Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Wulfften Palthe, Pieter Matthijs va

PIETER MATTHIJS VAN WULFFTEN PALTHE
vlieger en arts 1891-1976

Auteur: Dik Top

Pieter werd geboren op 29 april 1891 in Zwolle. Zijn vader was gymnasiumleraar dr. Karel Bernard van Wulfften Palthe en zijn moeder Johanna Geziena Beelaerts van Emmichoven. Gymnasia bezocht hij in Nijmegen. Leeuwarden en Den Haag. In juli 1909 slaagde hij voor het getuigschrift gymnasium-B. Later deze maand werd hij toegelaten tot de Universiteit in Utrecht. In september werd hem daar uitgereikt een getuigschrift wis- en natuurkunde.                                         
In 1911 was hij in militaire dienst. Dat jaar was hij voorzitter Kampcommissie Cavaleriekazerne Deventer.

Studie geneeskunde in Leiden

Van Utrecht ging hij over naar Leiden. Hij legde zijn propaedeutisch examen geneeskunde af in februari 1911, wonend in Rijswijk. Zijn kandidaatsexamen volgde in 1913. Tijdens de mobilisatie van 1914 was hij gelegerd bij de huzaren in Zutphen. Zijn doctoraalexamen volgde in december 1917. De geneeskundige Staatscommissie bevorderde hem op 24 mei 1918 tot arts 1e deel (semi-arts). In juni 1919 werd hij bevorderd tot arts. Hij woonde toen in Den Haag. In 1921 promoveerde hij op een proefschrift over de zintuigelijke en psychische functies bij het vliegen.

Vliegeniersloopbaan

Zijn interesse in de luchtvaart werd al gewekt toen hij in 1912 een vluchtje als passagier mocht maken met zijn medestudent en vriend Leo van Steyn. Hij was toen al officier. In 1913 was Van Wulfften Palthe 2de luitenant bij de Cavalerie (Huzaren).                                                            
Op 11 oktober 1913 maakte Leo van Steyn vanaf Duindigt vier vluchten. Eerst alleen, daarna met Van Wulfften Palthe richting Rijswijk en tot slot met de chef-monteur van Farman.

Nu goed gebeten door de vliegbacil vertrok hij samen met collega Hofstee op 4 november naar Etampes om vlieglessen bij Farman te nemen. De instructeur was Ferdinand d’Or. De verwachting was dat de Nederlanders midden december hun brevet zouden halen, maar zo snel ging dat niet. Tegen het einde van januari 1914 maakten ze hun eerste solovluchten. Van Wulfften Palthe verkreeg zijn FAI-brevet op 24 februari in Etampes. Hij was gedetacheerd in Deventer. Walaardt Sacré haalde hem begin augustus naar Soesterberg. In de avond van 10 augustus ging hij met Van Heyst de lucht in. Hij kreeg een ‘burgercontract’ van 5 jaar. Hij was de vierde vlieger na Van Heyst, Versteegh en Coblijn. Ze woonden in pension Nellysteijn. Roeper Bosch kwam er ook spoedig bij.


Groepsfoto uit de beginjaren: Achter Karel Doorman, Nieuwenhuizen, Muller, Drost, Van Heyst, Van Wulfften Palthe Walaardt Sacré, Van Bevervoorde, Kleine, Coblijn, Versteegh, Wallast. Voor B Schimmer, Daendels, onbekende, De Brouw. (foto: NIMH)

Omdat de L.V.A. geen zelfstandig wapen was, bleven alle vliegeniers ingeschreven bij hun oorspronkelijke wapenafdeling. Zo was Van Wulfften Palthe nog jaren lang bij het 4de Regiment Cavalerie.                                                                                                                                             
Op Soesterberg haalde hij zijn internationale brevet voor de tweede keer. Volgens een persbericht was dit op 14 juli 1915, maar het is niet vermeld in het dagboek van Walaardt Sacré. Na landingsproeven op 5 augustus en een stijgproef op 12 augustus volgde het militaire brevet op 14 september dat jaar. Dit gebeurde allemaal op Farmans.                                
Ondertussen had hij op 19 november de LA 16 ingevlogen. Om een hoogte 500 meter te bereiken had hij 5-6 minuten nodig. De snelheidsproef kon nog niet worden uitgevoerd.

In oktober verscheen het eerste nummer van het tijdschrift Het Vliegkamp waarvan de redactie werd gevormd door de officiers van Soesterberg Floris van Heyst, Karel Muller en Duinker. Het werd uitgegeven door C. de Boer jr. in Den Helder. Dit eerste nummer bevatte een artikel van Van Wulfften Palthe dat ging over medische vraagstukken op aviatisch gebied. Collega Coblijn schreef over paarden en ir. Vreeburg over Gnôme-motoren.                                                   

Na wegens slecht weer diverse malen te zijn uitgesteld, vond de grote militaire rondvlucht plaats op 3 maart 1916 met deelname van negen Farmans van Soesterberg. Van Wulfften Palthe landde met zijn waarnemer als eerste in Scheveningen met de Farman LA 16. Zijn toestel werd omhangen met een krans van Wijnmalen.  


Op het strand van Scheveningen 3 maart 1916 met een krans van Wijnmalen.
(foto: NIMH)

Op 6 april won hij met de LA 16 met Cramwinckel als waarnemer de 1ste prijs, de ‘Prijs van de Koningin’ bij een militaire verkenningstocht. Van Wulfften Palthe werd bevorderd tot 1ste luitenant op 1 december 1916. Van zijn meerderen bij de L.V.A. kreeg hij regelmatig verlof om zijn studie in de medicijnen te volvoeren.


Voor de Farman LA 19. Van Wulfften Palthe vooraan derde van rechts.  (foto: NIMH)

  


Staande naast de geïnterneerde Voisin LB.4 met Van Heyst voorin in de ‘cockpit' (foto: NIMH)

In augustus 1917 moest Van Wulfften Palthe verschijnen voor de Haagsche Krijgsraad. Hij werd aangeklaagd door zijn meerdere in rang J.R. Kemper baron van Ittersum, die kapitein was van de Vrijwillige Motorrijders van Jetersen. Deze zou in november 1916 door hem in de American Bar aan de Heerengracht in Den Haag opzettelijk in het gezicht zijn geslagen en uitgescholden zijn voor ploert. De beklaagde gaf toe geslagen te hebben, maar niet in het gezicht van het slachtoffer. Als reden voerde hij aan dat Kemper een lastercampagne over hem had gevoerd. De eis was een gevangenisstraf van zes weken. Van Wulfften Palthe tekende hoger beroep aan. Later was er sprake van een straf van veertien dagen. De auditeur-militair voerde verzachtende omstandigheden aan, waardoor deze zaak in mei 1918 eindigde met een geldboete.

Met een Fokker (type niet vermeld) maakte hij op 3 januari 1918 een looping. Dit jaar liep zijn contract af en stopte hij formeel met vliegen.

Volgens Walaardt Sarcé werd Van Wulfften Palthe op 12 mei 1919 onder de wapenen geroepen. De volgende dag vertrok hij samen met B. van Tricht naar Engeland voor Eind mei zouden ze in Felixstowe worden opgehaald met een vliegtuig door luitenant ter zee H. Nieuwenhuis en zijn collega F.J. Backer. Wegens dikke mist boven de Noordzee keerden ze terug naar het vliegveld De Mok op Texel. De volgende dag vlogen zij via Lowestoft naar Felixstowe om hun passagiers op te halen. Bij de thuisreis werden ze vergezeld door een Britse vliegboot die werd bestuurd door captain Scott. Ze landden bij de marinehaven Schellingwoude in Amsterdam.

In augustus kwam Van Wulfften Palthe opnieuw ‘onder de wapenen’. Hij werd op 14 augustus 1919 chef van de medische studiedienst op Soesterberg die onder zijn leiding werd opgericht. Deze nieuwe dienst werd ondergebracht in Hangar 9.


Hangar 9 stond tussen de voorste rij hangars en het hoofdgebouw midden achter op deze foto, met daarvoor de gedenknaald. 


In verband met zijn nieuwe functie hield hij in het congresgebouw van de ELTA op 27 augustus een voordracht met als titel: de Medische zijde van de Luchtvaart.

 Aankondiging van de voordracht tijdens de ELTA. (Algemeen Handelsblad 17 april 1919)

In het laboratorium in Hangar 9 werden allerlei experimenten uitgevoerd in verband met de keuring en de herkeuring van de vliegers. In 1920 werd er een caisson ingericht, waarin de lage luchtdruk op grote hoogte kon worden nagebootst.

 De caisson in Hangar 9. Van Wulfften Palthe rechts. (foto: NIMH)

Het testteam had ook de beschikking over diverse andere apparaten en werktuigen. Psychologie speelde hierbij een belangrijke rol. Om deze reden studeerde Van Wulfften Palthe verder in de psychiatrie en neurologie.

