Soesterberg dankt zijn bestaan aan de aanleg van de Amersfoortsestraat in 1650. Deze kaarsrechte weg, lopend vanaf de galgenberg in Amersfoort naar de Gildpoort bij de Biltstraat in Utrecht, is ontworpen door de Amersfoorter Jacob van Campen. Deze beroemde architect en kunstenaar (ook bekend van het paleis op de Dam) wilde met één grote ingreep het toen nog woeste heidelandschap herscheppen in een brede, rechte laan met aan weerszijden fraaie buitenplaatsen voor de stedelijke elite. Met het project in de gouden eeuw werd ingespeeld op het verwachte einde van de Tachtigjarige Oorlog. Vooral op het platteland zou de veiligheid verbeteren en de economie opleven. Om de weg te financieren werden aan weerszijden van de zestig meter brede weg kavels van honderd bij vijftig roeden (376 bij 188 meter) uitgegeven. De afgifte van deze kavels was gratis, maar de eigenaar werd wel belast met de aanleg en het onderhoud van zijn deel van de weg. Ieder vak is gescheiden door een zogenaamde sortie, het Franse woord voor uitgang. De sorties werden van wallen met beplanting voorzien, om verzanding tegen te gaan, en diende als toegang naar de erachter gelegen gemene heidevelden voor de schaapherders met hun kudden en de plaggenstekers. In het midden van elke vak is een zichtlijn naar de overtuin aan de andere zijde van de weg.
Op het Soester gedeelte van de Amersfoortsestraat ontstaan vier buitenplaatsen/hofsteden: Sterrenberg, Moerbessenberg, Bloemheuvel en de Oude Tempel. Aan de Zeister kant worden vijf buitenplaatsen gerealiseerd: Dijnselburg, tapstede Huys ter Heijde, Zandbergen, Heybergen en Beukbergen. Richting Amersfoort blijven de kavels leeg. Na het rampjaar 1672 komen de ontwikkelingen stil te liggen. De oorspronkelijk opzet met landgoederen is uiteindelijk nooit helemaal van de grond gekomen, maar de structuur van de weg en sorties is nog altijd duidelijk herkenbaar. Rond de doorgaande weg en de sorties komen van lieverlede ook huisjes voor arbeiders, werkzaam op de buitenplaatsen, en zo ontstaat het dorp Den Bergh of, vanuit Soest gezien, Aghter den Bergh. Deze naam is ontleend aan het Soester Hoogt (Bergh), later ook wel aangeduid als “De Bult”.
Het aantal inwoners bedraagt in 1786 welgeteld 116. Nog steeds slechts wat daggelders, schaapherders, bijenhouders en een enkele bezembinder en spinster. Ook werden er keien gedolven op de heide, verkocht als grenssteen of stootsteen, ter bescherming van de gevels tegen karrenwielen. In 1661 werd een grote kei gevonden ter hoogte van de huidige Spitsheuvel (toen Pisheuvel of Waterheuvel genaamd) en naar Amersfoort gesleept. Eigenlijk was het verhaal van de kei een uit de hand gelopen grap. De jonkheer en dichter Everard Meyster was namelijk met een paar vrienden een kroegweddenschap aangegaan: hij zou de Amersfoorters zo ver krijgen om de reusachtige steen de stad in te slepen. Deze beroemde Amersfoortse kei werd op de Varkensmarkt tentoongesteld. Sindsdien is Amersfoort de Keistad en worden de bewoners aangeduid als keientrekkers, een bijnaam die ze niet graag meer horen.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.