ADOLF KAREL STEUP
1887-1959
Vlieger op Soesterberg van 1914 tot ca. 1939
Auteur Dik Top
Hij werd geboren op 22 november 1887 in Banjoubirou, Semarang aan de noordkust van Midden-Java. Zijn vader was Ferdinand Wilhelm George Carl Louis Steup, zijn moeder Caroline Josine Lange. Ferdinand was in 1887 33 jaar en 1ste luitenant bij de infanterie in Banjoubirou. Carolina kwam ter wereld in Soerakarta op 5 december 1864. Ze kregen zes kinderen, van wie Adolf het tweede was.
In de winter 1897-’98 was het gezin met drie van hun kinderen met verlof in Nederland. Op 30 april 1898 keerden zij met het s.s. Prinses Maria naar Batavia terug. Tijdens deze reis beviel Caroline op 29 mei op de Indische Oceaan van hun zoon Ferdinand Karel Marie.
Vader Ferdinand overleed in Soerabaja op 25 maart 1899. Zijn vrouw vertrok in 1905 met haar kinderen naar Nederland, waar ze zich vestigde in Ginneken. Daarna verhuisde ze naar Teteringen.
Adolf koos net als zijn vader voor een carrière in het leger. In 1905 begon hij op de Cadettenschool en in 1907 ging hij naar de K.M.A. in Breda. Via korporaal (1908) werd hij sergeant (1909) en in 1910 2de luitenant bij het 10de Regiment Infanterie. Als 1ste luitenant ging hij in juli 1914 over naar de Generale Staf van de Luchtvaart Afdeeling. Kort daarna begon zijn opleiding in Soesterberg tot vliegenier. In maart 1922 werd hij instructeur.
Wonend in Soesterberg trouwde hij op 26 juni 1923 in Amsterdam met Carly Herberdine Everdine Auguste Corveij die ongeveer 24 jaar was.
In 1927 werd hij kapitein en in 1937 majoor. Nadat hij in juni 1939 leraar werd aan de K.M.A. ging hij begin 1940 over naar de Staf van de Militaire Luchtvaart. In juli 1940 werd hij op non-actief gesteld. Steup was een sportman in hart en nieren. (zie Voetbalclub op www.oudsoesterberg.nl)
Hij werd in Duitse krijgsgevangenschap gevoerd in mei 1942 en keerde in Nederland terug op 1 juni 1945. De rang luitenant-kolonel werd hem toegekend op 17 september 1946. Steup overleed in Breda op 24 maart 1959 terwijl hij nog actief was als lid van de raad van beheer van het Sportfondsenbad aldaar. Hij was Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Zijn loopbaan als vlieger
De naam Steup verscheen de eerste keer in het dagboek van commandant Walaardt Sacré op 4 november 1914:
Samen met Thomson maakte hij op 31 maart 1915 zijn eerste een overlandvlucht naar Ede en terug naar Soesterberg. Aan de eisen voor het militaire brevet voldeed hij op 31 mei, behalve de hoogtevlucht. Samen met Koppen interneerde hij op 4-5 juni een Britse B.E. die bij Cadzand in Zeeuws-Vlaanderen in een duin was gedoken. Daarna maakte hij op 12 juni de hoogtevlucht, waarmee hij klaar was voor zijn militaire brevet.
Zijn eerste hachelijke ervaring beleefde hij op 12 juli, toen hij na het opstijgen een wiel verloor. Hij werd hier opmerkzaam op gemaakt en slaagde er in ‘handig’ te landen zodat het vliegtuig zelfs geen schade opliep. Om Koppen in Arnhem te vervangen vertrok hij op 5 oktober daar naar toe. Op 16 oktober moest hij bij Doesburg een noodlanding uitvoeren, waarbij twee assen braken.
De eisen voor het militaire brevet werden verscherpt. Van Heyst, Steup. Roeper Bosch en Coblijn jr. voldeden op 26 juni 1916 aan de landingsproeven voor dit brevet. Steup voerde op 19 april 1917 boven Utrecht een luisterapparaatproef uit op 2000 meter hoogte en werd niet gezien.
Op 2 augustus op weg om wegens de verjaardag van koningin-moeder Emma boven het Paleis Soestdijk een groet te brengen, had hij pech met zijn (Duitse) geïnterneerde DFW in de buurt van Hilversum. De schroef ging er vandoor. Met aan boord luit. Meltzer slaagde hij er in met een glijvlucht de grond veilig te bereiken bij Zwaluwenberg. Monteurs van Soesterberg demonteerden de machine ter plekke.
Op 20 juni 1918 om 1 uur (13 uur) ging Steup op weg naar de Lagerdag in Groningen. Hij verdwaalde en bevond zich op een gegeven moment boven Wesel in Duitsland. Daarna voerde hij tussenlandingen uit bij Someren en Den Bosch. Om 9.30 uur (21.30 uur) was hij weer op Soesterberg.
Tijdelijk Schiphol
Luitenant Steup werd op 19 september 1918 naar het militaire vliegveld Schiphol gestuurd en fungeerde waarschijnlijk vanaf die dag als commandant hiervan tot 1922. Hij verhuisde naar Nieuwer Amstel. Op 5 maart 1919 ging hij daar met zijn vliegtuig over de kop met de Rumpler nummer 450. Hijzelf en zijn passagier Eenige mankeerden niets, maar het vliegtuig werd zwaar beschadigd.
