marechaussee, (o.a.) vz Museum Oud Soest en vele andere comités
Track 1
Dit interview is opgenomen in het jaar 2025. Voordat Cees Vos (28 mei 1947) zich in Soest vestigde heeft hij behalve in zijn geboorteplaats Voorthuizen nog gewoond in Baarn en in Bussum. In 1982 is hij in Soest komen wonen. Voor Soest hebben hij en zijn vrouw gekozen vanwege de aanwezigheid van de stations omdat vanuit die plaats gemakkelijk gereisd zou kunnen worden naar andere mogelijke standplaatsen als marechaussee. Ook wilden ze voor de kinderen een stabiele situatie creëren zonder verhuizingen. Hij kende Soest overigens al uit de tijd dat hij in Baarn woonde in een dienstwoning bij de marechausseekazerne (gericht op veiligheid van paleis Soestdijk en de bewoners). De twee dochters zijn ook in het ziekenhuis van Baarn geboren. Hij is in 1967 in dienst getreden bij de marechaussee. Hij wilde
eigenlijk bij de politie gaan werken maar de kans was dat hij niet goedgekeurd zou worden als gevolg van een operatie die hij als 8-jarige had ondergaan. Na de middelbare school heeft hij eerst gewerkt bij de Middenstandsbank in Hilversum. Van huis uit is Cees eigenlijk tot boekhouder opgeleid. Toen het moment aanbrak dat hij de dienstplicht zou moeten vervullen suggereerde zijn vader hem om zich aan te melden bij de marechaussee als professional. Toen hij vanuit Bussum werd overgeplaatst naar een functie bij de staf in Den Haag heeft hij bij diverse projecten waarbij hij werd ingeschakeld (o.a. 175 jaar bestaan van marechaussee) nog wel profijt gehad van zijn boekhoudersdiploma en zijn financiële werk bij de Middenstandsbank. Hij heeft ook tijdens de periode van de Golfoorlog ook nog een jaar gewerkt als verbindingsman tussen de Amerikanen in Soesterberg en de bestuurlijke instanties in Nederland. De laatste 12 jaar heeft hij gewerkt bij Schiphol. Vanuit de staf werd hem gevraagd om mee te doen aan het project waarbij de marechaussee de politietaken op Schiphol zou overnemen naast de grensbewakingsfunctie.
Track 2
De vaardigheid tot het maken van protocollen en draaiboeken heeft hij vooral gekregen tijdens de werkzaamheden bij de marechaussee en de opleiding daarvoor. Eén van de aspecten van dat werk en de opleiding was de crisisbeheersing bij eventuele calamiteiten. Daartoe heeft hij o.a. een opleiding gehad bij de brandweeracademie in Arnhem. Overigens heeft het vermogen tot organisatie en ordening er altijd van huis uit al een beetje ingezeten. Overigens is de aanwezigheid van protocollen etc. met name ook van belang geweest in de periode dat hij betrokken was bij de zorg voor de veiligheid van de Amerikanen in Soesterberg en omgeving gedurende de Golfoorlog . In die tijd heeft hij ook samengewerkt met de toenmalige burgemeesters van Zeist en Soest en met het openbaar ministerie. Gedurende de periode dat hij actief was als professional bij de marechaussee heeft hij zijn vrijwilligersactiviteit in de Soester samenleving beperkt tot de Warmbloed paardenfokvereniging Eemland. Als liefhebber had hij al een paard voordat hij in Soest woonde. Zijn paard was gestald bij een adres aan de Korte Brinkweg. Ook zijn dochters hadden de liefhebberij voor pony’s
Track 3
In het zicht van de afronding van zijn professionele carrière bij de marechaussee kwam er ook ruimte voor andere vrijwilligersactiviteiten. Zo werd hij door burgemeester Koos Jansen gevraagd om de activiteiten rond de viering van het 975 jarige bestaan van Soest te coördineren. Aanvankelijk was Hans v.d. Pol daarvoor benaderd maar deze koos voor het raadslidmaatschap. Deze functie was vanwege het twee-pettenprobleem niet te combineren was met het voorzitterschap van het comité Soest 975 jaar. Kees werd voorzitter van deze stichting. Na de viering van het 975-jarig bestaan van Soest volgde de organisatie van de feesten ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de VVV. Ook daarvoor is een stichting opgericht. Vervolgens werd hij benaderd door de stichting De Windhond om p.r. en sponsoringsactiviteiten verder uit te bouwen. Door burgemeester Noordergraaf werd hij in 2006 of 2007 benaderd om de organisatie van de 4 en 5 mei vorm te geven. Het toenmalige oranjecomité was daarvoor eerst benaderd maar wilde zich beperken tot oranjefestiviteiten. De zorg voor de aandacht voor 4 en 5 mei is begonnen met de festiviteiten rond de viering van 60 jaar bevrijding . De zorg voor de herdenking is in samenwerking met vele anderen geleidelijk aan uitgebreid. Genoemd wordt de betrokkenheid bij de herdenking van de 33 slachtoffers in Soesterberg op de luchtmachtbasis en de plaatsing van het Indiëmonument.
