HET VOORMALIG SLACHTHUIS
Lange Brinkweg 65 te Soest
Initiatief van de slagersvereniging Soest 1929-1954
Gemeente Soest 1955-1982
A. Hilhorst / Vleescentrale 1982-1995
Vleescentrale verhuist naar Zuidergracht en Slachthuis wordt gesloten en gebouwen verkocht.
Historie in het kort:
Op 26 augustus 1929 werd het Slachthuis officieel geopend. Het was een initiatief van de slagersvereniging Soest, die graag een eigen plek wilden hebben waar de dieren geslacht konden worden en verwerkt tot vlees dat in de winkels verkocht kon worden. De realisatie sloot aan op de jaren discussie of de gemeente Soest niet een Openbaar Slachthuis moest exploiteren. De gemeenteraad had liever dat dit gebeurde op basis van particulier initiatief. Een van de Soester slagers was directeur van het Slachthuis, eerst slager Van den Berg, vanaf 1938 slager Zoetelief.
Begin jaren ’50 van de vorige eeuw wilden de slagers stoppen met de exploitatie. Uiteindelijk nam de Gemeente Soest vanaf 1 januari 1955 de exploitatie over. De N.V. Centrale Slachtplaats werd gemeentelijk slachthuis. Het Slachthuis werd net als het Gasbedrijf een van de ondernemingen die door de gemeente Soest zelf werd geëxploiteerd. Het is al die jaren een kostenpost geweest voor de gemeente Soest, want een sluitende exploitatie leek niet mogelijk. In de financieel moeilijke jaren ’70 is diverse malen gesproken over het sluiten van het slachthuis in Soest. Uiteindelijk is het in 1982 verkocht aan de heer A. Hilhorst. Hij bouwde het slachthuis om tot een groothandel in vlees, welke in de loop der jaren de naam “Vleescentrale Soest” kreeg, toen zijn schoonzoon Cor van den Heuvel de directie van de onderneming overnam.
Uiteindelijk is het gebruik van het pand als slachthuis eind 1995 beëindigd nadat de Vleescentrale Soest verhuisde naar de Zuidergracht en daar een nieuw pand in gebruik nam.
Verschillende jaren is het slachthuis onder strenge voorwaarden ook gebruikt voor het ritueel slachten om daarmee ook het clandestien thuis-slachten te voorkomen.
Het slachten in het slachthuis is door de gehele periode onderhevig geweest aan strenge eisen. Het vlees moest altijd door keurmeesters worden beoordeeld. Daarnaast zorgde de Dierenbescherming voor een strenge controle of de wijze van slachten wel aan de eisen voldeed. “De dieren moesten met zachtheid worden benaderd, en mogen niet ruw worden behandeld”, zo was het uitgangspunt van de Dierenbescherming. Door de jaren heen wisten nog wel wat dieren te ontsnappen, hetgeen soms tot bijzondere situaties leidde. Echt aan de slacht ontsnappen, zat er echter niet in.
Verschillende jaren konden ook kadavers bij het slachthuis worden afgeleverd en waren er “nood-slachtingen” mogelijk.
Een deel van het terrein is tegenwoordig een huisartsenpraktijk, de gebouwen zijn inmiddels particulier bezit en een deel wordt als woning gebruikt (de vroegere dienstwoning van een van de medewerkers).
Bronnen:
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.