(geb. 18-3-1927, ovl. 16-10-2015) Vertelt dat hij geboren is in Amsterdam. In de jaren dertig verhuisd naar Tilburg. Zijn vader zat in de textielhandel. In 1938 naar Haarlem verhuisd. Vervolgens in 1940 naar Driehuis-Westerveld. In 1942 naar Soest. Daar gewoond tot 1948/1949 aan het adres Wilhelminalaan 17 (ouderlijk huis). Vervolgens verhuisd naar Noordoostpolder waar hij baan als leraar had gekregen. Van de N.O.P., inmiddels in 1952 getrouwd, verhuisd naar Kortenhoef. Van Kortenhoef in 1960 verhuisd naar Soest. Daar onderwijzer aan de H. Hartschool (mulo, later kardinaal Alfrinkmavo).
Na de lagere school in Tilburg en Haarlem doorgebracht te hebben o.a. onderwijs gevolgd bij de paters Augustijnen in Overveen. Tijdens de oorlog de HBS in Hilversum bezocht.
Na de oorlog landbouwhogeschool in Wageningen bezocht. De belangstelling voor de agrarische wereld ontstaan tijdens de oorlog. Dierenarts Kok woonde aan de Wilhelminalaan. Tijdens de oorlog veel met hem meegegaan als er koeien waren aangeschoten of als er gekalfd moest worden.
Track 2
De aanleiding om uit Driehuis Westerveld te vertrekken naar Soest was de bouw van de Atlantikwal.
In de jeugdperiode actief geweest in jeugdbeweging. Men kwam bijeen in ruimte onder het altaar in de (afgebroken) Mariakerk. Andere jongens die hij zich herinnert o.a. Harry Boereboom, Frits de Groot, de jongens van Smit, de jongens van Batenburg.
De deelname aan het verzet beperkte zich tot het rondbrengen van kranten (De Hollander). Na de explosie en brand bij de Societeit op het Nieuwerhoekplein werd vader gedwongen glas te vegen op het plein. Zelf een keer gearresteerd bij De Bilt. Ze dachten dat het om een jood ging. Gezegd dat ze Batenburg (de gemeentesecretaris die ook aan de Wilhelminalaan woonde) maar moesten bellen.
Na de landbouwhogeschool de kweekschool gevolgd bij de paters in Hilversum.
Track 3
Vrouw leren kennen op HBS (zaten naast elkaar in de bank omdat zowel het aantal jongens als meisjes oneven was). Ze kwam uit Baarn en was een dochter van meester Kerkhof (onderwijzer aan de Bonifaciusschool in Soest).
In Noordoostpolder samen met vrouw ook kerkelijk actief. Hoewel zelf geen kinderen moest men van de pastoor gaan luisteren bij de Bond voor Sexuele Hervorming om te horen wat ze daar zeiden over de door de katholieke kerk opgerichte Bond voor de grote gezinnen.
Vanuit de Noordoostpolder toch weer naar het oude land (in dit geval Kortenhoef) vertrokken omdat het daar gemakkelijk was aktes te halen (aktes wiskunde, natuurkunde en scheikunde).
Toen benaderd door Hilhorst (hoofd van de mulo) om les in Soest te komen geven. Eerst gewoond aan de Van Goyenlaan, daarna aan de Grote Melmweg en vanaf medio jaren zeventig op het huidige adres Kerkpad ZZ 57.
Track 4
Schoolhoofd Hilhorst was een bijzondere man. Heel explosief. Dan weer uiterst blij en opgetogen, dan weer zwaar bedroefd.
Vrouw Hennie Kerkhof zat in het kerkbestuur. Het kerkbestuur was in feite ook schoolbestuur. Vrouw ook zeer actief in bejaardenwerk geweest. Samen actief in Molenschot, jeugdverenigingen en heel veel sociaal werk gedaan. Veranderingen in katholieke kerk betreurt hij. Vertelt anekdote over de preventieve toekenning van het Heilig Oliesel aan ouderen. Pastoor Verbeek kreeg het ook maar toen hij later in het ziekenhuis werd opgenomen kwam men daar achter en werd van hogerhand aangegeven dat men dat niet meer mocht doen.
Track 5
Vertelt met enthousiasme over het onderwijs in het veld. O.a. met Van Elmpt en Van Schaick. Van Elmpt heeft hem ook geholpen bij het houden van bijen. Die hield hij toen hij aan de Grote Melmweg woonde.
Zijn eerste vrouw is 11 jaar geleden overleden na vijf jaar verzorging.Tweede vrouw is een stuk jonger. Daarmee deel je dus niet het verleden en dat geeft weer een andere beleving van de ouderdom.
Ingezet voor het behoud van het karakter van het Kerkpad (woont tegenover het zogenaamde geitenweitje dat de gemeente wil bebouwen).