 Een van de ‘martelwerktuigen’ was de evenwichtsstoel. (foto: NIMH)

Op 29 september vertrok hij in opdracht van de regering voor een stage in het Franse leger om  de geneeskundige organisatie van de luchtvaart in dat land te bestuderen. Hij was daar ongeveer een maand.

De Telegraaf van 18 november berichtte dat P.M. van Wulfften Palthe op de jaarlijkse conferentie van de Fédération Aeronautique Internationale met algemene stemmen was benoemd tot secretaris van de Internationale Medische Commissie voor de Luchtvaart. Daardoor zou de zetel van deze commissie per 1 januari 1920 worden gevestigd in de woonplaats van de secretaris, Soesterberg.

Geen vlucht naar Nederlandsch-Indië

In 1919 hadden diverse militaire vliegers plannen om een vlucht naar Batavia te maken. Onder hen waren luit. ter zee Hein Nieuwenhuis en luit. George Koppen die al bij het KNIL had gediend. In januari 1920 vatte ook luit. ter zee F.J. Backer dit voornemen op. Hij zou de lange tocht ondernemen met een vliegboot van Vickers, een F.3 met twee Rolls Royce Eagle- motoren van 385 pk. Van Wulfften Palthe zou hem vergezellen. Eind januari gingen ze samen naar Engeland om met de vliegboot te gaan oefenen en dan in maart te kunnen vertrekken. Het project liep veel vertraging op. Vanaf medio maart kregen ze enige lessen in Felixstowe van instructeur major Roland Moon. Toen eind april een nieuwe vlucht was gepland die Van Wulfften Palthe zou meemaken, kwam hij te laat aan vanuit Londen. Op zijn lege plaats ging de Portugees luit. Fonseca mee. Het vliegtuig met zes man aan boord en een zware lading stortte neer in zee. Major Moon en een paar anderen kwamen daarbij om.                         Inmiddels waren er diplomatieke verwikkelingen opgetreden, omdat de Britse regering allerlei strubbelingen opwierp voor luit. Koppen die ook bezig was zijn vlucht naar de Oost te organiseren. Het resultaat was dat de Nederlandse regering in juli een einde maakte aan de ‘samenwerking’ met de Britten. Van Wulfften Palthe keerde op Soesterberg terug.

Hij schreef reeds in deze tijd regelmatig artikelen, onder meer voor het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde. In 1922 verscheen zijn eerste boek met als titel: Aerophysiologie en Hygiëne der Luchtvaart. Per 1 januari 1924 werd hij toegelaten als privaat docent op dit vakgebied. In de kliniek van professor Winkler in Utrecht studeerde hij verder in psychologie en neurologie.

Uiteindelijk toch wel naar Nederlandsch-Indië

Op 30 januari 1926 trouwde hij in Den Haag met de een jaar jongere Hendrika Cornelia Moinat. Zij was geboren in Abcoude/Baambrugge en was gescheiden van Johan Thomas Herman van Weeren. Samen vertrokken ze naar Batavia. Op Soesterberg werd hij opgevolgd door Jacob Jongbloed, die net als hij vlieger-arts was.                                                                              In Batavia gaf hij vanaf 1926 als professor les in de zielgeneeskunde aan de STOVIA, School ter opleiding van inlandse artsen in Weltevreden. Zijn adres was Koningsplein Oost 18. In 1929 werd hij als hoogleraar verbonden aan de Geneeskundige Hoogeschool Batavia die in 1927 was opgericht.

 Portret uit 1928. (foto: NIMH)

De Indische Mercuur van 4 oktober 1933 maakte bekend dat hij een uitvoerig artikel had geschreven over de wetenschappelijke verbeteringen in de krankzinnigenverzorging in Nederlandsch-Indië. Hij richtte een psychopatische afdeling op van het gevangeniswezen en begon in verband daarmee tuinbouwkolonies te stichten. Vanaf januari 1934 vormde hij met twee anderen de redactie van het Geneeskundig Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië.

Dat Van Wulfften Palthe internationale erkenning genoot blijkt onder meer uit het feit dat hij in januari 1936 in Boedapest een lezing hield over de psychische en fysische invloed van de tropen op de Europeanen.                                                                                                              
Sinds 1938 was hij geen redactielid meer, maar trad op als lid van de commissie van advies van dit tijdschrift. In 1938 opende hij tevens een eigen kliniek.

