Klooster 't

Locatie; Eemstraat 16, Soest.
De boerderij ’t Klooster dateert waarschijnlijk uit de zestiende eeuw. De boerderij dankt haar naam aan het verdwenen klooster Mariënburg waartoe het oorspronkelijk behoorde.

De oudste vermelding is van 1645. Uit dat jaar is een opgave van de inwoners van Soest, die voor het zogenaamde huisgeld werden aangeslagen. In genoemd jaar moest "Geertgen int Clooster" ƒ. 16,-- betalen. Een betaling van ƒ.16,-- duidt cp bewoning van een flinke boerderij. In een circa 1650 opgestelde "Memorie der Landerijen" worden, zonder nadere omschrijving, genoemd "de erfgenamen van Geertgen Henrix weduwe in 't Clooster. 

Jan Hendriksen van 't Klooster en echtgenoten Wilhelmiina Smorenburg en Hendrikje van der Hooven boerden op de bekende boerderij 't Klooster (waaraan zijn familie haar naam ontleende) en had bij het uitbreken van de veepest in 1769 zestien runderen.  

Carel Gustaef Falck was sinds 1766 eigenaar van deze hofstede. Op 29 april en 7 mei 1785 werd er namens de weledelgeboren heer Carel Gustaef Falck een nieuw huurcontract opgesteld (11 mei 1785 is Falck overleden) met Aart Jansz van 't Klooster (1758-1822), hij was nog niet gehuwd. Het verhuurde wordt omschreven als: de hofsteede bestaande uit een huis, met zijn schuuren, bergen, schaaphok, bakhuis en verder getimmerte en twee en veertig morgen, zoo wei- bouw- en hooiland, alsmede vier morgen vijfhonderd een en tachtig roeden, staande en geleegen op den Soester Eng, onder de gerechte van Soest, over de gereformeerde kerk, zijnde de voorschreven hofsteede genaamd 't Klooster den huurder bekend, wordende 't zelfe door hem bewoond en gebruikt., en dit voor een tijd van twaalf achtereenvolgende jaren.
Zoon Otto Willem Phillipus Falck  was executeur testamentair en geeft notaris M.J. van Buuren opdracht tot verkoop van de boerderij op 25 juni 1785. De omschrijving  is iets anders dan bij het pachtcontract: de hofstede is nog maar 28 morgen groot, wel zijner nu wat aparte percelen wat de grootte wel op 37 morgen brengt. Het perceel op de Soester Eng wordt nu "Veluwe"genoemd. Ook wordt een perceel "Molenboomshoekje genoemd. Daarnaast wordt het perceel : "Leeuwenkamp" gelegen aan de Neerweg genoemd, groot 2 morgen, hier zal later boerderij De Leeuwenkamp verschijnen.
Kopers worden Gerrit (+1741-1816), timmerman, tabaksplanter en winkelier en Jan van de Posthoorn uit Amersfoort.

In 1863 was Hannes Kok (1815-1879) de eigenaar/gebruiker, voor zijn zoon Gerardus Kok (1843-1906) sloot hij een contract met Anthonie Wijnhof. Indien Gerardus opgeroepen wordt voor de nationale militie  zal Anthonie zijn plek innemen. 
In 1866 werd Hannes Kok zijn boerderij getroffen door de veepest, alle 39 koeien zijn aangetast en gestorven.

Bronnen:
1)  ‘Soest geschiedenis en architectuur – monumenteninventarisatie provincie Utrecht ‘door Hans Lägers en Mchiel Kruidenier, uitgeverij Kerkebosch Zeist en Spou Utrecht, 2006, blz.157 t/m 159;
2) ’Soest in grootvaders tijd’ door Engelbert Heupers, Kruseman Den Haag, 175 blz.121 e.v.
3) ’De duiven kennen het koren niet meer’ door Hans Kruiswijk, uitgave Boekhandel Van de Ven, 2002,  blz.73.
4) "De familie Van 't Klooster deel I door Gerard Staalenhoef, gepubliceerd in Van Zoys tot Soest, zomer 1980. 
5) De voorgeschiedenis van een contract door F.S.I. Knaapen, gepubliceerd in Van Zoys tot Soest, winter 1982.
6) Middelen van bestaan in Soest II door ds. J.J. Bos, gepubliceerd in "Van Zoys tot Soest", herfst 1990
7) Runderpest in Soest, door G.J.M. Derks, gepubliceerd in 'Van Zoys tot Soest', lente 1995.
8) De familie Van Roomen te Soest I, door G.J.M. Derks, gepubliceerd in Van Zoys tot Soest, winter 1997.
9) De R.K. Armenhuisjes aan de Eemstraat, door G.J.M. Derks, gepubliceerd in Van Zoys tot Soest, herfst 1998.
10) Wiewaswie, notariële archieven, notaris M.J. van Buuren Utrecht datum 29 april 1785 akte 90.
11)  Het Utrechts Archief, notarrissen in de stad Utrecht 1560-1905, notaris M.J. van Buuren, U274a003, akte 101.