Track 4
Ingaande op een vraag naar de vaardigheid en het vermogen tot fondsenwerving zegt Cees Vos dat het niet alleen gaat om het vragen van geld maar vooral om de mensen en bedrijven bij een bepaalde activiteit te betrekken en dat ook aan het publiek kenbaar te maken. Met veel waardering spreekt hij over de betrokkenheid van vader en zoon vd. Grift bij de bouw van de molen. Na de activiteiten voor de herbouw van de molen werd hij gevraagd om ook actief te worden bij het museum Oud Soest. In eerste instantie voor de p.r. en de fondsenwerving. De eerste contacten met het museum waren ontstaan in het kader van de festiviteiten rond het 100-jarig bestaan van de VVV. Toen werd een zaal ingericht als De Gouden Ploeg (de ontstaans-locatie van de VVV). Cees zegt dat hij graag had gezien dat de inrichting van de zaal als Gouden Ploegcafé een meer definitief karakter had gekregen mede gelet op de mogelijkheden om er een buitenterras te maken. Maar de bestuurlijke beslissing was anders en de voorkeur werd gegeven aan inrichting als oude raadzaal. Met veel waardering spreekt Cees vervolgens over de vele medewerkers die actief zijn in het museum.
Track 5
Cees zegt dat dat één van zijn eerste zorgen was nadat hij tot voorzitter van het museum was benoemd te zorgen voor een goede veiligheidssituatie. Hij was er door Tolboom van de brandweer op gewezen dat anders het risico aanwezig was dat de gebruikersvergunning zou worden ingetrokken. In goede samenwerking met de eigenaar Jan Smeeing is daar hard aan gewerkt. Vervolgens refereert hij aan de vele veranderingen/activiteiten die binnen het gebouw in de achterliggende periode zijn gerealiseerd. Hij noemt o.a. de herinrichting van de natuurafdeling en de religie, de afdeling gewijd aan het koningshuis (de maquette van het paleis Soestdijk), de Isingskamer, de archeologie , de wisseltentoonstelling etc. Ook wordt gesproken over wensen voor de toekomst , waarbij als beperking naar voren komt de noodzakelijke ruimte daarvoor. Zo uit hij o.m. de wens voor een expositie van bromfietsen gerelateerd aan de voormalige Eysinkfabriek.
Track 6
In het laatste deel van het vraaggesprek uit Cees nogmaals zijn waardering voor de betrokkenheid van de eigenaar van het gebouw en van alle medewerkers van het museum. Hij refereert aan de voorbereidingen die samen met anderen worden getroffen voor de viering van het 1000- jarig bestaan van Soest in 2028/2029. Er is voor de bijdrage van het museum aan die activiteiten een werkgroep gevormd. Hij spreekt ook de hoop uit dat het aantal bezoekers zal groeien en dat ook het bezoek van bussen (dat door coronaperiode was ingestort) weer terug zal komen. Hij wijst ook op de mogelijkheid om ruimte te verhuren voor activiteiten .