Lange Huijs 't, ook Het Tweede Erf, nu Stoethoeve

Locatie: Birkstraat 131, Soest.

Het Tweede Erf stond ter plaatse van het voormalige klooster Mariënhof* in de Birkt en was destijds bekend als 't Lange Huijs onder welke naam de boerderij lange tijd bekend is geweest. Thans draagt het de naam Stoethoeve wat herleid kan worden naar de huidige eigenaar/bewoner.

De boerderij was de hoogst aangeslagen hofstede in de huisgeldcedulle van 1644/1645.

Gebruiker vanaf 1749 was Thomas Willemsz Wantenaar (1720-1804). Dit dankzij zijn huwelijk met de weduwe Aartje Aartse Schouten (1717-1789) waarvan haar eerste man Seger Hendriks (?-1748) al de hoeve pachtte. Tijdens de veepestepedimie in de jaren 1769/1770 had Thomas vijftien runderen, daarvan zijn negen stuks gestorven. Dezelfde Thomas had in 1786 vier "dienstboden" (boerenknechts of boerenmeiden) in dienst.

Zoon Aart (1753-1831) zet de pacht van de boerderij voort met zijn oudere vrijgezelle broer Willem (1751-1830) als bouwknecht. In de tijd van Aart wisselde de hofstede tweemaal van eigenaar. Rond 1811 worden de bezittingen van het Convent van Mariënhof verkocht, Maurits Dreijer was de koper. Hetzelfde jaar stierf Maurits en werden zijn boerderijen in 1815 weer verkocht. De volgende koper was Pieter Craandijk, een houthandelaar die goed in de slappe was zat.

De derde generatie Wantenaar doet zijn intrede in de persoon van Willem Wantenaar (1798-1870). Hoewel hij al in 1828 gehuwd was met Jannetje Kok (1799-1874) stond met de veetelling van 1832 het vee nog  op zijn vaders naam. Willem werd weer opgevolgd door zoon Gerrit (1835-1907). Gerrit is niet gehuwd, hij bewoonde de boerderij met drie zussen van hem. Hij kocht de boerderij met bijna 30 bunder landerijen in 1875 voor 31 duizend gulden. Gerrit en drie zussen van hem namelijk Aartje (1830-1904), Lijsje (1837-1915) en Heintje (1843-1921) vertrekken rond 1886 van de boerderij om aan de Steenhoffstraat te gaan wonen. De boerderij werd verhuurt aan oomzegger Willem van Hofslot (1857-1906) en Mijntje van 't Klooster (1858-1916). Toen Willem Wantenaar (1879-1967) met Marie van den Hengel (1881-1924) huwde in 1907 werd aan de weduwe Willem van Hofslot een stukje grond beschikbaar gesteld om een boerderij te bouwen namelijk: Birkstraat 133. 

Rond 1915/1916 vond er een grote verbouwing van het stalgedeelte plaats: Het achterhuis werd ingekort en de zijgevels werden verhoogd, de nok verlaagd. Waarschijnlijk werden de koeien met nieuwere inzichten gehouden. Willem en Marie kregen elf kinderen waarvan er tien volwassen werden, hun enige zoon Piet nam in 1945 de boerderij over. Hij huwde Annie van 't Klooster in hetzelfde jaar. 

Door een grote brand in 1951 wordt de boerderij verwoest, de oude hofstede stond met de achterkant naar de Birkstraat gericht. Bij de herbouw van de boerderij werd deze gedraaid. De bouw werd verricht door "kleine" Willem van Asch (1911-1968). 

Soester Courant 31 juli 1951 brand Lange Huijs.

In 1974 werd de zevende generatie Wantenaar de veehouder namelijk: Wim. Wim moderniseerde het bedrijf grondig maar merkte ook de beperkte mogelijkheden in Soest en ook in Nederland. Samen met Annemiek emigreerde zij naar Canada met succes.

Bronnen:
1) ‘Soest in de zeventiende en de achttiende eeuw';  door G.J.M. Derks en W.A.Heurneman, uitgave Historische.Vereniging Soest/Soesterberg, 2010, blz.19, 21 en 73.
2) Runderpest in Soest, door G.J.M. Derks, gepubliceerd in 'Van Zoys tot Soest', lente 1995.
3) De familie Wantenaar, door G.J.M. Derks/werkgroep genealogie, gepubliceerd in 'Van Zoys tot Soest', lente 1997.