Geboren op 1-1-1904. De heer Veldhuizen vertelt over het zwemmen in een plas in het Soesterveen op 300 m afstand vanaf de Wieksloot. Aan de Wieksloot, die zeer slecht begaanbaar was en pas in 1919 werd verhard, woonden veel arme mensen. Verschillende mensen werkten in zeepfabriek van Pleines in Den Dolder. ’s Winters werkten er ook veel bij meneer Bossevain van Prins Hendriksoord. De garage van Pr. Hendriksoord was in de Sillemhoeve.
Track 2
De heer Veldhuizen bezocht de chr.school aan de Insingerstraat vertelt hij op track 2. In het Soesterveen, zo vervolgt hij zijn verhaal, heeft hij nog gezien dat er turf gestoken werd. Ook zocht hij kruiden in dat gebied. Het was ook een aantrekkelijk jachtgebied. De jacht was van koningin-moeder Emma. Stropers waren Tinus en Kobus van den Broek. Hij heeft ze eens gewaarschuwd voor jachtopziener Gijs Hummel. Op de hoek van de Vaarderhoogweg (een paadje) woonde iemand die genoemd werd Kouwer Job, die oer- en oerdoof was.
Het voedsel werd zelf verbouwd. Vader had een aardappelveld achter het Spiehuis. Op Staalwijk woonde mej. Staalwijk die hij nog gekend heeft. Een zekere Klaas Dorrestein heeft haar bezit geerfd. Eén van de dochters van Dorrestein gehuwd met Stam in Soestdijk.
Track 3
Op track 3 vertelt de heer Veldhuizen dat het Spiehuis vroeger een kruidenierswinkel was (ene Donkelaar, is later geëmigreerd). Vader Veldhuizen was gecharmeerd van dominee Brans. Het was ver lopen naar de kerk (5 kwartier).
Track 4
Op track 4 vertelt de heer Veldhuizen over ene Klaas Slechtenhorst (scheldnaam van Pomp) die bezembinder was en zaterdags bezems ging verkopen in Utrecht. Ook vertelt hij dat koningin Emma een rondritje maakte door Soest. De gaten in de Wieksloot werden dan gedicht. Ook een verhaal over paling die werd gevangen in de sloten. Gezwommen werd er in de plas tussen de snoeken. ’s Avonds ging men vroeg naar bed. Geslapen werd op stroo dat om de vier maanden werd ververst.
Track 5
Op track 5 wordt verteld dat de heer Veldhuizen na z’n trouwen is gaan wonen op de Vaarderhoogtweg (paadje). Hij heeft o.a. gewerkt aan de aanleg van de betonweg tussen Spiehuis en Hotel Trier. Toen hij 12 jaar was had hij roodvonk. Genoemd wordt dokter Rupert. Als vroedvrouw trad op juffrouw Westra. Vrij geloot voor militaire dienst. Wel gekeurd. Ter keuring samen met twee Muizen (de één moest oom zeggen tegen de ander). Gezongen in een gemengd koor in Lage Vuursche en ook nog even in dubbelmannenkwartet in Hilversum. Opgetreden in De Karseboom. Hij werkte ook in de bouw in Hilversum.