligging van de stroken is een percelering op de Eng in ZW-NO-richting goed verklaarbaar.
Interessant blijft intussen de tweestrepige aanzet tussen de Molenweg en de Veldweg. De eigendomssituatie rond 1800 geeft nog weinig aanleiding tot deze afwijking. Helaas ontbreken luchtfoto's uit die tijd, zodat een afdoend oordeel niet mogelijk is. Het is gewenst om met name de eigendomssituatie van de gronden van Pieter Janse Hilhorst na 1832 nog eens na te gaan, zodat een verklaring kan worden gevonden voor een draaiing van een deel van zijn percelen na 1832.

Situatie rond 1980
Sinds de Tweede Wereldoorlog is het agrarisch deel van de Soester Eng teruggelopen tot ongeveer 100 ha. Het deel rond de Dalweg zal in de toekomst ook z'n agrarische functie verliezen, zodat uiteindelijk een Soester Eng resteert van ongeveer 70 ha (rapport De Soester Eng). Een deel van deze Eng is verleden jaar herverkaveld (afb. 2 en 3). Door aaneensluiting van eigendommen zijn grotere percelen ontstaan. In grote lijnen is hierhij de éénstrepige esverkavelingsstructuur gevolgd. Rond het Enghenbergje is men hiervan afgeweken en is een meer blokvormige verkaveling ontstaan. Historisch gezien is dit wel te betreuren.
Desondanks zal dit deel van de Soester Eng een blijvend monument zijn van de Soester agrarische geschiedenis.

Perceelsmarkeringen
Na de herverkaveling verleden jaar zijn de vele grote zwerfkeien, die als grensstenen van de percelen fungeren verdwenen. Daar voor in de plaats ziet men nu op de Eng blokken beton, puin, palen, etc. Dezerzijds wordt er voor gepleit de oude zwerfkeien weer in ere te herstellen. Zo hier en daar in Soest - bijv. op de Vlasakkers en in de zanderijen - liggen nog genoeg keien om de Engpercelen te markeren. Wellicht een taak voor de Historische Vereniging en de gemeente om met het herstel van het Enghenbergje ook de grensstenen in ere te herstellen.

Literatuur
M.K.E. Gottschalk : Historisch-geografische ontwikkelingen in en om Soest
Landinrichtingsdienst : Verkavelingssituaties gemeente Soest sectie K
Rijksuniversiteit Utrecht: Rapport Ontstaan dorpen langs de Utrechtse Heuvelrug en het Gooi
Werkgroep Soester Eng : De Soester Eng
E.W. Hofstee en A.W. Vlam: Opmerkingen over de ontwikkeling van de perceelsvormen in Nederland

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto