De broers René en Oscar Wittert Van Hoogland
Auteur: Dik Top
Heren van Hoogmade
Adellijke families in Nederland hadden begin twintigste eeuw nog altijd een bevoorrechtte positie en bekleedden vaak hoge bestuurlijke en militaire functies, ongeacht hun militaire vaardigheden. Zo ook in de militaire luchtvaart.
De broers Wittert van Hoogland kwamen uit een katholieke familie van baronnen en baronessen. Vandaar waarschijnlijk de lange reeks voornamen en de titel baron of jonkheer. Hun vader was baron mr. Everardus Bonifacius François Frederik Wittert van Hoogland (1875-1959). Hij was gemeenteraadslid en wethouder en Den Haag en lid van de 1ste Kamer. De moeder was Christina Helena Snouckaert van Schouburg.
De vliegende broers waren ‘heren van Hoogmade’ en hadden ook de nodige voornamen. Reijndert (René) Willem Carel Godard Adriaan kwam in Den Haag ter wereld, op 1 januari 1906. Zijn jongere broer was Oscar Adriaan Edzard Egbert Lewe. Hij werd eveneens geboren in Den Haag, op 5 juli 1909.
Deze broers waren niet de enige jonkheren op Soesterberg. Eerder was reeds jonkheer Gerrit Sandberg als vlieger opgeleid. Gelijk met hen was er jonkheer Hubert Jan Margarethus van Asch van Wijck. Hij en Oscar woonden vanaf 1932 op het landgoed De Paltz in Soesterberg met nummer 4. Dit duurde slechts een jaar, want Van Asch van Wijck verongelukte op 12 oktober 1933.
De broers Wittert behoorden niet tot de pioniers onder de Nederlandse vliegers. Hun opleiding op Soesterberg begon ‘pas’ rond 1928.
Wie van de twee broers?
In het tijdschrift Hemel en Dampkring van de KNVvL verscheen in de jaren 1931-1932 elke maand een overzicht van de mannen die op Soesterberg vluchten hadden gemaakt voor het KNMI, met o.m. temperatuurmetingen. Deze gingen allemaal tot een hoogte van rond de 5000 m, bijna dagelijks. De naam Wittert van Hoogland komt in deze overzichten herhaaldelijk voor, maar zonder vermelding van zijn/hun voorletters.
René
Van deze twee broers was hij René degene die de langste en roemrijkste carrière bij de luchtmacht maakte. In 1926 meldde hij zich bij de Luchtvaart Afdeeling op Soesterberg om als militair vlieger te worden opgeleid. Hij werd niet toegelaten omdat hij eerst officier moest worden. In 1927 werd hij bevorderd tot officier bij het 2de Regiment van de Veldartillerie. Direct daarna meldde hij zich met succes opnieuw op de vliegbasis Soesterberg voor zijn vliegopleiding. Hij verkreeg zijn militaire brevet in 1929.
In augustus dat jaar ontvingen in de Amersfoortsche Zweminrichting enige vliegers van Soesterberg hun N.O.C. diploma (Nederlands Olympisch Comité) na het afleggen van de zware N.O.C. sporteisen. Dit waren o.a. A.K. Steup, A.B. de Vos en René Wittert van Hoogland. Samen met Steup kreeg René op 5 november 1930 op Soesterberg de gouden medaille van het N.O.C. opgespeld.
Riskante duikproeven met als resultaat een crash met de Fokker D.16
Meerdere vliegers hadden ervaren dat de formidabele jagers Fokker D.16 die vanaf december 1929 werden geleverd, tijdens een looping iets naar links trokken. Ook traden er bij bepaalde snelheden aan de vleugels trillingen op, zogenaamde ‘flutter’. De Fokker-fabriek werd hier op attent gemaakt, maar ontkende het probleem en weigerde er op in te gaan.
René Wittert kreeg de opdracht een proef te doen om een duidelijk bewijs te leveren, zodat deze constructiefout zou kunnen worden aangepakt. Dit deed hij op 15 januari 1932 met de D.16 nummer 276. Zijn bewegingen werden door zijn collega’s vanaf de grond met grote interesse gevolgd. Op grote hoogte zette hij een steile duik in, om de kritische snelheid te bereiken. Er trad inderdaad ‘flutter’ op, maar veel sterker dan hij verwachtte. De rolroeren werden afgerukt, zodat de Fokker vrijwel onbestuurbaar werd. Hij overwoog er uit te springen met zijn parachute, maar wilde zijn toestel zo ‘heel’ mogelijk aan de grond brengen. De machine dook in de bossen achter de Haagse Kinderkolonie aan de Amersfoortschestraat. Het vliegtuig verloor door de botsing met de bomen ook vrijwel de rest van de beide vleugels. Degene die het vliegtuig hadden zien neerstorten hadden niet verwacht een nog levende vlieger aan te treffen. René liep echter slechts een bloedneus en een lichte hersenschudding op. In de officiersmess zaten zijn collega’s al somber te praten over het fatale ongeluk. Zij waren dan ook zeer verbaasd dat hij levend en wel de mess in kwam wandelen en iedereen een Manzanilla sherry aanbood. Deze sherry moest degene die levend uit een wrak kon klimmen conform de traditie delen met zijn collega’s. Wegens dit ongeval sprak luit. Van Weerden Poelman de verwachting uit dat de loopbaan van René als vlieger voorbij te zijn, maar dit was geenszins het geval. In december 1932 kreeg hij de rang van 1ste luitenant - nog altijd bij de Veldartillerie, omdat de L.V.A. geen zelfstandig ‘wapen’ was. En hij bleef vliegen.
De crash van de Fokker D.16 nummer 276 in de bossen achter het gebouw van de Haagse Kinderkolonie aan de Amersfoortschestraat.
Fokker moest over de brug komen en de constructie van de rolroeren van de D.16’s aanpassen. Dit hield onder meer in dat de roeren dynamisch werden gestabiliseerd.
De D.16 waarmee René crashte was in feite de tweede die het nummer 276 had gekregen. Omdat hij ‘total loss’ was kwam er een derde 276 voor in de plaats.
Formatie van drie D.16’s - de nummers 281, 285 en 288. De gewichtjes die na de ‘proef’ van René boven op de rolroeren werden gemonteerd om deze dynamisch te stabiliseren zijn hier duidelijk te zien. (foto: Peter Alting)
Prins Nicolaas van Roemenië bracht Soesterberg een bezoek op 14 juli 1933. Hij werd met alle egards ontvangen, muziekkorps, maaltijd in het Casino, rondleiding in de werkplaatsen enz. Van Weerden Poelman stuntte met de Vijf Vingers in C.5’s en daarna gaven Sandberg en Wittert van Hoogland een demonstratie met een D.16. Dit vliegtuigtype was voor de prins geen onbekende. In 1930 had de Fokker D.16 nummer 276 in Roemenië een concours voor jachtvliegtuigen gewonnen. Deze bleef daar mogelijk achter, want voor Soesterberg werd een tweede 276 geleverd . het toestel waarmee Wittert van Hoogland de bossen in dook.
In deze tijd was hij instructeur bij de Vliegschool van Versteegh, naast Gerrit Sandberg. Hij trad ook op als rechtsbinnen (ringvinger) van de Vijf Vingers onder leiding van Van Weerden Poelman.
De Vijf Vingers - waarschijnlijk zoals ze op C.5’s vlogen met Van Weerden Poelman als leider. (foto NIMH)
Hoogterecord
Het Nederlands hoogterecord stond sinds 8 juni 1933 op naam van luit. Van Asch van Wijck, gevestigd op Soesterberg met de Fokker D.16 277 op 9587 meter. (zie voetnoot)
Op 18 januari 1935 deed René een goed voorbereide poging dit hoogterecord te verbeteren. Dit deed hij met de Fokker D.17 nummer 210, gestoken in een experimenteel speciaal goed geïsoleerd Frans vliegpak. Piet van der Griend bevestigde de barograaf aan een vleugelstijl. De start vond plaats om 11.45 uur. Op grote hoogte was de temperatuur min 54 graden. Wegens de kou en nevel kon hij niet verder stijgen en op 11 kilometer hoogte verloor René het bewustzijn. Het vliegtuig daalde zonder besturing totdat de piloot in lagere luchtlagen weer bijkwam. Hij had zuurstofgebrek gekregen omdat zijn zuurstofmasker was bevroren. Door de uitademing van warme lucht uit de longen ontstond condensatie in het zuurstofmasker. Deze condensatie bevroor en zorgde ervoor dat er een laag ijs in het masker kwam waardoor de zuurstoftoevoer werd afgesloten. Toen hij langzaam bijkwam merkte hij dat het hele instrumentenpaneel onder een laag ijs zat, zodat hij niets meer kon aflezen. Na het wegkrabben van het ijs kon hij weer wat zien en hij landde om 12.53 uur. Het barogram gaf 11.450 meter aan. De narekening bij het KNMI kwam uit op 10.450 meter.
De Fokker D.17 waarmee René het hoogterecord vestigde.
Tijdens een internationale dag op Eelde begin juni 1936 vormde hij samen met Fons Aler en Willem van Gemeren de jury die moest beoordelen wie de beste deelnemers van de kunstvluchten waren.
Vanaf 1 oktober 1935, na het vertrek van Versteegh naar Java werd Willem van Gemeren commandant van de Vliegschool. In oktober 1937 werd René Wittert van Hoogland waarnemend commandant. Van Gemeren verongelukte op 14 november 1938 bij Schiphol als co-piloot van de Douglas DC-3 IJsvogel van de KLM.
Na zijn diensttijd bij de vliegschool was hij enige tijd gezagvoerder bij de KLM. Hij woonde op Ruysdaellaan 7 in Huis ter Heide totdat hij in het voorjaar van 1938 naar Java verhuisde en daar hoofd werd van de vliegdienst van de KNILM. In het jubileumnummer van Vliegwereld 30 juni 1938 verscheen van hem een artikel over de noodzakelijkheid om meer jonge mannen op te leiden tot vlieger.
Nog in Indië was hij in 1940-’41 sterk betrokken bij de oprichting van het Vrijwillig Vliegers Corps (VVC). Na de Japanse inval daar vertrok hij waarschijnlijk via Australië 1942 naar de USA. In Jackson (Mississippi) werd hij hoofdinstructeur van de Royal Netherlands Military Flying School waar hij onder anderen prins Bernhard les gaf op een B-25 Mitchell. Hij vloog de prins voor een bezoek aan diens gezin naar Ottawa.
Hij was de eerste Nederlandse vlieger die met een landvliegtuig de Pacific overstak. Dit gebeurde in 1943 met een Lockheed Lodestar die door prins Bernhard Prinses Margriet was gedoopt. De schilder die de naam op de neus van het vliegtuig aanbracht, maakte er echter Princess Margaret van.
Zelf vloog hij daarna bij het 18de squadron van de Nederlandse luchtmacht waar ook Dick Asjes dienst deed met B-25’s vanuit Australië. Hij was bij een groot aantal missies betrokken. Na de oorlog was hij enige jaren commandant van de vliegbasis Twenthe, tot 31 januari 1955.
René Wittert van Hoogland als commandant van de Vliegbasis Twenthe. (foto NIMH)
Op 18 september 1954 ontving hij de Zilveren Medaille van de KNVvL. In 1958 was hij luchtvaartattaché voor Nederland in Ottawa in Canada. Hij had toen het genoegen zijn zoon Lodewijk de vliegerwing van de Canadese Luchtmacht te mogen opspelden. Lodewijk werd geboren in 1934. René en zijn vrouw hadden vijf kinderen. (noot 2)
In 1963 was hij hoofd van de Sectie Krijgsgeschiedenis. De militaire dienst verliet hij in de rang van reserve kolonel. Hij had een groot aantal onderscheidingen. Hij was officier in de Orde van Oranje-Nassau met de zwaarden en hij was Malthezer ridder. Ondanks het zware ongeval op 15 januari 1932 maakte hij daarna nog 13.000 vlieguren, zelfs op Douglas Skymasters en Gloster Meteors. Uiteindelijk kwam hij uit op ongeveer 20.000 vlieguren. Tijdens zijn actieve diensttijd als vlieger was hij zo vaak door het oog van de naald gekropen dat hij daar de bijnaam "René met de duizend levens" aan overhield.
René heeft na zijn tijd als vlieger een aantal boeken geschreven:
-“Het Vergeten Squadron”, met een voorwoord van Prins Bernhard. (1978)
-“Over de drempel, Op jacht in de tijdloze natuur”, spannende jachtverhalen. (1985)
-“De Stem van een Oorlogsveteraan”, een persoonlijk geschrift van een 95-jarige.
Hij was in Bunnik op 18 mei 1932 getrouwd met de op 1 september 1907 in Houten geboren jonkvrouw Jeanne Monique Ghislaine Bosch van Drakestein van Nieuw Amelisweerd. (noot 3) Het echtpaar woonde lange tijd in Valkenswaard. Daar overleed zijn vrouw op 17 mei 1989. Ze werd begraven in het familiegraf van de familie Bosch van Drakestein op het R.K. kerkhof in Soesterberg.
René overleed 98 jaar oud ook in Valkenswaard. Hij werd met militaire eer eveneens begraven in Soesterberg, op 19 november 2004.
Begrafenis van René op 19 november 2004 te Soesterberg.
In het graf in Soesterberg ligt tevens hun dochter Monica Lucia Christina Wittert van Hoogland. Zij overleed in Den Haag op 13 juni 1999.
De grafsteen op het R.K. kerkhof van René, zijn echtgenote en zijn dochter. (foto Cor Sukking)
Oscar
Wanneer Oscar aan zijn opleiding in Soesterberg begon is niet zeker. Misschien ongeveer gelijk met zijn broer René, omstreeks 1928.
Volgens de burgerlijke stand vestigde hij zich begin september 1931 in de Gemeente Soest, komend uit Zeist. Hij was toen 2de luitenant.
In mei 1932 kreeg hij als adres Paltz 4 in Soesterberg, samen met collega Van Asch van Wijck. In oktober dit jaar vertrok hij (tijdelijk?) naar Amsterdam, Keizersgracht 119. In januari 1933 werd hij benoemd tot secretaris van de commissie voor luchttoerisme van de KNVvL en ANWB. Het kantoor daarvan werd ingericht op Keizersgracht 588-590.
De Fokker D.16 nummer 283 vóór de aflevering aan Soesterberg, in de hangar van Fokker op Schiphol.
Toch was hij een maand later weer actief boven Soesterberg. Door een vliegfout bij het maken van een tonneau boven het vliegveld op 17 februari 1933 raakte hij in een steile vrille, die overging in een vlakke vrille, een uiterst gevaarlijke situatie waar een vliegtuig bijna niet uit ‘weg’ te krijgen is. Zijn vliegtuig kwam bij de Schoolweg in het bos terecht. De motor drong diep de grond in. Oscar werd zwaar gewond, maar kon ondanks een gebroken been zelf uit het zwaar beschadigde wrak klimmen. Ook hij vloog later weer.
Op zondag 16 september 1933 vertrokken uit Nederland drie sportvliegtuigen naar Frankrijk. Ze vlogen via Reims, Orly, Lyon naar Cannes. Daar zou op een eiland op 23 september de vlucht van Roland Garros over de Middellandse Zee 25 jaar eerder worden herdacht. Op Schiphol startten Oscar Wittert van Hoogland en Klaas de Geus van den Heuvel in de Pander Multipro PH-AIX. De andere twee gingen op weg van Waalhaven en Eindhoven.
In december 1933 werd Oscar bevorderd tot reserve 1ste luit. (nog steeds van de cavalerie)
Hij vertrok naar Egypte, waar hij in Cairo directeur werd van de S.A. des Bières Pyramide en vervolgens directeur van de Rijstpellerij van Heiniken’s Bierbrouwerij in Alexandrië. Hij trouwde op 7 juli 1939 in Argenvilliers (Frankrijk) met Marya Jadwiga Gravia Ledochowska. Tijdens de bezetting woonde hij met zijn vrouw weer in Nederland. Hun twee kinderen werden in Den Haag geboren. (noot 4)
INCIDENTEN MET VLIEGTUIGEN
René Wittert van Hoogland
6 augustus 1930 - Fokker D.VII 256. Motordefect bij De Bilt
7 februari 1931 - Fokker D.VII 257 verkeerde start, op neus
23 maart 1931- Fokker S.4 104 as gebroken, Soesterberg
15 januari 1932 - Fokker D.16 276 ‘wingflutter’ (boven genoemd)
18 december 1935 - Fokker C.V D 330 motorstoring, linker ondervleugel en schroef defect, Zaltbommel 5 juni 1936 - Fokker C.V D 330 tijdens escadrillevlucht tegen 628, hoogteroer verbogen
Oscar Wittert van Hoogland
1 april 1931 - Fokker S.4 125 defecte olieleiding, Oud Alblas
15 mei 1931 - Fokker C.I 530. Op weg naar Rotterdam liep de oliedruk terug en moest een noodlanding worden uitgevoerd op een weiland tussen Linschoten en Montfoort. Geen schade. Mecanicien J. Voorhof.
22 november 1932 - Fokker C.I 514 vette bougies, condensatiewater in filter, Wijk aan Zee
17 februari 1933 - Fokker D.16 nummer 283. (boven vermeld)
7 juni 1933 - Fokker C.I 492 vette bougies, geen schade, Middenbeemster.
Een D. 16 op Soesterberg met de imponerende Armstrong Siddeley Jaguar stermotor van 460 pk. Vlieger onbekend. De D.16’s werden gebruikt tot in 1938. (foto NIMH)
Noot 1.
Van Asch van Wijck had het oude hoogterecord dat Bakkenes op 28 september 1921 op Soesterberg had gevestigd met 8050 meter ook al gebroken op 23 mei 1933 met de Fokker D.16 275 en was toen boven Soesterberg gestegen naar 8400 meter.
Noot 2.
De eerste vier kinderen werden geboren in Utrecht. 1 Op 24 maart 1933 Godard Frederik Reyndert Oscar. 2 Op 26 november 1934 Lodewijk Everard Reyndert Godard. 3 Op 9 juli 1936 Monica Lucia Christina. 4 Op 20 januari 1938 Wilhelmina Rene´Yvonne Maria. De jongste dochter Ghislaine Geneviève Mari werd geboren in Batavis op 18 september 1941.
Noot 3.
Jeanne Bosch van Drakestein was een achterkleindochter van Willem Bosch van Drakestein. (1798-1853) De dochter van zijn broer Johannes Gerardus was Pauline Wilhelmina Cecilia (1839-1918) Zij trouwde met Henricus Maximiliaan Steenberge. Zij waren de eigenaren van Villa Sterrenberg in Soesterberg, die zij aan het einde van de negentiende eeuw gebruikten als zomerverblijf.
Noot 4.
Marya Ledochowska was geboren in Baltimore op 5 juli 1917 en was een dochter van graaf Wladimir Nestor Maria Jozef, heer van Ostropol en Louise Warfield. Oscar en Marya hadden een zoon en een dochter: Edzard Christiaan Everard Stanislas Eduard, geboren in Den Haag op 5 februari 1942 en Louise, Den Haag 17 april 1944.
Bronnen:
Ongevallen rapporten van de L.V.A. via Frits Gerdessen
Nederlands Adelsboek
Historische kranten
Artikelen in tijdschriften
Maart 2021
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.