Steup was mogelijk in die tijd keeper bij de Haarlemse voetbalclub H.F.C.
Toen er eind 1919 sprake was van een vlucht van Nederland naar Batavia - omdat het Nederlands-Indische gouvernement een som van f 10.000 beschikbaar had gesteld voor de eerste vlieger die vóór 1 september 1920 binnen veertien dagen deze afstand zou volbrengen - werden enige van de meest ervaren Soesterbergers en een paar marine-vliegers genoemd als gegadigden. Versteegh en Steup werden gezien als een mogelijk team. Koppen zou met mecanicien J.C. Hendriks meedoen met een Albatros, luitenant ter zee F.J. Backer zou met P.M. van Wulfften Palthe deelnemen met een Vickers Saunders vliegboot. Karel W.F.M. Doorman was ook bij de potentiële deelnemers. Uiteindelijk was het alleen Koppen die de vlucht volbracht, maar dat gebeurde pas in 1927.
Dat Steup op Schiphol ook optrad als instructeur, blijkt uit het feit dat 2de luit. Quant van het O.I.-leger zijn internationale brevet daar in maart 1920 verkreeg, na te zijn opgeleid door Steup.
Hij was ook in het nieuws in verband met de opening op 15 november 1920 van de vergadering van de Volkenbond in Genève. Een escadrille van vijf Fokker C.I’s zou daartoe naar deze Zwitserse stad vliegen via Mainz en Basel. Dit waren Versteegh met mecanicien A. van Dijk, Steup met mecanicien D. Starink, Jongbloed met kapitein Van Santen, Hofstra met Van Weeren en Sillevis met Visscher. Het is niet duidelijk of deze vlucht echt plaatsvond.
Terug naar Soesterberg
De voetbalclub V & AV Soesterberg werd opgericht 29 april 1922 door militairen van het vliegveld. Steup was er nog niet bij, want hij keerde in oktober 1922 van Nieuwer Amstel terug naar Soesterberg, waar hij een woning kreeg op Banningstraat 82. In augustus 1923 volgde Steup de eerste voorzitter W. van Apeldoorn van de voetbalclub op. In 1924 verhuisde hij nar Amersfoortschestraat 72. Steup werd een van de grote drijfveren van de club en trad meestal aan als keeper. Hij zorgde er voor dat de atletiek serieus ter hand werd genomen. Wegens zijn verhuizing naar Bilderdijklaan 6A in Bilthoven in maart 1925 bedankte hij als voorzitter, maar hij bleef wel voetballen in Soesterberg. Waarschijnlijk steeds als keeper. Hoe lang hij hiermee doorging is onbekend, maar in 1927, tijdens de viering van het eerste lustrum viel hem als eerste de eer ten deel tot ere-voorzitter te worden benoemd. In 1938 was hij nog altijd ere-voorzitter.
Steup had zoals al zijn collega’s de nodige akkefietjes bij het vliegen. Een noodlanding moest hij maken op 25 juli 1922 met de Fokker C.I 534 (niet bekend waar). Op 30 juli 1924 kwam zijn Fokker S.2 nummer 87 op zijn neus te staan. Op 9 juni 1926 voerde hij een noodlanding uit in Nieuw Loosdrecht met de S.2 nummer 97. Geen schade. Met de Fokker C.4 nummer 557 kwam hij op 2 september 1926 tegen een boom terecht.
In de rang van kapitein loste hij Willem Versteegh als leider van het stuntteam Vijf Vingers Aan Eén Hand soms af en hij nam het commando van dit stuntteam later over. Met dit team won Steup op 18 augustus 1927 de eerste prijs bij internationale wedstrijden in Zürich. Vervolgens werd kapitein Hendrik van Weerden Poelman de leider van de Vijf Vingers.
Het laatste incident dat is gerapporteerd over Steup is dat hij op 22 augustus 1927 met de Fokker C.5 nummer 321 een noodlanding maakte bij Kaiserstuhl in Duitsland (even ten westen van Feiburg). Dit moet zijn gebeurd toen hij met zijn team van Zwitserland op weg was naar huis. In november 1930 kreeg Steup tijdens een plechtigheid bij de L.V.A. de gouden medaille van het Nederlandsch Olympisch Comité.
Steup had een zoon Tom, geboren 25 juni 1924. Hij was 2de luitenant vlieger bij de M.L. in Nederlands-Indië. Van een verkenningsvlucht met een Auster vanaf Tasikmalaja keerde hij op 11 augustus 1947 niet terug.
Adressen van Steup:
Tot 1914 Haarlem
20 juni 1914 Rijksstraatweg E96 Soesterberg
ot 19 april 1921 Haarlemmermeer
19 april 1921 Amsterdam, woonschuit Willy Stadhouderskade t/o 92
7 september 1921 Nieuwer Amstel
1922 Soesterberg, Banningstraat 38 (werd later nummer 82)
1924 Soesterberg, Amersfoortschestraat 72
1925 Bilthoven, Bilderdijklaan 6A
1947-1959 Breda, Koningin Emmalaan 29
Bronnen:
Dagboek van commandant Hendrik Walaardt Sacré.
Historische kranten en tijdschriften.
Genealogische en andere persoonlijke gegevens aangedragen door Eddy Habben-Jansen, Utrecht.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.