Hij schreef een groot aantal wetenschappelijke artikelen. Hij was sterk gekant tegen de onafhankelijkheidsbeweging van de Indonesiërs.

  Portret uit 1938. (foto: NIMH)

Het Soerabaijisch Handelsblad van 16 juni 1940 schreef dat Van Wulfften Palthe op 3 oktober 1939 was teruggekeerd van zijn bezoek aan het Internationale Neurologen Congres in Kopenhagen.

Wegens een groot te kort aan vliegers werd begin 1941 op Java door de Centrale Commissie als aanvulling op het Militaire Vliegercorps het Vrijwillige Vliegercorps (V.V.C.) opgericht, met afdelingen in de zeven grootste steden. Van Wulfften Palthe speelde hierbij als vice-voorzitter van de commissie een belangrijke rol. Op 29 november 1941 werd hij in verband met het V.V.C. voor de radio geïnterviewd. Tot dan hadden 153 jonge mannen zich aangemeld voor de opleiding tot vlieger. Mede door het gebrek aan lesvliegtuigen kregen slechts ongeveer tachtig van hen een brevet.

Reeds drie dagen na de Japanse invasie in 1942 werd hij gevangen gezet. Toen werd ontdekt dat hij arts was, kon hij daar handig gebruik van maken. In de kampkliniek verzorgde hij zo’n tachtig Nederlandse geesteszieken. Hij en zijn vrouw overleefden. Bij de bevrijding woog hij nog maar 47 kilo.

In 1945 richtte hij in Batavia een Nood-Universiteit op. In augustus 1946 was hij raadsvoorzitter van de Medische Coördinatieraad en schreef hij een artikel over het tekort aan medisch personeel en over de moeilijke situatie aan de Nood-Universiteit. Hij werd benoemd tot hoofd van het departement voor coördinatie van medische aangelegenheden.

Terug in Nederland

In 1948 vestigde hij zich als consulterend zenuwarts in Zeist op Woudenbergseweg 26. Hij en zijn vrouw hadden geen kinderen. Ze gingen wonen op Jan Steenlaan 3 in Huis ter Heide.

Stichting Nationaal Luchtvaart Geneeskundig Centrum

Op initiatief van zijn collega Jacob Jongbloed werd een moderne uitgave van ‘hun’ voormalige Vliegmedische Dienst opgericht. Het nieuwe gebouw van de V.M.D. dat in oktober 1937 was verrezen schuin tegenover het Soester Natuurbad was door de Duitsers vernield. Aan de Kampweg kwam in 1951 een groot nieuw gebouw, waar Van Wulfften Palthe op 2 januari 1952 als directeur in functie trad van het NLGC. Jongbloed was voorzitter van de Stichting. Hier werden elk jaar zo’n vijfduizend keuringen verricht van militaire en civiele piloten. Een belangrijk onderdeel van de testen was de ‘centrifuge’.  Ook in deze tijd publiceerde hij veel artikelen.

 Het NLGC aan de Kampweg in Soesterberg dat nog altijd in gebruik is. De naam werd later Centrum voor Mens en Luchtvaart en is niet meer van Defensie. (foto: collectie Dik Top)

In Soesterberg werd in mei 1958 de Nederlandse Vereniging voor Luchtvaartgeneeskunde opgericht. Het voorlopig bestuur bestond uit dr. J. Kylstra, oogarts van het NLGC, vliegerarts C.J. Snepvangers, W. Grimm van de KLM, dr. J.H.W. Tervoert te Soest (reserve-officier van de KLu) en Th. van Wijk van de Koninklijke Marine.

Van Wulfften Palthe bleef in zijn functie tot hij in april 1961 70 jaar werd. Hij woonde toen in Den Dolder. Zijn opvolger werd dr. Jan Kylstra die al sinds de oprichting in 1952 aan het NLGC was verbonden. Hij was oogarts en 20 jaar huisarts geweest in Waardenburg.

 De afscheid nemende prof. P.M. van Wulfften Palthe. (Algemeen Handelsblad 17 april 1961)

Van Wulfften Palthe was Honorary Member of the International Academy of Aviation Medicine en werd in 1961 tevens benoemd tot lid van de International Academy of Astronautics. In Oklahoma in de USA werd in deze tijd naar het Soesterbergs voorbeeld een soortgelijk keuringscentrum geopend. De laatste tijd woonde hij met zijn vrouw in Soest in flat 102 op Soesterbergsestraat 111. Hij overleed op 23 april 1976. Hij schreef een aantal boeken op zijn vakgebied en was ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Door de inspanningen van Van Wulfften Palthe is Soesterberg niet alleen de bakermat van de militaire luchtvaart geworden, maar ook van de militaire luchtvaartgeneeskunde.

