Geboren op 19-2-1918 op het Tweede Weteringpad, een zijpad van de Laanstraat in de voorkamer van de woning van Eefje Vlug. Er heerste na de eerste wereldoorlog woningschaarste. Ouders hadden een kamer gehuurd van Eefje Vlug. Na ongeveer 2 jaar verhuisd naar noodwoningen in het paardengat achter de openbare school aan de Beetzlaan. Dat is niet hetzelfde paardengat als waar later het tenniscomplex aan de Schrikslaan is aangelegd. Geïnterviewde heeft overigens dat laatste paardengat nog als grote zandkuil gekend. In noodwoningen woonde ook Jantje Dorrestein (Wistniet), die 24 kinderen had. De bijnaam “wist niet” had betrokkene gekregen omdat hij niet wist hoe die aan zoveel kinderen kwam. Toen hij (v.d. Hoef) later op de Molenstraat kwam te wonen (in het dubbele pand “zelf gebouwd” naast de villa Majella) kwam de hele familie “Wist niet” zondags langs naar de kerk Later zijn (door v.d. Hoef en Stam) woningen op de Molenstraat gebouwd tussen de plaats waar de Windhond heeft gestaan en de villa Majella. Na een paar jaar in noodwoningen aan de Beetzlaan te hebben gewoond, verhuisd naar woningen van Patrimonium aan de Nieuweweg. Dat was toen een klein klinkerstraatje. Onbezorgde jeugd. Speelde o.a. bij stationnetje Soest Zuid (dat toen richting Kolonieweg lag) en bij het kerkhofhuisje van het Mollenkerkhof.
Track 2
Herinnering aan spelen op spoorlijn. “Bello” moest stoppen in verband met spelen op spoorlijn. Herinnering aan Soesterveen en het vele water. Boerderijen in buurt Oude Grachtje (Van v.d. Akker en Leertouwer). Oppassen voor turfgaten want die waren gevaarlijk. Openbare school aan de Beetzlaan bezocht. Onderwijzend personeel: Stuurman, Bloemendal, mevr. Meijburg (favoriet) en mevr. V.d. Broek. Toen broertje (nakomertje) gedoopt moest worden was de eis van de voorganger van de Gereformeerde Kerk dat de oudste kinderen de openbare school zouden verlaten en naar de chr. school zouden gaan. In 5e klas overgestapt naar de chr. school aan de Prins Bernhardlaan o.a. bij dhr. V.d. Flier. Vader was eerst boerenknecht, later bij de posterijen en toen in de bouw. In de bouw heeft hij zichzelf omhoog gewerkt. Heeft samen met kameraad V.d. Broek een dubbelhuis gebouwd op de Hartweg. Daar gewoond naast Dorus de Zoete (groenteboer). Overigens daarvoor verhuisd van Nieuwstraat naar Korteweg.
Track 3
Korteweg was een zandweg. Daar was een boerenwoninkje. Daar woonde Willem van Dijk. Die had het eerste T-fordje in Soest. Hij had ook een winkeltje. Daar tegenover heeft geïnterviewde gewoond. Geen honger geleden in jaren dertig maar een vetpot was het ook niet. Op 14e jaar gaan werken met vader. Spelen achter het tolhuisje bij de Praamgracht nabij de Biltseweg. Daar waren ook vennetjes waar gezwommen kon worden. Ook werd de Biltseweg overgestoken en achter het paleis naar de Wtite Duinen gegaan. Daar in de buurt bramen plukken. Een otter gezien! Herinnering aan strenge winter 1928/29. Herinnering ook aan hoog water. Herinnert zich dat bij tunneltje aan Lange Brinkweg 1 meter water stond.
Track 4
Herinnering aan spelen en vergezichten op De Eng. Heeft De Windhond zien draaien. Volbouwen van de Molenweg. Op De Eng werden hoofdzakelijk rogge, haver en aardappelen verbouwd. Prachtige papaver en korenbloemen. Ook prachtig bij sneeuw. Herinnering aan kerstfeest in Oude Kerk. ’t Hart was een echte gemeenschap. Als iemand dood ging, gingen alle luiken in de buurt dicht. Later nog eens verhuisd naar de Heideweg. Uiteindelijk terechtgekomen op de Molenstraat. Toen in militaire dienst. Lag in Willem III kazerne in Amersfoort (daar was naast cavallerie ook artillerie) toen oorlog uitbrak. Gevochten bij de Grebbe en Scherpenzeel. Patrouille gelopen bij water in De Treek. Geslapen in bos (op locatie waar nu de Internationale school voor wijsbegeerte staat). Over Soesterberg teruggetrokken op fiets.
Track 5
Daarna liep je niet meer echt vrij uit. Noemt dokter Donker als iemand met NSB-neigingen. Opgepakt en ondergebracht in oude kazerne. Gedwongen op het kamp te werken. Gezien hoe mensen in elkaar werden geslagen. Was niet vol te houden. Toen gelukkig weg kunnen gaan. Net als buurman Jan Kuipers (zoon van stoffeerder aan de Prins Bernhardlaan) kunnen komen bij de luchtbescherming. Moest zich melden op gemeentehuis bij jhr. Brandeler (woonde vlak bij café De drie sneetjes). Piketdienst, ’s nachts op de Lange Brinkweg. Herinnering aan neerstorten vliegtuig bij Verlengde Talmalaan. Was toen vrij en is samen met Van As, stukadoor, als een van de eerste naar plek des onheils gegaan. De avonden tussen het tiende en twintigste jaar werden doorgebracht met catechisatie, knapenkoor, zangvereniging, avondschool en veel lezen. Bovendien vond er overgang plaats van Gereformeerde Kerk naar Apostolische Kerk waar driemaal dienst was (tweemaal zondags en eenmaal donderdagavond).
Track 6
Toen gewoond werd op de Hartweg woonde achter hem de kruidenier Van Oest. Daar gewerkt op zaterdagen. Moest ook boodschappen wegbrengen. O.a. naar berucht buurtje aan de Wieksloot. Herinnering aan excursie met Rinke Tolman. Van der Hoef was lid van de Natuurhistorische vereniging. Ook herinnering aan Elias de Ruig, tuinder aan de Beckeringhstraat. Grote opschudding in dorp over moord op de Lazarusberg. Iemand van de Heuvelweg. Bijnamen: familie v.d. Hoef werden genoemd: de Peuten. Hij was Gart van Peut.
Grootvader had veel grond bij Korte Hartweg. Was tuinman bij koningin Emma. Grootmoeder was werkster op paleis.
Track 7
Getrouwd in oorlog. Eerste vrouw was buurmeisje . Was niet v.d. kerk en dat mocht niet. "Met dat meisje ga je naar de verdommenis." zei voorganger van de Apostolische Gemeente (een belastingcommies). Overleden aan difterie. Winkeltjes in ’t Hart. (Van Oest, Cassius naast slager). Varkens werden thuis geslacht. Iedereen in ’t Hart had thuis een varken.