----
Luitenant-kolonel vliegerarts E. de Vries over zijn collega Van Wulfften Palthe

Onder de titel “Eist het ’super vliegtuig’ een ‘superpiloot’?” schreef De Vries onder meer: <Keuring en selectie voor een vliegende functie. Sedert het begin van de vliegerij, zo tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog, hebben vele medici zich bezig gehouden met de vraag welke bijzondere lichamelijke en geestelijke eisen moesten worden gesteld aan de bestuurder van een vliegtuig. Reeds in 1920 stelde prof. dr. P. M. van Wulfften Palthe een keuringsreglement voor vliegers en waarnemers bij de Landmacht en de Zeemacht samen, waarnaar de Legerorder 1938 Nr. 238 nog verwijst. Dit keuringsreglement komt praktisch woordelijk overeen met de artikelen 35 en 36 van Bijlage A van de Luchtvaartwet, die laatstelijk is gewijzigd op 12 december 1935. Hieruit moge blijken, dat een nieuw Luchtvaart Keuringsreglement niet overbodig zou zijn. Het zou dan beter aangepast dienen te zijn aan de eisen die het moderne vliegtuig aan zijn inzittenden stelt en aan de zich steeds uitbreidende luchtvaart-geneeskundige kennis van de laatste jaren.>

(Artikel in het tijdschrift Luchtmacht}
----

INCIDENTEN MET VLIEGTUIGEN
5 november 1915 - Oldebroek. Slechte landing, waarbij zijn vliegtuig werd beschadigd.
9 november 1915 - Noodlanding op weg naar Oldebroek bij de Stationsweg Harderwijk met de Farman LA 8. Wegens hondenweer werd de machine gedemonteerd en over de weg naar Soesterberg vervoerd.
27 november 1915 - Baambrugge/Abcoude. Noodlanding als gevolg van motorstoring in de Oostzijdse Polder. Hij was met 1ste luit. De Brauw op weg van Scheveningen over Katwijk en Haarlem naar Soesterberg. De volgende dag konden ze de vlucht volvoeren.
26 april 1916 - Huisduinen bij Den Helder. Van Soesterberg opgestegen met 2de luit. Drost in de geïnterneerde tweedekker LA 25 moest hij na vijf kwartier noodlanden op het strand. Bij de tweede poging om weer op te stijgen ging het toestel over de kop omdat de wielen in het zand wegzakten. Geen letsel. Schroef en motor beschadigd. Vliegtuig gedemonteerd.
4 mei 1916 - Bodegraven. Door motorpanne een noodlanding met de 100 pk Albatros. Het vliegtuig moest wegens lichte schade over de weg naar Soesterberg worden vervoerd.
16 november 1916 - Heumensoord bij Nijmegen. Noodlanding wegens motordefect met de Farman LA 4. Nadat uit Arnhem een nieuwe motor arriveerde en was gemonteerd, kon hij de reis 3 uur later vervolgen.
4 september 1917 - Putten. Op weg van Oldebroek naar ‘huis’ stopte de motor van de Albatros B.II LA 31 na enige knallen en vloog in brand. Bij de noodlanding in een knollenland over de kop. Van Wulfften Palthe sprong uit het vliegtuig en raakte aan een been gewond.
5 juni 1918 - Soesterberg. Tijdens het bezoek van prins Hendrik ‘viel’ Van Wulfften Palthe met een Rumpler voor diens ogen. Zijn ‘bijrijder’ jonkheer van Reigersberg Versluys had geen letsel, maar de piloot werd aan een been verwond. Na eerste hulp in het veldhospitaal werd hij voor herstelling vervoerd naar het hospitaal in Den Haag. Het vliegtuig werd flink beschadigd.
5 september 1919 - De ELTA-rondvlucht met een Spijker V.2. Hij moest wegens motorpech met zijn waarnemer 2de luit. Zwiers terugkeren naar het startpunt.

Bronnen:

Dagboek van commandant H. Walaardt Sacré.                                                                         
Historische kranten en tijdschriften.                                                                                      
Genealogische gegevens via Eddy Habben-Jansen

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto